08. Verlaten.

13 1 0
                                    

Als ik wakker word is het nog donker buiten. Ik rek me uit en hoor mijn botten kraken. Heerlijk. In de echte badkamer, die niet in de slaapkamer zit, fris ik me op door wat water in mijn gezicht te gooien en kleed me daarna aan. Devon had mijn kleren blijkbaar al hier gelegd. Na mijn kleren aangetrokken te hebben, ga ik op zoek naar hem. Nadat ik alle kamers in het huisje gehad heb en hem nog niet gevonden heb, ga ik naar buiten. Misschien zit hij bij het meer? Terwijl ik op blote voeten door het water loop, dat nog steeds heerlijk warm is, scan ik de omgeving af voor Devon. Af en toe schop ik het water, zodat het in een golfje voor me uit vliegt. Ik loop iets verder het meer in en kijk naar de weerspiegeling van de maan en sterren in het water. Deze plek is echt magisch. Zo prachtig, puur en onaangetast, nog niet vernietigt door mensen. Hopelijk komt er nooit iemand met slechte bedoelingen die deze plek ontdekt. Als ik een vampier ben en hier over honderd jaar weer terugkom hoop ik dat het er nog precies zo uit ziet. Dat zal wel niet, want de natuur doet ook wat ze wil. Ineens voel ik een windvlaag en begint de grond te trillen. Geschrokken geef ik een gil en draai me om, om te kijken wat het was. Als ik Devon achter me zie staan haal ik opgelucht adem. Hij liet me echt goed schrikken.

'Hey schatje.' Devon loopt het water in en begroet me met een passievolle kus op mijn lippen. 'Al spijt van eerder vannacht?'

'Nee, absoluut niet.' Ik leg mijn hoofd tegen zijn borstkas en zucht diep.

'Wat is er?' De vampier kijkt me aan en ik zie zijn ogen oplichten in het maanlicht.

'Niks, ik vind het gewoon fijn om bij je te zijn. Al helemaal omdat je straks voor onbepaalde tijd weg bent.'

'Ik deed het contract ook liever niet. Maar het zorgt wel weer voor wat geld en dat is altijd goed.' Devon drukt weer een kus op mijn lippen. 'Ik zal zo snel mogelijk het contract afhandelen.'

'Dat zou fijn zijn, zolang je wel voorzichtig bent. Ik zie je graag ongeschonden terug.' Ik vlecht mijn vingers met die van hem. 'En je bent nog niet helemaal de oude, dus daarom moet je ook voorzichtig zijn.'

'Komt goed, ik wil je zeker nog weer zien.'

'Waar was je net eigenlijk?' Vraag ik me af als ik me niet kan bedenken hoe hij ineens achter me kon staan.

'Ik zat in deze boom.' Verklaart hij, waarna hij me mee terug naar het huisje neemt. 'Als ik klaar ben met het contract gaan we hier weer heen en dan blijven we een paar dagen.' Wat een geweldig idee is dat. Ik kan niet wachten om hier hele dagen met hem door te brengen. Dat zal vooral zwemmend en vrijend zijn. Mijn wangen worden rood bij die gedachte en Devon lacht als hij het ook hoort. 'Klinkt als een goede besteding van de dagen.' Hij drukt een kus op mijn lippen en kijkt de ruimte rond of hij iets vergeten is. 'Laten we voor nu maar gaan. Dan kan je nog weer even slapen en ga ik mijn moordcontract doen.'

'Ja, het moet maar. Het was wel heel erg fijn hier.' Ik trek mijn schoenen aan en pak mijn cameratas. Rustig lopen we naar het huis van zijn clan en onderweg zie ik de lucht verkleuren door de opkomende zon. Het begint helemaal oranje te worden aan de kant waar de zon zo opkomt. Hoe laat zou het zijn, of eigenlijk hoe vroeg?

'Half zes.' Laat de vampier weten. Dat is op tijd. Normaal ben ik nooit zo vroeg wakker, maar ik heb de afgelopen paar dagen wel veel geslapen.

~

'Ah, daar zijn jullie weer.' Elika zit op een bank in de grote achtertuin. 'Dat komt mooi uit. Ik wil graag een bloedonderzoek bij je doen, vind je dat goed?' Ze kijkt me afwachtend aan.

'Ehm, ja.' Waarom zou ze dat willen? En waar is het goed voor? Ik ben niet bepaald bijzonder. Devon neemt me mee achter de vrouw aan, die al naar binnen loopt. Ze gaat ons voor de kamer binnen waar Devon me gister ook mee heen nam om me pijnstilling te geven. Hij laat me op een stoel zitten en Elika komt naar me toe met een grote naald. Angst neemt bezit van mijn lichaam en ik word duizelig. Geprikt worden vind ik totaal niet fijn. De man naast me laat me naar hem kijken en lijdt me af van de naald. Ineens is het net of ik weer bij het meer ben en er rondloop. Tot mijn knieën sta ik in het water en ik zie de vissen om me heen zwemmen. De waterval kan ik zien en horen en ik loop er heen. De wind suist tussen de bomen door en net als ik mijn hand in het vallende water wil steken, zit ik weer in de kamer met Elika en Devon. Wow, dat was vreemd. Het was echt net of ik hier niet meer was.

Schemering. [OP16+]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu