꘎ P R O L O O G ꘎

99 18 15
                                    

Het meisje bibberde in de gietende regen. Ze was verzwakt, en de koorts had haar nu helemaal in zijn greep. De mensen die de afgelopen dagen nog voor haar gebeden hadden, waren al lang weer verdwenen nu ze doorhadden wat er echt mis was met haar. Alleen haar moeder bleef over, jammerend en huilend. Ze stond over het kind gebogen in een poging om haar te beschermen tegen de regen, maar het was hopeloos. Hier in de Buitenwereld was dat wel vaker zo.

Het meisje bazelde iets over haar handen, maar de moeder negeerde het. Het kind was al uren niet meer in staat om vals van echt te onderscheiden, niet met de hitte die door haar bloed jaagde. Niet nu ze het Virus had. De moeder keek naar de hemel, en vlocht haar vingers nogmaals samen in een laatste poging.

"Red haar, toe."

Ze bad uit volle macht naar eender welke god die zich nog in dit gat wilde vertonen. Ze was bereid om er alles voor op te offeren, zolang het meisje, het enige wat ze nog had in deze verdomde plek, maar kon leven.

Ze keek weer naar beneden, naar het kind dat haar eigen naam vergeten was door de smerige ziekte, en snikte. Ze vervloekte de mensen in hun veilige steden, die te lui waren om om de rest van hen te geven. Ze wenste dat zij op een dag zouden voelen hoe het was om het Virus om zich heen te zien grijpen. Dan zouden ze er misschien eindelijk wat aan doen. Ze liet zich op haar knieën vallen, en fluisterde de naam van het meisje, over en over, ook al wist ze diep vanbinnen dat het kind haar niet meer kon horen.

De regen stopte, en de moeder wist dat het een teken van boven was, dat het zover was. Dat ze het meisje kwamen halen. Ze snikte, en drukte haar voorhoofd zachtjes tegen dat van het kind.

"Ik hou van je. Je mag gaan, maar vergeet niet dat ik van je hou."

Het kind strekte haar hand naar de moeder. De hemel werd gevuld met een symfonie die helderder was dan eender wat in de Buitenwereld. De moeder hapte naar adem, en probeerde achteruit te krabbelen, maar het was al te laat.

Haar bloed kookte van binnenuit. Besefte ze dan niet dat dit was waarom ze gebeden had? Het meisje bibberde een laatste keer, de tonen van de symfonie nog in haar hoofd, en opende dan haar ogen.



Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.
Een Zweem van Dood en DuisterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu