Proloog

90 4 0
                                    

Rennen, wegrennen, vluchten. Vechtend tegen de macht die je onderuit drijft, je dwingt te buigen. Sterker is, zal winnen. Vluchten voor iets onbereikbaars. Alsof je de dood probeert te ontkomen, het onmogelijke doen. Maar onmogelijk blijft onmogelijk. Rennen, wegrennen, vluchten. 'Blijf bij me, vergezel me in deze kille duisternis.' De waarheid valt niet te ontkomen, gestalkt door het onbereikbare. Iets dat niet te pakken valt, onzichtbaar en onmerkbaar is. Alleen te merken aan de stem, die je volgt. De zachte voetstappen achter je, het ademhalen bij je nek. Alles zo duidelijk, maar zo onbereikbaar. Het glipt als water tussen mijn handen door. Voor eeuwig op de vlucht voor het onbereikbare. 'Ik zal winnen, jij zal buigen. Ik zal toeslaan als jij het niet verwacht. Je zal lijden, voor eeuwig branden in de hel. Maar wij zullen samen branden. Jij zult van mij zijn.' Hoelang zal het duren voordat ik toegeef, dat hij wint? Dat de zon is opgebrand en wij zijn taak overnemen, dat wij zullen branden? Voor eeuwig branden, leed hebben. Geen eigen gedachten, gemanipuleerd. Gemanipuleerd door het niets. Maar dat niets is zo groot, zo machtig. Het niets neemt het iets over. Het zal zich een weg banen in onze levens. Het overnemen, zodat niets meer van ons is. Alles opgebrand, alleen maar as. 'Maar jij, mijn liefste, jij zal niet veranderen in as. Voor eeuwig zal jij stralen, met vlammen die dansend om jou heen draaien. Macht, je zal macht hebben. Wat wil je nog meer? Kom met me mee, anders moet ik je dwingen. Dan zal je wensen dat je de dood had gekozen. Neem mijn hand, mijn liefste, kies voor het juiste.' Wat is het juiste? Misschien wil hij mij zien lijden, of gewoon bij zich hebben. Wie is hij? Die stem in mijn hoofd die mij tot waanzin drijft? Wil hij mij vermoorden, zichzelf vermoorden? Geen idee van wie hij is, onwetend. De stem, alleen die stem.
Van wie is de ziel, die mij steeds lastigvalt. De ziel die geen rust kan vinden, voor altijd ronddwaalt in een dimensie die niemand ziet, misschien niet eens bestaat. Een stem in mijn hoofd, verspreid zich als een virus. Langzaam neemt het mijn hele lichaam over, totdat ik zelf niks meer kan. Geen eigen gedachtes meer, alles aangetast door het virus. Het breekt, verwoest. Wil alleen maar vernietiging, en ik, ik lijd eronder. Ik ben het slachtoffer, en niemand kan die plaats van mij overnemen. Hij heeft mij uitgekozen, en zal doorgaan tot alles vernietigd is.

Out of sightWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu