Out of sight

Hoofdstuk 5

Het is allemaal mislukt. Hij is me gewoon achterna gekomen en heeft mijn plannetje om zeep geholpen. Ik dacht echt even dat ik van hem af was, maar nee hoor. Hij zit alweer achter me. De overstap was mijn enige kans. Als ik hem toen achter me had gelaten, was ik van hem af geweest. Hij is me echter gewoon gevolgd en zit momenteel naast me op een lege vliegtuigstoel. Aan de andere zijde van me, zit een lieve oude vrouw. Ik had net al even met haar gesproken, en ze is echt zo'n koekjes-oma. 'Liefste, zijn we er al bijna?' Hij lijkt net een klein kind, dit is namelijk al de tiende keer dat hij het vraagt. Ik irriteer me er mateloos aan, maar kan niet boos worden. 'Zal ik je eens een verhaal vertellen? Op de aarde leefde een demon en een engel. De engel heette Lisa, en was heel gelukkig, ze had een goed leven. De demon daarentegen moest hard werken voor zijn meester. Toen ze elkaar tegenkwamen, wist de demon dat hij haar zou krijgen, en Lisa hoopte de demon nooit meer te zien. Nu moet je begrijpen dat dit geen sprookje is. De demon had zijn dood in scene gezet, en daarna Lisa ontvoerd. Hij bracht haar naar een eiland, tussen twee dimensies in. Hij hield niet van haar, dat kunnen demonen niet. Maar hij zorgde er wel voor dat Lisa van hem zou houden, en dat deed ze. Door hun is er een nieuwe dimensie ontstaan en een nieuw wezen: de gevallen engel. Ik ben zo'n gevallen engel, en jij zult mijn Lisa zijn.'