- 6 -

43 4 4
                                    

POV Elliot

"We kunnen ook ergens anders naartoe gaan?" Het duurt even voordat ik antwoord krijg, ze lijkt erover na te moeten denken. "Oké," antwoordt Céleste. Ik glimlach, precies wetende waar we naartoe kunnen.

"Maar.. Waar gaan we nu naartoe?" Vraagt Céleste. Ik lach alleen maar. "Dat is nog geheim, je zult het zo wel zien." "We gaan niet naar jouw huis dus? Wat heeft dit met school te maken? Ken ik de plek waar we naartoe gaan? Is het wel in Silve?" Ik stop met lopen, "Shh, geduld." Er verschijnt een glimlach op Céleste's gezicht. We lopen verder en ze stelt ook geen vragen meer, totdat we er zijn. "Waar zijn we nu aangekomen dan?!" Ik haal mijn schouders op. "Dit is het oude metro-station. Maar het is tijdens de Oorlog verwoest. Zo ook de camera's die er hangen." "Wat?! Mogen we hier niet komen? Maar.. Hierboven hangen toch wel camera's?" "Ja, maar in dit kleine deel van de stad is slecht, tot geen bereik. Onze chips werken niet, en contact met de camera's kunnen ze ook niet maken." Antwoord ik. "Dus.. We zijn opeens van de kaart in Hosil verdwenen?" Vraagt Céleste, waarop ik knik. "Maar we moeten wel opschieten, want ieder half uur komen hier wakers langs, omdat niemand hier mag komen. En ze kunnen ook niet zien of er mensen komen. En eigenlijk gaat Hosil er vanuit dat er niemand ín het metrostation gaat." Zodra ik dit zeg, verschijnt er een brutale lach op Céleste's gezicht. "Nou, laten we naar binnen gaan dan!"

Binnen is er direct een trap naar beneden. Het ziet er erg kapot uit. Maar ik houd van deze plek, want het is zo rustig hier, en de enige plek in de stad waar niet gecontroleerd wordt. Ondanks dat, kent niemand deze plek. Of niemand durft er naartoe te gaan. Ik kijk naar Céleste, die vol verbazing naar de vervallen muren kijkt. Het licht van achteren doet haar haren goud lijken, ze ziet er best mooi uit. Als je haar verbaasde gezicht niet meetelt, alhoewel dat ook wel schattig is. Oké, Elliot, je moet niet zo denken. Dat is niet goed. Maar toch, Céleste heeft iets speciaals, iets wat anderen niet hebben.

En nu zitten we met z'n tweeën op de witte rand voor het metrospoor. "En toen?" Giechelt Céleste. Ik was haar net het verhaal aan het vertellen dat mijn moeder ooit panisch de dokter had gebeld, omdat ze dacht dat ik mijn voedselpakket niet wilde opeten. Dat wilde ik ook niet, want dat was niet mijn voedselpakket van die dag. Ze hadden één te veel bij ons huis afgeleverd.
"Toen zei de dokter tegen mijn moeder dat we naar zijn praktijk moesten komen. We waren daar aangekomen, en het eerste wat hij zei was: In het register staat dat Elliot zijn voedsel vandaag helemaal heeft opgegeten. En mijn moeder roepen: Dat kan helemaal niet! Er stond nog een pakket! En die dokter haalde zijn schouders op en zei dat er wel eens fouten werden gemaakt in het aantal pakketten. Je had mijn moeders gezicht toen moeten zien!" Céleste moet nog harder lachen, waardoor ik me blij voel, want het is zo leuk als ze lacht. Ik leun achterover en kom per ongeluk met mijn hand, op de hare terecht. Als ik dat doe schokt ze wel een beetje, maar ontspant daarna weer. Het voelt niet ongemakkelijk, dus ik besluit mijn hand daar te laten liggen. Het voelt juist veilig. Ik kijk op mijn horloge en schrik. "Oh jemig.." "Is er iets?" Vraagt Céleste, en ik krijg het even benauwd. Het is namelijk half negen geweest, wat inhoudt dat alle straten bewaakt zijn, en alle huisdeuren op slot. "Het is 20:34u..." Céleste kijkt me met grote ogen aan. "Dit meen je toch niet echt..? Wat doen we nu?" Ik zie dat ze in paniek is en ik probeer haar gerust te stellen. "Rustig, we slapen gewoon hier, het komt goed." Opeens begint ze te huilen. Verdorie, wat moet ik nu doen? Ik maak dit nooit mee! "Shhj, Céleste? Het komt goed oké?" Ik duw haar kin zachtjes omhoog, zodat ze me aan moet kijken. Ze knikt, ik merk dat haar ademhaling rustiger wordt. "Maar wat doen we nu?" "We kunnen hier gewoon overnachten. Het wordt wel koud, maar we zullen heus niet doodgaan." Nadat ik dit zeg, zie ik haar gezicht vertrekken. "Mijn ouders..." Oh tuurlijk, die maken zich natuurlijk heel erg zorgen. "Je gaat morgenochtend snel naar ze toe, oké? Zodra dat kan. Dam zeg je gewoon dat je bij mij bent blijven slapen, omdat je te laat was." Céleste knikt zachtjes en er verschijnen tranen ik haar ogen. "Shhh, het komt goed." Ze knikt weer en komt dan in mijn armen. We gaan samen op de grond van het metrostation liggen en vallen zo in slaap.

Ik word wakker op een koude, harde vloer, die me direct bij de realiteit brengt. Ik lig hier met Céleste in een metrostation, hand in hand, terwijl zij nog slaapt. Wacht, wat? Hand in hand? Ik merk nu ook dat ze helemaal tegen me aan licht. Ik probeer langzaam mijn hand los te maken, zodat ik op mijn horloge kan kijken zonder dat Céleste wakker wordt. Het is 6:49u. Misschien kan ik Céleste toch beter wakker maken, want om 6:45u zijn alle deuren van hun slot af gegaan. "Céleste," fluister ik. Ze draait zich in een rare houding, half kreunend. Ik schud zachtjes aan haar arm. "Céleste, word wakker!" "Wuh?" Vraagt ze, en opent langzaam haar ogen. Opeens schiet ze overeind, waarschijnlijk toen ze merkte dat ze tegen me aan lag. "Wow. Ehm, hoe laat is het?" Vraagt Céleste, terwijl ze haar hand door haar haar haalt. "Tien voor zeven. Ik denk dat je naar huis moet." "Oh, ja, verdorie," zegt ze terwijl ze haar schooltas pakt, "ik zie je vanmiddag wel weer, denk ik." "Tot dan." Roep ik haar nog achterna, maar ze is al bijna het station uitgerend. Ik sta op en leun tegen de eerste paal aan die ik zie. Bedenkend wat er precies is gebeurd.

Oké, ik weet dat ik maar één keer per week zou uploaden, maar ik ben echt heel erg slecht in uploadtijden 😂 Maarja, beter een hoofdstuk te veel dan een te weinig (al gebeurt dat ook wel eens) Ik ben niet echt blij ofzo met dit hoofdstuk maar het is wel iets anders, maar ik hoop wel dat jullie hem leuk vonden 😄

Vote

Comment

😊

The RunawayWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu