- 7 -

36 3 3
                                    

POV Céleste

Rennen doe ik niet, ik loop gewoon snel. Zodra ik bij de voordeur sta, durf ik niet meer aan te bellen. Wat zullen ze wel niet denken? Toch bel ik aan, want ik moet toch ooit naar binnen. Mijn moeder doet vol verbazing open. "Céleste! Ik was zo bezorgd! Wil je dat nooit meer doen?" Ik knik en geef haar een knuffel. Eenmaal binnen leg ik het verhaal uit, dat Elliot en ik hadden afgesproken. Het voelt niet fijn om te moeten liegen, maar het is wel beter dat mijn ouders niet het echte verhaal weten. "Wil je de volgende keer alsjeblieft bellen?" Vraagt mijn moeder, terwijl mijn vader me boos aankijkt. "Je hebt bij die jongen geslapen!?" Ik knik verlegen. "Ik sliep in de logeerkamer hoor, er is niets gebeurd tussen ons," zeg ik afwachtend naar mijn vader toe. Hij knikt, maar niet op een manier die zegt dat hij het gelooft.

Ik loop naar de luchttrein toe. Ik moet doorlopen, als ik de trein wil halen. Het is namelijk 8:57u, en de luchttrein vertrekt om 9:00u. Ik loop door het contolepoortje door, maar het deurtje dat er achter staat opent niet en geeft een foutmelding. U heeft te weinig Sport. Oh, verdorie. Volgens mijn chip heb ik te weinig beweging gehad deze week, dus mag ik niet met de trein. Dat wordt lopen.

Om 9:44u ben ik op school en ik moest om 9:20u op school zijn. Oeps. Ik kijk op mijn horloge om te zien wat ik dit uur eigenlijk zou hebben. Geografie. Dan maar een keer geen geografie.
Als ik naar mijn kluisje toe loop, bedenk ik me dat ik Elliot vandaag beter kan ontlopen. Aangezien ik wakker werd, letterlijk, OP HEM. Hoe kan ik dat nu weer voor elkaar krijgen in mijn slaap?
Ik besluit in de aula te wachten, aangezien ik toch niets beters te doen heb. Ik maak wat huiswerk, totdat de bel gaat. Ik kan niet nóg een les overslaan, dus ik loop naar informatica.

Na de laatste les van vandaag, wiskunde, loop ik met Aline naar mijn kluisje. Net als ik mijn kluisje wil openen, hoor ik twee pieptonen en de stem van de directeur. "Willen Elliot van Wateren en Céleste Houten zo spoedig mogelijk bij lokaal Q028 komen? Bedankt." Aline kijkt me met grote ogen aan. "Wat heb je gedaan?" "Ik.. Ik weet het niet, ik heb vanochtend alleen geografie overgeslagen." Ik weet echt niet wat ik kan hebben gedaan, want lokaal Q028 is het directeurslokaal, waar je alleen naartoe wordt geroepen als je iets heel verkeerds hebt gedaan. En zo erg is een les overslaan toch niet? En wat heeft Elliot er dan mee te maken? Ik sta nog met mijn kluissleutel in mijn hand, en mijn arm omhoog richting mijn kluisje. "Schiet dan op!" zegt Aline tegen mij. "Oh, oh ja. Ik zie je morgen!" "Tot morgen," roept Aline me nog na, alleen ben ik al weggelopen.

Ik zit te wachten op het bankje voor Q028, als Elliot eraan komt. Hij kijkt niet erg vrolijk. "Céleste! Je hebt toch niemand verteld over.. Je-weet-wel-wat?" Ik schud mijn hoofd. "Ik heb echt geen idee waarom we hier zijn." Elliot gaat naast me zitten met zijn hoofd in zijn handen. "Je weet toch dat je alleen naar de directeur hoeft als je echt in de problemen zit, hè?" vraagt hij en ik knik verlegen. Twee seconden later wordt de deur opengedaan. "Kom binnen," zegt de directeur. Elliot en ik staan op en lopen naar binnen.

"Dus, weten jullie waarom jullie hier zijn?" vraagt de directeur en wij schudden onze hoofden. "Nee? Céleste zou het toch op z'n minst moeten weten," "Ik weet het echt niet, meneer." De directeur haalt snuivend zijn hoofd omhoog. "In dat geval leg ik het wel uit," zegt hij, en ik word een beetje bang van de manier waarop hij praat. "Céleste hier," zegt hij, meer tot Elliot gekeerd, terwijl ik net zo veel weet van wat hier aan de hand is, "was vanochtend niet bij geografie. En omdat jij haar tutor bent, is dat ook een klein beetje jouw verantwoordelijkheid," Elliot schiet meteen in de ontkenning, nadat hij mij een boze blik heeft toegeworpen: "Meneer, ik wist helemaal niet dat Céleste niet bij die les was! Ik heb daar toch niets mee te maken? En daarbij, het is toch helemaal niet zó erg om één keer geografie over te slaan?" "Maar dat is ook het probleem niet, beste Elliot. Want aan haar chip is af te lezen dat ze vanochtend de trein niet heeft gehaald." Wacht, dit klopt niet. "Meneer, ik heb nie-" ga ik tegen hem in, maar ik word weer onderbroken, "Ik duld geen tegenspraak. Maar waar was ik? Oh ja, hoe kon dat, dat Céleste te laat was voor haar trein?" "Meneer, ik wa-" "Sst, aan jouw chip was namelijk af te lezen dat je vannacht niet thuis hebt geslapen. Toen hebben wij jouw ouders gebeld, met de vraag waar jij dan wèl sliep. Je ouders vertelden ons dat jij bij Elliot hebt geslapen, omdat het te laat was om nog naar huis te gaan. Maar wat wij zagen was dat jij vanochtend niet vanaf Elliots huis, naar jouw huis bent gelopen. En je kunt ook geen ommetje hebben gemaakt, want gisteravond ben je naar precies dezelfde plek bent gegaan, namelijk het gebied zonder verbinding. Aangezien daar geen verbinding is, konden we niet zien waar je precies was, maar het is maar een klein gebied. Klopt het, dat je daar hebt geslapen vannacht, Céleste?"
Ik voel mijn hoofd een tomaatje met ogen worden. Ik durf niets te zeggen, in de angst om mezelf, of erger nog, Elliot te verraden. "Maar Elliot was precies dezelfde tijd, op dezelfde plaats als jij. Alleen is hij later vertrokken, wel direct naar school toe. Wat is daar vannacht gebeurd?" Vraagt de directeur verder. Als mijn gezicht nog roder kan worden dan dat het net was, dan is mijn gezicht dat nu. Ik ben echt sprakeloos en voel me heel erg schuldig. "Meneer," begint Elliot, "wij waren daar omdat dat een een rustige plaats was, om te leren. En ik ontdekte dat het al te laat was om naar huis te gaan, dus zijn we daar blijven slapen. Dat is alles." "Klopt dat, Céleste?" vraagt de directeur en ik knik, "Waarom heb je dan gelogen tegen jouw ouders?" Oh nee, ik weet echt niet wat ik hierop moet zeggen. Ik had gewoon de waarheid tegen ze moeten vertellen. "Ik wilde ze niet bezorgd maken," stamel ik. "Oké," antwoordt de directeur, "jullie mogen gaan, maar ik houd jullie in de gaten." Oh, daar zijn we héél goed vanaf gekomen.

Elliot en ik staan op, en lopen het lokaal uit. Ik heb even geen zin om met Elliot te praten, dus ik loop gewoon door, de hoek om. Maar Elliot wil blijkbaar wel praten, want zodra ik de hoek om ben, pakt hij mijn arm en duwt me tegen de deur aan. "Verdomme, Céleste!" Roept hij boos, en ik krimp ineen, geschrokken van zijn uitbarsting. "Vond je het serieus nodig om niet naar geografie te gaan?!" Ik bijt om mijn lip en bedenk wat ik kan zeggen. "Ik werd niet toegelaten in de trein dus moest ik lopen. Toen kwam ik te laat en bedacht dat het toch geen zin had om nog naar geografie toe te gaan. Wist ik veel dat het deze gevolgen zou hebben!?" "Je werd niet toegelaten in de trein? Ha! Je was gewoon te laat!" De tranen staan nu echt in mijn ogen, normaal doet niemand zo tegen mij. "Jemig, Elliot! Jij ook al? De directeur liet me niet uitpraten, ik kon niet met de trein omdat ik te weinig beweging heb gehad!" Roep ik huilend naar hem. Ik zie dat Elliot schrikt van de tranen die over mijn wangen lopen. Zijn greep om mijn pols verslapt en hij ziet er ontspannender uit, bijna geschrokken. "Sorry Céleste, ik bedoelde het niet zo..." Nadat hij dat zegt laat hij mijn pols helemaal los en ik zak huilend op de grond. Ik voel me zo'n watje. "Céleste, gaat het?" Vraagt Elliot. "Wat denk je zelf, na twee uitbarstingen die ik moet aanhoren?" Snauw ik hem toe. Elliot zakt ook door zijn knieën en zit dan tegenover mij. "Hé, alles komt goed, okè?" Zegt hij bemoedigend. Ik knik en hij geeft me een knuffel.

The RunawayWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu