Elke ochtend sta je beneden voor me klaar met je gezaag en zeggen we elkaar gedaag.
Als ik langer blijf slapen zit je boven voor mijn kamer en voel ik me niet meer eenzamer.
Tijdens het middageten kom je vaak bedelen om eten en zit je daar echt om te smeken.
Ik geef je dan een stukje vlees en kaas, daarna ben je weg als een haas.
Je maakt buiten graag eens een wandeling en probeert steeds te ontsnappen, dan moet ik zien dat ik je krijg te pakken.
Gelukkig kom je vaak na een kwartiertje al terug, dat is vrij vlug.
Je bent mijn schat, lieve kat.