5 seconden.....(on hold)

4.

Laura

Een gevecht, met drie jongens sta ik in een driehoek. Van alle kanten worden we aangevallen maar we zijn sterk en houden alles en iedereen tegen met dolken en zwaarden.

Vuur, overal is vuur. Er lijkt wel een soort ring van vuur om mij heen te zijn ontstaan. Aan de andere kant zie ik twee gedaantes. Het lijkt wel alsof ze me roepen maar ik kan ze niet hoeren en zo lijken zij mij ook nieten te verstaan.

Een duisternis. Geen stipje licht. of toch wel?? Een rood puntje dat steeds groter en duidelijker wordt. Het komt op me af ik voel de hitte maar kan niet ontsnappen. Het lijkt me te verzwelgen........

Naar adem happend wordt ik wakker. Wat is er gebeurd? Was ik aan het slapen en waren dat maar dromen? Ze voelden anders wel levensecht aan. Ik open mijn ogen en schrik me kapot!! Ik kijk recht in twee diepzwarte ogen. Snel schiet ik overeind en ik spring van de bank af. Ik kijk de persoon aan en wil keihard gaan gillen want hij ziet eruit alsof hij me met zijn blik alleen al kan doden.

Maar voor ik ook maar geluid kan maken slaat hij zijn hand voor mijn mond.

'Moet jij eens goed luisteren meisje, ik weet wie jij bent. Ik weet ook dat die vriendjes van je niet ver uit de buurt van je kunnen zijn en daarom mag jij ze niet laten merken dat ik hier ben. Want ook al zijn jullie altijd aan mij ontsnapt, dat betekent niet dat ik niet sterker ben geworden. En ja dat ben ik. Ik ben onoverwinnelijk!!'

Okéeeee, hij weet wie ik ben en hij zegt dat mijn vrienden hier in de buurt zijn. Hopelijk komen ze dan snel want ik denk dat deze gozer me mee gaat nemen naar een plek waar ik niet wil zijn. plots krijg ik een plan. Ik bijt deze onbekende engerd in zin hand en hij laat onmiddelijk mijn hand los. Mijn plan is gelukt! Wat ben ik toch geniaal...... Ik gil keihard maar voordat ik het weet heeft die engerd me weer vast gepakt en houdt hij zijn hand voor mijn mond. Hij trekt zijn zwaard.....? En houdt die voor mijn keel. Het is gedaan met mijn redelijke kalmte en ik raak in paniek. Ik hoor het geluid van rennende personen en ik twee jongens verschijnen. Eén hiervan is Henry, die andere ken ik niet niet. Ze kijken mijn gijzelaar geschrokken aan. De onbekende jongen reageert als eerste.

'Devil.'

'Mark. Henry.'