3

245 15 0
                                    

De volgende ochtend word ik wakker en zit mijn broer naast het bed. Als hij ziet dst ik wakker ben pakt hij liefdevol mijn hand en glimlacht. Ik glimlach slaperif terug en probeer recht op te gaan zitten, maar dan voel ik een vreselijke pijn aan mijn arm. Mijn broer schrikt en zegt: "je bent bijna genezgenezen blijf nog even liggen, je gebroken arm zal snel genezen zijn." "Thomas wat is er gebeurd? Waar is mama?" "Mama is veilig thuis nadat wij werden aangevallen heb ik haar naar huis gestuurd en ben ik met jou verder naar het kamo gereist." "Wacht wat heb je mama gewoon naar huis gestuurd." Zeg ik boos. "Wat kon ik anders doen. Mensen overleven dingen als dit toch niet." Dingen als wat thomas? Wat heeft ons aangevallen?" Thomas kijkt verdrietig naar benden. " Mijn vader." "Maar wat kwam er dan tegen mijn hoofd aan?" " Ik duwde je de auto uit. Je hebt het niet gemerkt omdat het allemaal zo snel ging. Na dat ik je weg duwde stopte mama de auto en is meteen weg gerend ik zei dat ze naar huis moest gaan. Ik heb kamp halfbloed gebeld en we zijn uit eindelijk gered door een sater in de buurt." "Waarom duwde je mij de auto uit?" "Mijn vader sprak tegen mij in mn droom hij had mij een keus gegeven sterven met jou of ik zou je aan hem moeten overleveren. Ik koos om samen te sterven maar ik heb ons nog net kunnen redden." Dan komt Nico binnenlopen met een ontbijtje. Hij legt het op mijn bed neer en gaat aan de andere kant ernaast zitten. "Dus je hebt het haar verteld." Zegt Nico tegen mijn broer. Thomas knikt. "En ze weet ook wat dit betekend?" Ik kijk thomas verbaast aan gaat er dan nog iets gebeuren ofzo. Thomas kijkt staart naar de grond en Nico gaat verder met praten. "Zeus heeft toen hij jou bijna vermoordde een oorlog ontketend met hades. Wij zijn niet de meest geliefde hier op het kamp liv, als er een oorlog komt zullen de goden een kant kiezen hun kinderen ook en wij zullen er waarschijnlijk alleen voor komen te staan." Ik snap niet dat mijn broer dit niet meteen heeft verteld. "Zouden jullie even weg willen gaan? Ik wil even alleen zijn." Ze knikken allebei en lopen de kamer uit. Zou mijn Thomas voor mij kiezen of toch voor zijn vader? Nee dat kan toch niet hij koos voor mij toen we naar kamp halfbloed gingen. Dan zal hij vast ook nu voor mij kiezen, maar dat geld niet voor de rest van het kamp. Ik heb altijd al een hekel gehad aan de nieuwe. Iedereen staart je aan en heeft meteen al een oordeel over je, maar nu zal het nog erger zijn ze weten wie ik ben. Ik ben de dochter van hades zus van de zoon van zeus en het meisje waarmee al dit is begonnen. Er glijdt een traan langs mijn gezicht en ik wil weer gaan slapen, maar dan herinner ik mij dat er nog een bord met ontbijt op mijn bed staat. Nou eigenlijk staat er helemaal niks op het bord. Ik pak het vast met een hand, want de andere kan ik amper bewegen door dat mijn arm gebroken is. Ik leg het bord op mijn schoot en opeens verschijnt er een ei met spek op. Dat is vreemd nou net waar ik zin in had. Ik heb te veel honger om er over na te denken een eet het snel op. Net als ik klaar ben zie ik opeens een schaduw in de muur steeds groter worden en de vorm krijgen van een jongen. De schaduw komt steeds dichter bij en terwijl ik bang dieper onder mijn dekens kruip valt het bord met hard geluid kapot op de grond. De schaduw schrikt en springt op het bed van Nico. Als ik beter kijk zie ik dat het Nico is. Ik pak een van de kussens waar ik op lig en gooi het keihard tegen hem aan. Nou ik vind het keihard voor hoever ik kan gooien met maar een arm. " au!" Kreunt hij. "Waar was dat nou voor?" " Hoe bedoel je waar was dat nou voor. Ik kreeg bijna een hard aan val." Zeg ik boos. "Oooow" "Wat oooow." "Jij weet natuurlijk nog helemaal niks af van schaduw rijzen zegt hij." Ik had verwacht dat hij op zo'n moment wel zou lachen ofzo maar nee hoor hij staat er net zo serieus als eerst. "Schaduwreizen?" Zeg ik. "Ja schaduw reizen dat is een van de dingen die je kan als kind van hades." Opeens denk ik weer aan groep 5 toen ik nog gepest werd. Tijdens de pauzes wou ik dat ik in de muur kon verdwijnen. Ik snapte best dat sommige mensen niet naar mij wouden kijken, mij niet eens een blik gunnen maar dit was anders het was echt alsof niemand mij zag. Zou ik samen zijn gesmolten met de schaduw? "We kunnen ook doden oproepen." " Maar als ik jou was zou ik dat niet doen." zegt hij er nog snel achteraan. Ik draai mij om om weer te gaan slapen. Misschien zal mijn arm morgen genezen zijn.

Ik wou nog even zeggen heel erg bedankt dat jullie dit willen lezen.

Dochter van een godWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu