'Goedemorgen, zonneschijntje van me,' hoor ik mijn moeder zeggen terwijl ze binnen komt, 'het is tijd om je bedje uit te komen.' Ik draai me nog eens om en negeer haar. 'Bella, ik heb ontbijt voor je klaargezet beneden.' Weer doe ik alsof ik slaap. 'Bella?' Even is het stil. 'Bella, je komt er nu uit anders eet ik de wafels zelf wel op!'
'Ja, mam!' zeg ik net iets te hard.
Ik wurm mijzelf onder de dekens vandaan en loop naar de grote witte spiegelkast. Terwijl ik in mijn kast zoek naar leuke kleding, hoor ik mijn moeder onderweg naar beneden nog roepen dat ze dat ene topje in de kast heeft gelegd. Ik kijk tussen alle topjes en zie welke ze bedoeld. Ik kies snel wat leuks uit en loop naar beneden.
Ik zie het ontbijt staan en ben teleurgesteld en hongerig tegelijk. 'Is dit alles? Ik dacht dat je wafels had gemaakt!' zeg ik terwijl ik naar de tafel met gebakken eieren, bagels en afbakbroodjes kijk. Mijn moeder negeert me en gelijk heeft ze, ik hoef haar stem voorlopig niet meer te horen. Ik schuif snel een bagel, twee eieren en een broodje naar binnen en loop terug naar boven voor mijn make-up. 'We gaan vandaag voor de clean girl look.'
Als mijn make-up op heb, loop ik naar mijn luchtjes. Ik kan gewoon niet kiezen. Ik ga vandaag voor mijn Chanel luchtje, die ene met rozengeur. 'Mam! Ben klaar om te gaan!' roep ik naar beneden.
'Ja, snoetepetoetje van me! I was born ready!'
'Top' zeg ik terwijl ik naar beneden kom van de wenteltrap. Vroeger noemde ik onze trap een wentelteef trap. Ik snapte het woord wenteltrap nog niet helemaal en het woord 'wentelteefje' kende ik al wel. Een kinderbrein interpreteert dingen soms anders.
In de auto hebben we het over de toets die ik vandaag heb, Frans. 'Zeg is iets in het Frans'
'Je ne parle pas Français' zeg ik in mijn beste Frans.
'En wat betekent dat?'
'Ik spreek geen Frans.' zeg ik geïrriteerd. 'En dus ook niet goed genoeg voor de toets.'
De rest van de rit hebben we beide niks meer te zeggen. Ik denk dat we beide wat spanning voelde en dat het goed was dat we elkaar de rest van de dag even niet meer zagen.
Op school loop ik gelijk naar de meiden toiletten en werk ik nog even snel mijn make-up bij. Ik hoor de deur en kijk achterom. 'Heyy schattt' hoor ik Stacey zeggen.
'Heyy, jij ook hier?' vroeg ik haar, ook al had ik dat allang door. Ik kreeg geen reactie.
'Weet jij toevallig waar Jill is?' vroeg Stacey bezorgd.
'Nee, sorry. Niks gehoord ofzo.' Dan gaat de eerste bel en lopen we rustig naar het lokaal. Lokaal 118, een lokaal waar je liever niet bent. Het is er ALTIJD smerig, waardoor het ook ALTIJD stinkt. Ik walg ervan. Wanneer we binnen komen, pak ik meteen mijn luchtje en begin ik te spuiten.
'Gadver!' kucht Stefan. 'Kun je dat niet effe ergens anders doen? Je vergast iedereen!' Stefans geneuzel boeit me niet en ik ga gewoon door. Als de docent binnenkomt, stop ik snel mijn luchtje weg en loop ik naar mijn tafeltje.
De tweede bel gaat, maar er zit nog niemand voor mij en Stacey.
JE LEEST
Vrienden met de vijand
CasualeTwee meiden die eerst elkaars grootste vijand waren, groeien steeds verder naar elkaar toe