Hoofdstuk 1

2.5K 56 10
                                    

Merel pov

Met mijn benen opgetrokken en mijn handen verstopt in de mouwen van mijn trui zit ik op mijn bed tegen de muur aan. Mijn kamer is donker er komt alleen wat licht achter de gordijnen vandaan bij mijn raam. Beneden hoor ik mijn ouders tegen elkaar schreeuwen. Of nou ja, mijn vader schreeuwt vooral tegen mijn moeder. Ik kan niet verstaan wat hij zegt, maar ik weet dat het verschrikkelijke dingen zijn. Zenuwachtig en in een gekrompen wacht ik tot hij klaar. Tot hij weg gaat, naar de kroeg, of gaat slapen. De enige momenten waarop hij niet boos is op ons.

Ik word misselijk wanneer ik gestamp op de trap hoor. Bang kruip ik dichter in de hoek van mijn bed. Niet dat het veel zin zal hebben zometeen. Zijn handen zullen me toch wel vast grijpen. Hij zal me toch wel raken. Hij zal me misschien meesleuren, misschien hier laten. Misschien uitkleden, misschien me alleen tegen de grond slaan. Ik probeer mijn angst tranen in te houden, want ik weet dat dat het nog erger zal maken. 'NEE, DOE HET NIET' hoor ik mijn moeder schreeuwen, en dan klapt de deur open. Ik knijp mijn ogen dicht. Wachtend op wat er gaat komen.

Maar ik voel niks. Heel langzaam open ik mijn ogen weer. Mijn vader staat hijgend van woede voor me. Zijn ogen draaien. Hij is weer dronken. 'Vanavond nog, ben jij hier weg, ik wil je hier nooit meer zien, wanneer ik thuis kom zijn jij en je spullen hier weg, en je wil er niet achter komen wat er gebeurd als je hier vanavond niet weg bent' snauwt hij kokend. 'Ik wil jou nooit meer zien merel, en waag het ooit nog terug te komen'. Mijn adem stokt. Mijn vader stampt de kamer uit. Weg? Moet ik weg? Waarheen? Langzaam laat ik de tranen gaan. In paniek sta ik op en begin spullen bij elkaar te pakken. Ik weet ook niet wat ik mee moet, waar ik heen zal gaan.

Trillend pak ik mijn oude hockey tas. Ik begin er wat broeken, truien en vestjes in te proppen. Ook mijn haarborstel, wat foto's van mij en mama, mutsen, mijn oude Vans en mijn knuffel die ik van oma had gekregen toen ik klein was en net geopereerd, verdwijnen in de tas. Een paar maand later overleed ze, en waren alleen ik en mijn ouders nog over van mijn familie. Mijn koptelefoon hou ik uit de tas. Ik moet ergens heen, en ik heb geen auto of rijbewijs, dus het word lopen of op de fiets.

De deur gaat opnieuw open en even ben ik bang dat mijn vader zich bedacht heeft. Ik draai me verschrikt om en zie mijn moeder staan. Ze kijkt me verdrietig aan. Ik sla mijn armen om haar heen en begin zacht te huilen. 'Mama ik wil niet weg' zeg ik zachtjes. 'Weet ik lieverd, ik wil ook niet dat je gaat, maar misschien is het beter voor je, zo kan je vader je niks meer doen' zegt ze zachtjes. Ik merk dat ze ook bijna moet huilen. 'Maar mama, is de straat veel beter?' Zeg ik zachtjes. 'De straat, lieverd nee, ik zou je nooit laten gaan zonder dat ik wist dat je ergens heen kon' zegt ze. Ik kijk naar met een betraand gezicht aan. 'Ik heb je broer gebeld' zegt ze dan. 'Mijn broer? Bedoel je die achterlijke idioot die ons hier achter liet?' Zeg ik zachtjes. Ik veeg mijn tranen weg. Mijn broer ging weg zodra hij 18 was, hij is eigenlijk ook niet mijn broer, maar mijn half broer. Ergens kan ik begrijpen dat hij weg wilde zodra het kon, maar hij liet mij en mijn moeder in de steek bij mijn vader. Mijn moeder wil dat ik hem mijn broer noem, anders klinkt het zo afstandelijk. Grappig, want hij is ook afstandelijk, en heeft sinds hij weg is nooit meer iets van zich laten horen.

'Merel, doe nou niet zo, ik weet zeker dat hij om je geeft, toen ik belde en vertelde dat papa je op straat zette, zei hij dat hij er meteen aankwam, geef het een kans lieverd' zegt ze zacht. Ik laat mijn handen van haar af glijden en ga stuk verder met inpakken. Het is dat ik geen andere keuze heb, hij is de enige bij wie ik zou kunnen slapen. En mama heeft het al geregeld. Ik trek mijn zwarte muts over mijn hoofd en trek een blouse over mijn hoodie aan. Ik gooi nog wat spullen in mijn rugzak en sla die om. Dan kijk ik mijn moeder weer aan. Ze glimlacht zwakjes. 'Je weet dat ik je er niet heen zou laten gaan als ik dit niet vertrouwde' zegt ze zacht. Ik knik. Ik weet dat zij dit het beste vind. Maar ik haat hem gewoon. Hij heeft in die drie jaar nog nooit laten zien dat hij hij iets om me gaf, waarom zou hij dan nu ineens de beste grote broer uit gaan hangen.

'Kom, hij zal er zo wel zijn' zegt ze. Ik loop achter haar aan van de trap af. Wanneer we beneden zijn is er een pijnlijke stilte. Wat moet ik nu zeggen? Ik zou willen huilen. Ik weet niet wanneer ik mijn moeder weer zie. Ik weet niet wat mijn vader met haar zal doen zodra ik hier ook niet meer ben. Hij moet het op iemand afreageren, zijn agressie. Ik laat mijn tas vallen en knuffel mijn moeder stevig. 'Ik ga je zo missen mama' snik ik zacht. 'Ik jou ook lieverd, ik hou van je, onthoudt dat ja?' Zegt ze. Ik hoor aan haar stem dat ze nu ook huilt. Ik knik zacht terwijl ik mezelf dichter tegen haar lichaam aan druk. Ze slaat haar armen steviger om me heen. Buiten hoor ik de motor van een auto vlak voor ons huis uit gaan. Daar zal je hem hebben. Zacht zucht ik uit en probeer nog even te genieten van mijn moeder dicht bij me.

Hey June, hoeveel boeken ben je al begonnen maar heb je nog niet af? Ik: Ja. (En geloof me m'n drafts staat ook nog vol, dus als ik niet upload dan ben ik gewoon daar bezig met allemaal nieuwe verhalen)

Het spijt me, ik ben alweer een nieuw boek begonnen, maar ik zie heel veel boeken over zusjes van bankzitters en idk ik wilde het gewoon ook maken, maar dan wel zo realistisch mogelijk, dus... naja jullie gaan het zien.

Ik heb echt al heel veel hoofdstukken af dus de uploads zullen de eerst komende tijd wel redelijk steady zijn.

Nou geniet er van.

Stay Juned

Love jullieeeee xxxxxx

Mijn broer heet KoenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu