Na een tijdje staren trekt de soldaat mij omhoog. 'Doe normaal hufter.' Snauw ik naar hem. Geen reactie. Ruw sleurt hij me over de grond, echt niet dat ik mee ga werken. Met mijn vrije hand probeer ik het kleine pistool uit mijn rugzak te pakken. Omdat ik vanochtend alleen ging lopen vond ik het wel noodzakelijk om een geweer of pistool mee te nemen. Mijn hand graait naar niks, mijn rugzak is nog bij het beekje. Kort kijk ik achterom, in de verte zie ik mijn rugzak nog liggen. Het gevoel dat je iets moet pakken maar het niet kan is onverdragelijk! De soldaat merkt dat ik een vrije hand heb, behendig pakt hij mijn - voormalige - vrije hand en wurmt hem pijnlijk bij mijn andere hand. 'Waarom zou je me doden? Ben ik waardevol?' Grijns ik. Geen reactie. Dan ga ik maar uit van een ja.
Mijn heupbotten schuren over grind, drempels en over een koude stenen vloer. Het is knap dat die soldaat mij zo lang mee heeft kunnen sleuren. Kort open ik mijn ogen en zie dat we ergens binnen zijn. Het ruikt hier muf en er is geen zonnestraal te bekennen. De soldaat sleurt me door een ijzeren deur en laat me los. Ik wil opstaan en weg rennen, ik heb geen puf, het lukt niet. De soldaat loopt vlug terug en sluit de deur, een kleine lichtstraal van de lamp in de hoek is het enige wat ik heb. 'Hufter.' Schreeuw ik huilend. Verloren lig ik op de grond. Geen benul waar ik ben, geen benul wat er gaat gebeuren.
Na een lange tijd suf liggen besluit ik op te staan. Ik knipper een paar keer met mijn ogen, het is best donker en veel knipperen helpt mijn ogen sneller te wennen. De ruimte is ongeveer 4 bij 4 meter, er is een matras met een dunne deken in de linkerhoek en de kleine lamp aan het plafond daar boven. Plotseling schiet me iets te binnen; Brianna had nadat ik een pijl had afgeschoten met een paar soldaten gepraat, waarom pakte de soldaten haar niet op? Wat de reden ook zal zijn, nooit zal ze me hieruit helpen. Sloffend loop ik naar het matras en ga erop liggen. Het luikje in de deur gaat open en er wordt een dienblad doorheen gegooid, puree smotst op de grond en sap spuit tegen de muren. 'Bedankt.' Mompel ik met een ondertoon.
••
Al 4 dagen zonder hulp, zonder teken van ware vriendschap. Zuchtend sta ik op en loop naar de deur. Meestal als ik wakker word, wordt er een maaltijd door de deur gegooid. Dit keer wil ik tegenhouden dat ik alweer alles van de vloer moet eten. Als ik zacht getik hoor zet ik mijn voeten stevig op de grond, mijn armen onder het luikje en probeer ik een glimp van een schaduw op te vangen. Al snel gaat het luikje open en wordt het dienblad er 2 centimeter doorheen gedrukt, verder niets. Zo snel als ik kan vouw ik mijn vingers om het dienblad heen en trek het naar me toe. De persoon laat het dienblad gewoon gaan, geen nieuwe smots op de grond, geen nieuw plakkerig sap tegen de muren. Zacht leg ik het dienblad op de grond en begin te eten met mijn handen. Waarom werd het dienblad niet gegooid? Met moeite slik ik mijn eten door. Het is gepureerd maar met een droge keel gaat het niet bepaald goed. Vlug drink ik de helft van mijn pakje sap op en richt me weer op het onbekende gepureerde eten.
Rustig slik ik mijn laatste stukje puree door, het doet pijn om te weten dat iets wat ik zo graag wil er pas na een lange tijd weer is. Met mijn rug leun ik tegen de muur, doordat ik al een tijdje niet gegeten heb is mijn maag minder gewend, hij zit bomvol! Ik sluit mijn ogen en geniet van het moment, al is dat van korte duur. Harde geluiden suizen door de ruimte heen, volgensmij worden de sloten geopend. Een man storm mijn cel binnen en pakt mijn bovenarm vast, ik wil me verzetten maar het kan toch niet erger dan het al is. Rustig neemt de man mij mee, de frisse lucht en de koelte doet me goed, het voelt vrij. Zachtjes maar zonder gevoel stopt hij mij in een kamer en doet de deur opslot. Tegen de grootste muur aan zit een spiegel, waarschijnlijk een doorkijk spiegel. Zodra ik plaats neem op de stoel achter het eiken bureau galmt er een stem door "mijn" kamer heen. 'Op het bureau zie je een computer staan, hij is speciaal geprogrammeerd dus doe geen moeite om te ontsnappen.' De stem neemt een korte pauze terwijl ik met mijn vingers over het toetsenbord streel. 'Als je het beeld goed bekijkt kan je een patroon ontdekken, het patroon bestaat uit het sorteren van getallen.' Ik hoor een ritsel dat betekend dat de speaker wordt uitgezet. Is dit het? Blijf ik in deze ruimte? Wat moet ik met dat patroon doen?
Als de computer een geluidje maakt schrik ik op, pf, nog nooit ben ik zo diep in mijn gedachten gezonken. Sloom beweeg ik me naar het toetsenbord toe en bekijk het beeld nauwkeurig. '9....9.....9' mompel ik terwijl ik met mijn vinger langs de cijfers streel. Er zijn driehoeken gemaakt van alle cijfers, de hoogte van het getal bepaald hoe groot de driehoek is. Wat moest ik nu ook alweer doen? twijfelend sta ik op, ik ga voor de spiegel staan en druk mijn lippen op de spiegel. Mijn wangen blazen op en de spiegel beslaat door de warme lucht uit mijn neus. De deur vliegt open, een man in een rode overal komt binnen lopen. Vlug gaat hij richting de computer en kijkt naar het scherm. 'Is het goed?' Vraag ik als ik naast hem kom staan. Een afwezig knikje is het enige antwoord dat ik krijg. De man loopt vlug weer weg en al snel voel ik me weer eenzaam.
JE LEEST
The test
AdventureElk jaar moeten tieners van 18 jaar een test doen, het bepaald naar welk gedeelte van het land je wordt gestuurd. Niks karakter, emotie en familie, hier draait het om welke vaardigheid je hebt en of je iets kan betekenen voor het land. Heb je een g...