Hoofdstuk 1.

12 2 0
                                    

Ik speel wat met he broodje met kipfilet, sla en paprika in mijn handen. En om de paar minuten neem ik een hapje. Tot dat het om me heen rustiger wordt.
Ik kijk op. En zie da de badboys in de deur opening staan. De meisjes doen wat ze altijd doen, truitjes omlaag, borst vooruit, en verliefd naar hem staren.
Ik zucht. Ik raap mijn spullen bij elkaar, en sta dan op. Ik loop naar de deur opening en merj dat ik door een paar mensen wordt aan gestaard.
Als ik langs Erik, de baboy, kom, pakt hij me bij de schouder vast.
'Ik wil pap en mam zien.' Fluisterd hij.
Gelijk sta ik stil. Mijn ogen worden groter. Ik draai me om en ga voor Erik staan.
'Je weet het niet eens?' Vraag ik een beetje boos.
'Wat weet ik niet eens?' Vraagt hij verbaasd.
'Het zijn je ouders niet eens.' Zeg ik kil.
'Hoezo?' Vraagt hij.
'Hoezo?' Herhaal ik hem. Ik voel de woeden opkomen. Hij heeft me geraakt.
'Hoezo!' Roep ik nu.
'Omdat ze dood zijn!' Gil ik. Ik probeer mijn tranen in te houden. En zie dat Erik dat ook moet.

'Ze-ze zijn dood? Sinds wanneer?' Vraagt hij geschrokken en verbaasd.
Ik kijk hen boos en verdrietig aan. En de tranen stromen over mijn wangen.
'Kijk maar op hun graf. Als je teminste weet waar het ligt.' Zeg ik.

Ik voel dat de hele aula stil is en mee luisterd met ons gesprek.

Ik kan het niet meer houden en dus hem weg. Ik ren naar de deuren en sla ze open. Iedereen in de gang kijkt me verbaasd aan. En het zijn er nogal weinig, dus ja. Ik zie net dat Stella en de anderen de hoek om komen. Ik ren naar Stella toe die me verbaasd aankijkt als ze me ziet. Dan vlieg ik der in de armen.

'Meis, wat is er?' Vraagt ze bezorgt.
'Hij weet het.' Snik ik.
'Wat weet hij?' Vraagt ze. Ze laat me los en zet mevoor haar neer. Maar ze heeft haar handen op mijn schouders gelegt.
'Vertel het ons.' Zegt ze. Ik knik, en begin te vertellen.
'Ik liep langs Erik en toen pakte hij mijn schouder vast. Hij zeu dat hij mama en papa wou zien. Toej heb ik verteld dat ze dood zijn. En toen liep ik weg.' Zeg ik buiten adem.

'Meisje toch.' Zegt Finn en geeft me een knuffel.
'Je broer is gewoon een domme idioot.' Zegt hij.
'Je hebt gelijk.' Zeg ik en zucht. Ik veeg de tranen weg met de palm van mijn hand.
'Ik moet niet zonder jullie leven.' Zeg ik. En dan opeens krijg ik een groeps knuffel.

Ik loop naar huis. Langs de begraaf plaats. Ik geef er een snelle blik op.
Bij een graf zit iemand geknield. Het heeft een zwarte leren jas aan. En zwart haar. Ik hoef al niet na te denken om te weten wie dat is.

Sorryy voor het kleine hoofdstuk. Maar dan wordt het wat spannender voor jullie! (avril lach en wrijft haar handen op en neer). Maar voor de troost zet ik morgen het volgende hoofdstuk erop!

En morgen ga ik ook naar Pitch Perfect 2! En daar heb ik echt zo veek zin in.
En als julue denken dat ik daar alleen heen ga, dan heb je het goed mis.

Want ik ga daar heen met mijn zus! Jaja, die heb ik ook.

Weetje wat zo stom is? Een krantenwijkje! Echt. Ik heb er zo veel spijt van dat ik dat hen gekozen!

Maar ik ga, doeii en ik hoop dat je nig wel iets hebt aan dit hoofdstuk!!

EllieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu