Herkenbare woorden

622 14 3
                                    

Voorzichtig open in de deur, bang voor de ravage die ik ga aantreffen. Tot mijn verbazing tref ik eigenlijk helemaal niets aan. Er liggen geen kapotte spullen op de grond. Alleen slapende Matthy die in het bed ligt bevindt zich in de kamer. Voorzichtig loop ik op hem af. Ik geef hem een kusje op zijn voorhoofd en wrijf wat door zijn haar. "Hoe moet ik toch boos op je blijven." Fluister ik heel zachtjes, Matthy hoort het toch niet. Ik loop naar mijn eigen kant van het bed en laat een lange zucht lopen. Ik kleed me om en ga in het bed liggen. Hoe moeten Matthy en ik ooit gelukkig worden? Ik leg mijn telefoon weg. We hebben vanavond niet eens gegeten, niet dat ik trek heb ofzo. Ik wrijf in mijn ogen. Ik ben ook nog niet eens moe, maar ik moet morgen ook nog naar school. Hoe ik daar goed moet presteren is ook nog de vraag. Opeens voel ik twee armen om mijn middel en een warme adem in mijn nek. "Ik snap dat je boos op me bent, zullen we er morgen verder over praten?" Er gaat een rilling over mijn rug. "Oh ja is goed, maar uh ben je oké?" Matthy legt zijn hoofd op mijn schouder. "Ja, ja dat ben ik. Maar hè Fleur, zolang ik hier ben doet niemand je pijn okè?" Mijn ogen worden 10x zo groot, wat zei hij daar? Dat heb ik eerder gehoord. "Matt wat zei je daar?" Vraag ik. "Zei ik iets verkeerd?" Vraagt Matthy geschrokken. Ik schud mijn hoofd. "Nee laat maar." Volgensmij flip ik gewoon.

------------
Hoe kan het nou dat Matthy precies hetzelfde zegt als in haar droom? (hoofdstuk: '2e keer')

- Doolhof -Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu