Proloog

79 3 0
                                    

Credits voor de cover naar @natura1500

Dit zou een scheiding worden, dacht ik. De man met wie ik een relatie had, was weg. Weg uit mijn leven en weg uit mijn hoofd.

Het leek alsof het politiebureau een soort thuis was. Maar dat was het totaal niet. De politie verdachte mij ervan van moorden, drugs dealen, ontvoeringen, ...  Maar dat had ik niet gedaan. Die zin heb ik zo vaak gezegd tijdens mijn gesprekken met de politie.

Het interieur van het politiekantoor was strak en wit. Een politieagente met blond krullend haar, kwam naar me toe en gaf me een plastic bekertje met water. Ze had haar blauwe politiepak aan. Ik vond het pak te opvallend en het was moeilijk om naar te kijken.

"Gaat het?" vroeg de vrouw. Ze had een zachte stem.

"Zou jij het leuk vinden als je man drugs dealt zonder dat je weet?" zei ik tegen haar, "en je wordt beschuldigd van dingen die je niet hebt gedaan?" vervolgde ik. Ja, mijn man was een drugsbaron. Ik voelde me rot.

"Ja,..." zei ze. Ze kon niets uitbrengen op mijn vraag.

Ik wou hier weg maar ik moest nog een verklaring afleggen.

De vrouw ging zitten op de witte stoel achter de tafel. Haar collega met ros haar, kwam en ook hij ging achter de tafel zitten. Nog een stom politiepak.

En toen begon het moeilijke gesprek over de man die een partner in mijn leven was, maar die tijd was nu echt wel vervlogen. Hij had leugens gebruikt. Hij had zijn job stiekem gedaan. Zijn vertrouwde snor leek opeens heel anders.

Ik dacht eerst dat het gewoon een charmante man was maar blijkbaar was dat heel anders. Op zijn werk was hij ondoordringbaar. Op zijn werk was hij zo anders. Anders dan hoe ik hem kende.

"Op wie kon je vertrouwen en met wie kon je praten?" vroeg de man met het rosse haar. Hij legde zijn haar goed maar dat lukte niet echt want juist daardoor lag zijn haar warrig.

 "Ik kon steunen op mijn beste vriendin Maria,"zei ik kort. Ik wilde niet te veel details geven want het was nog altijd privé.

Hij nam de afstandsbediening van de airco en zette hem aan. Er kwam een zoemend geluid uit en dat was irritant. Het leek alsof er de hele tijd een bij aan mijn oor zat.

De posters aan de muur waren aan het wapperen. Op één van de posters stond :"Heb je nood aan een gesprek? Bel dan het nummer van Awel. Het nummer is 102. Awel, dat lucht op." 

"Wat gebeurde er als je het geheim van hem te horen kreeg door Jonas?" zei de agent.

De lucht van de airco deed mijn bruine haren wapperen.

"Ja, Jonas, het was zeker niet tof op dat moment toen hij zijn ware aard en het masker van het gezicht van John haalde en toen wou ik hem vermoorden. Een verrader voor John maar een soort van vriend voor mij. Maar meer is het ook niet. John vluchtte meteen uit zijn schuilplaats naar het buitenland. Hij had me toen een paar berichtjes toen gestuurd naar mij en Jonas. Zoals "Bloody greetings from Paris" terwijl hij helemaal in Canada was. Hij stuurde ook een foto door van een steegje waar een plas bloed op de betonnen grond lag. En zo ging het nog door. Ik was te dom om geen schermopname van mijn gesprekken met John want hij heeft al zijn berichtjes verwijderd. Maar zijn sms'jes zaten nog steeds in mijn geheugen. Mijn geheugen moet van die berichtjes af maar het ging nog steeds niet. En Jonas had mij ook berichtjes gestuurd. Elke dag stuurde hij mij "Sorry" of "Het spijt me" maar ik liet me niet vangen. Dat deed ik nooit en ik doe het nog steeds. Fuck, waarom doe je dit nu, dacht ik. Ik stuurde hem toen meteen weg. Hij kwam bij me smeken om vergeving. Ik luisterde daarna nooit meer naar zijn smeekbedes," zei ik verdrietig omdat hij dood was.

"Alles liep toen fout. Ik wist niet wat ik toen moest denken. Ik wist niet wat ik moest doen. Uiteindelijk heb ik niks gedaan en dat was het beste want anders kwam ik in de problemen," zei ik en ik moest huilen.

"Ik wil hem nu wel vergeven maar dat gaat niet omdat hij overleden is," zei ik met betraande ogen.

De agente gaf me een verfrommelde zakdoek maar ik stak hem meteen in mijn zak want ik had er geen nood aan.

Er ging een deur open en de commissaris kwam uit zijn kantoor. Hij drukte op het groene knopje van het koffiezetapparaat en hij zette zijn mok eronder en er kwam koffie uit. Hij ging terug zijn kantoor in.  Het gesprek ging nog een hele tijd door. 

Na het gesprek mocht ik naar huis dus pakte ik mijn groene  fiets en ging naar huis. Tijdens de rit dacht ik aan John maar John is nu eindelijk een afgesloten hoofdstuk en we moeten allemaal verder met ons leven. Ik kon niet blijven stilstaan. Ik moest door. 

Ik ben Sarah Timmermans en dit is mijn levensverhaal.

Sarah (DUTCH) ✔️ | Boek 1Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu