Hoofdstuk 23

1K 15 3
                                    

"It's a beautiful day, the sun is shining and it feels good and nobody is gonna stop me now, nooo." Zingend stormt Sara mijn kamer binnen en gooit mijn deur volledig open. Net voordat ze mijn kamer binnen kwam trok ik een t-shirt over mijn hoofd heen. "Ook goedemorgen." Grijnzend kijkt Sara me aan en doet dan de deur van mijn slaapkamer achter haar dicht. "Ben je klaar voor vandaag?" Sara laat zich op het bed naast me ploffen en kijkt me vragend aan. "Uh, jawel. Ik heb alleen ontzettende hoogtevrees, dus ik vind het echt mega spannend." "Ach, komt wel goed joh, dit kan jij." Stelt Sara me gerust en ik ga tegenover haar op mijn bed zitten. Het plan van vandaag is om naar een groot klimbos te gaan. Ik heb al zo lang ik weet al hoogtevrees, dus ik vind het echt verschrikkelijk om zo hoog in de bomen te moeten klimmen over van die kleine houten blokjes. Ze zeggen wel dat je heel goed vast zit, maar toch vertrouw ik het niet altijd helemaal. 

"En jij, heb jij er een beetje zin in?" "Oh, ja zeker ik kan echt niet wachten. Ik heb echt zin om te klimmen." Enthousiast houdt Sara haar handen alsof ze in de lucht gaat klimmen. "Wat ben jij druk zeg, zo vroeg in de morgen." Merk ik op aan de energie van Sara. Ze zit nog net niet te stuiteren op het bed voor me. "Waar haal jij al die energie vandaan?" Sara haalt haar schouders op en kijkt me dan grijnzend aan. "Heb je zo goed geslapen ofzo?" Vraag ik onschuldig. "Nou, ik moet eerlijk zeggen dat ik niet zo veel heb geslapen, als je begrijpt wat ik bedoel." "Sara, dat hoef ik nou ook weer niet te weten, wat jij met Sam doet." Klaag ik en leg mijn handen tegen mijn ogen aan. Ik ben echt een beelddenker en dat is echt niet handig in deze situatie. Ik ben wel echt heel blij dat mijn kamer ver van hun vandaan zit. Ik hoef die dingen die zij in hun kamer doen niet te zien of te horen. "Zou jij ook eens moeten doen?" Geschrokken kijk ik Sara aan. "Wat zeg je?" "Je weet heel goed waar ik het over heb. Misschien wel met die lover van je." Sara beweegt haar wenkbrauwen en ik pak het eerste voorwerp dat dichtbij mijn hand ligt. Mijn kussen vliegt door de kamer heen, recht in het gezicht van Sara. "Hé!" Roept ze terug, nadat het kussen al op grond is gevallen. "Ja, het kan toch." Verontwaardigd kijkt ze me aan en ik haal mijn schouders op. "We zien het wel." Zeg ik en eindig daarmee het gesprek.

Na het ontbijt hebben we onze spullen gepakt en lopen we naar buiten, waar de zon al weer lekker aan het schijnen is. Zo als het er nu uit ziet, wordt het vandaag weer prachtig weer. Dat is ook wel aan de vogeltjes te horen die vrolijk aan het zingen zijn in de bomen die rondom het huis staan. Ik word er gewoon helemaal vrolijk van. Ik zie Matthy al bij zijn auto staan met zijn rugtas over zijn schouder heen geslagen, als hij de achterklep open doet. Hoe kan het dat hij er vandaag weer zo goed er uitziet? Ik vraag het me elke ochtend weer af. Voor mijn gevoel is hij niet echt iemand die mega ijdel is en heel veel aan zijn uiterlijk doet. Maar wat hij wel doet, doet hij wel goed, want oh wat ziet hij er weer aantrekkelijk uit vandaag. Ik ga dat gevoel niet eens meer tegen houden, hij is gewoon mega knap. Vandaag heeft hij een blauwe korte broek met een simpel wit t-shirt er boven. Zo simpel maar het staat hem zo goed.

Automatisch loop ik naar zijn auto toe en Matthy begroet me met een grote glimlach. "Hey, ga snel voorin zitten, dan kan Rick daar niet zitten." Snel doe ik wat Matthy zegt en stap in bij de passagiersdeur. Ik maak mezelf comfortabel in de stoel en doe mijn riem alvast om. Ondertussen gooit Matthy de achterklep weer dicht en komt naast me in de auto zitten. "Die gozer wilt nooit achterin zitten, maar nu moet hij wel." Lacht Matthy en ik schud lachend mijn hoofd. "Oe, daar komt hij aan." Zegt Matthy en niet veel later zie ik een schaduw dichterbij komen. "Hé, waarom zit jij op mijn plek!" Roept Rick verontwaardigd als hij de deur opengooit en er achterkomt dat ik op de stoel zit. Lachend kijk ik hem aan en haal mijn schouders op. "Dan moet je de volgende keer iets sneller zijn, Ricky." Zeg ik lachend en steek heel kinderachtig mijn tong uit mijn mond. Een diepe zucht verlaat de mond van Rick die me heel teleurgesteld aan kijkt en dan de deur met een harde klap dichtgooit.

"Is het zo grappig?" Geïrriteerd stapt Rick achterin in de auto als hij ons allebei ziet lachen. "Ja." Zegt Matthy enkel en draait zich weer om in de stoel om de auto te starten. Matthy rijdt het pad af en we volgen Sam die voor ons rijdt naar het klimpark. "Hebben jullie hoogtevrees?" Vraag ik als ik mijn hoofd tegen de hoofdsteun van de stoel aan duw. "Jupp." Ik draai mijn hoofd naar links en zie Matthy knikken. "En niet zo'n beetje ook." Hoor ik achter me gezegd worden. "Is het zo erg?" Vragend kijk ik Matthy aan. "We gingen een keer naar een oude toren met school en we gingen helemaal naar boven toe. En Matthy stond helemaal te trillen van de spanning toen we boven waren en de toren bewoog doordat er best wel wat wind stond." Vertelt Rick enthousiast om Matthy te plagen. "Nou zou ik eens wat vertellen. Ik heb ook ontzettend veel last van hoogte vrees, dus je bent niet de enige Matthy." Ik leg mijn hand kort op zijn arm en Matthy kijkt me met een korte dankbare blik aan. "Ahw, wat zijn jullie toch schattig samen." Snel haal ik mijn hand weg en met een blozend gezicht ga ik weer recht in de stoel zitten. Spelend met mijn vingers kijk ik naar mijn nagelriemen die opeens heel interessant zijn geworden. De velletjes die los zitten, pluk ik uit mijn huid, maar daar heb ik al snel spijt van. Het doet altijd heel veel pijn achteraf als je zo'n velletje weg hebt gehaald. Mijn vingers laten elkaar los en mijn blik valt op mijn pols, waar eerst de blauwe plekken waren te zien. Op dit moment zijn ze niet meer blauw maar gaan ze meer richting de kleur groen/geel. Vanochtend toen ik in de badkamer me klaar stond te maken, heb ik even staan twijfelen. Ik wist niet zo goed wat ik moest doen. Uiteindelijk heb ik besloten om mijn pols gewoon zo te laten. Geen zin meer in die make up en al die stress die er nog bij komt kijken. Het maakt me op dit moment allemaal niet meer uit wat andere ervan denken.

Een klein half uurtje later komen we aan bij de parkeerplaats van het klimpark waar Matthy de auto parkeert. We wachten totdat de groep weer helemaal compleet is en dan lopen we het klimbos binnen. Als ik om me heen kijk zie ik eigenlijk alleen maar bomen en daar tussen in allemaal touwen gespannen die parkouren moeten voorstellen. "O my gosh, het is echt heel hoog." Mompel ik meer tegen mezelf dan tegen de andere. Ik kijk omhoog en zie dat de plateaus heel hoog in de bomen zijn gemaakt. Ik voel nu al de spanning in mijn lichaam komen als ik inbeeld dat ik daar zometeen op moet gaan staan. In de verte zie ik al een paar mensen in de touwen klimmen met helmen op hun hoofd en een harnas om hun lichaam. Het ziet er echt zo makkelijk uit als je hun ziet klimmen, het lijken net aapjes in een boom, maar als je het zelf moet doen is het veel lastiger.

Een instructeur komt al snel naar ons toe gelopen om ons uitleg en instructies te geven. Hij laat ons eerst zien waar we ons tassen mogen opbergen en daarna lopen we naar een ruimte waar de helmen en harnassen liggen. "Jullie mogen allemaal een helm uit komen zoeken en een harnas." De man gebaard naar het grote rek vol helmen en harnassen en laat ons er 1 pakken. 

Met een beetje moeite heb ik na een paar minuten het harnas goed zitten. "Zo, dit is al een hele workout." Een diepe zucht verlaat mijn mond als ik weer rechtop ga staan. De gespen die ik vast moest maken, leken wel verroest, ze gingen echt heel moeilijk vast. Gelukkig met een beetje hulp van de man van het klimbos is het toch eindelijk gelukt. Ik zet nog even zo'n hele mooie vel oranje helm op en dan ben ik helemaal klaar om te gaan klimmen.

"Au. Wie was dat?" Uit het niets voel ik een klap op mijn helm en duik weg. Ik draai me om te kijken wie die klap veroorzaakte en zie Matthy daar staan met een serieuze blik in zijn gezicht, maar de arm die hij net bewoog verraad hem. "Wat?" Vragend kijkt hij me aan. "Ik weet wel dat jij het was." Met mijn vinger wijs ik naar hem en dan naar mijn helm. "Die op mijn helm sloeg." "Ik was het niet." Met zijn handen omhoog, kijkt Matthy me onschuldig aan. Ik sla mijn armen over elkaar heen en leun op mijn linkerheup. "Wie dan wel?" Vragend kijk ik om me heen en beide zien we dat de rest nog heel druk bezig is met helmen opzetten en de harnassen goed doen. Met mijn ogen een beetje dichtgeknepen kijk ik hem aan en ga dichterbij hem staan, waardoor Matthy begint te lachen. "Ik wist wel dat jij het was." Roep ik en sla met mijn  hand op zijn helm om hem terug te pakken. "Hé." Matthy slaat nog een keer terug en waarna hij mij kietelt in mijn zij. "Ahw, je kan niet tegen kietelen." Roept Matthy lachend en ik maak allemaal rare bewegingen om hem te laten stoppen. "Matthy, stop." Lachend probeer ik zijn armen weg te halen, maar ik ben te slap door het lachen.

"Hé, tortelduifjes komen jullie ook nog?" Matthy stopt gelijk met kietelen en we draaien ons om naar Rick die als enige nog bij het rek met helmen staat. We waren zo druk bezig met elkaar dat we niet doorhadden dat de rest al verder is gelopen. Blozend kijk ik naar mijn hele mooie schoenen, die plotseling wel heel interessant zijn geworden. "Kom we gaan." Hoor ik Matthy zeggen en nog geen seconde later voel ik een klap op mijn helm. "Hé!" Roep ik maar Matthy is al van me weggerend. Hoofdschuddend loop ik achter hem aan. "Ik krijg jou nog wel!"

Better Together/ Matthy het Lam Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu