Hoofdstuk 1 ~ Praeclara

408 25 6
                                    

De boete

Ik probeerde met de kam door de knopen in mijn haar te komen. 'Lukt het een beetje?' Mijn vader keek me over mijn schouder aan. Zijn glimlach deed de warmte in mij weer een beetje gloeien. 'Ik word nog eens kaal door die zee,' antwoordde ik lachend. Zijn voetstappen verwijderden zich en ik gooide opnieuw water over mijn hoofd. Deze avond was een van de weinige waarop mijn vader eerder thuis was. Ik zou hem niet gaan verpesten door te zeuren. Als die knopen nou eindenlijk uit mijn haar gingen, dan kon ik iets voor hem gaan doen. Hij werkte de hele dag, ik kon hem niet ook nog met koken belasten. Mijn vader keerde terug met een stoel. 'Kom eens zitten.' Ik zakte zwijgend neer op de stoel en gaf de kam aan hem. Ik had al vaak genoeg geprotesteerd om te weten dat hij zich er toch niets van zou aantrekken, hij wilde mijn haar altijd kammen. Sinds de dood van mijn moeder was hij de enige die nog iets om ons uiterlijk gaf. Met zachte streken kamde hij door mijn haar en zijn handige vingers haalden de knopen er snel uit. 'Kracht is niet altijd de oplossing.' Hij knipoogde naar me en klopte op mijn schouder. Een zacht gefluisterd 'bedankt' achtervolgde hem, maar hij was al weg. Ik liep naar mijn kamer en trok een andere trui aan. Mijn zusje kwam aanlopen. Ik knielde voor haar neer. 'Heb je zin in vis?' Ze wreef in haar ogen en verborg haar gezicht in mijn haar. 'Ik ben bang, Rosette.' Een zucht glipte uit mijn mond. 'Je weet dat ik niet wil dat je me zo noemt. Mijn naam is Sky, oké?' Ze schuifelde weg en ik bleef gehurkt achter.

Na een paar keer proberen wist ik het vuur eindelijk aan te krijgen. Ik hing de grote pan boven het vuur en liet de vissen in het water glippen. 'Ik vind ze lekkerder als ze rauw zijn.' Mijn zusje sloeg haar armen over elkaar en kroop op mijn schoot. 'Zullen we ze morgen dan rauw eten? Na de boete?' Ik sloeg mijn armen om haar heen. 'Dan neem ik je mee naar het strand, en dan mag jij verdwaalde krabben verzamelen, terwijl ik vissen voor jou vang. 's Avonds is er een heel mooie zonsondergang op het strand. Heb je die wel eens gezien?' Ze schudde haar hoofd. 'Nou dan kunnen we samen naar de zonsondergang gaan kijken.' Ik hoorde de trilling in mijn eigen stem. Hoewel ik nu probeerde haar te kalmeren, was ik zelf alles behalve kalm. Wie hield ik ook voor de gek, ik had er ieder jaar weer moeite mee. Mijn naam zat dit jaar al 4 keer in de trekkingsbol. Het was niets vergeleken met andere kinderen, die vaak voedselpakketen moesten aannemen om het jaar door te komen. De naam van een meisje uit mijn klas zou al 32 keer in de bol worden gestopt. En ze was pas 15. Maar toch verdween de sluipende angst om getrokken te worden niet. Het enige wat ik ertegen kon doen was het negeren, want mijn angst leek niet vatbaar voor redelijke argumenten. 'Ik ben bang, Sky. Mijn naam zit er 2 keer in. Wat als ik getrokken wordt?' Een stilte vulde de kamer. 'Het zijn maar 2 briefjes, tussen duizenden, jouw naam wordt niet getrokken Lise, dat kan niet.' Het mocht niet. Als haar naam getrokken werd zou dat haar dood betekenen. Ze was pas dertien en nog klein voor haar leeftijd ook. Bovendien kon ze niet eens zwemmen. 'En zelfs al word je getrokken, dan nog zijn er de vrijwilligers.' We waren immers een beroepsdistrict. Niet dat we vaak wonnen, de winst ging bijna altijd naar de eerste twee districten. Maar de kinderen uit district 4 overleefden meestal het eerste bloedbad wel en vaak brachten ze het zelfs tot de laatste zes. Lise zweeg en nestelde zich op mijn schoot. 'Wil je morgen mee naar papa?' Ze veerde op. 'Mag ik mee?' Haar lippen krulden en ze keek me verwachtingsvol aan. 'Ja, je bent al een grote meid nu.' Ze glimlachte en drukte haar gezicht weer tegen me aan. 'Dankje, dankje, dankje!' Ik sloot mijn ogen en streek over haar rug. 'Ik hou van je.'

Ik opende mijn ogen, gewekt door het felle zonlicht. Naast me klonk de rustige ademhaling van Lise. Ik sloeg de deken voorzichtig van me af en kwam overeind. Mijn blote voeten raakten de houten vloer en voerden me naar de badkamer. Ik gooide zwijgend wat water in mijn gezicht en kamde mijn haar. Ik keek op en schrok van mijn spiegelbeeld. Het meisje in de spiegel zag er moe uit, afgeleefd. Was ik dat? Ik leek totaal niet meer op foto's van vroeger. Daar stond ik altijd op met rode wangen en een brede glimlach. Ik zuchtte en legde de kam neer. Het was teveel. Alles werd teveel. Negen jaar na het ongeluk van mijn moeder, en ik mistte nog steeds het gevoel van haar armen om me heen. Op het moment dat ik terug wilde lopen raakte het me. Vandaag was de dag van de Boete. Vandaag bestond er weer een kans dat ik naar de Hongerspelen zou moeten. Of nog erger, dat Lise naar de Hongerspelen zou moeten. Voor elk van ons beiden zou het de dood bekenen. Met nog een handvol water spoelde ik de tranen van mijn gezicht. Ik moest volhouden, nog één dag. Voor haar. Voor haar en voor papa. Ik liep terug naar de kamer en trok voorzichtig het laatje van mijn kast open. Onder allerlei doeken lag hij. De broche die ik eens per jaar opspelde. Hij was van mijn moeder geweest, vroeger. Mijn vader had hem aan haar gegeven toen ze vijf jaar getrouwd waren. Er stond een klein boompje op, symbool voor hun kleine winkeltje dat ons in leven hield. Ik trok een rode jurk over mijn hoofd en speldde de broche op. Ze zou bij me zijn, hierbinnen. Ze zou me de kracht geven die ik vandaag nodig had. Ik streek even over de broche en liep terug naar de badkamer.  Ik draaide mijn haar in een knot en keek naar mezelf in de spiegel. Mijn wangen kregen hun oorspronkelijke kleur weer terug. Ik zou het volhouden met hulp van mijn moeder. Vastberaden draaide ik me om en liep naar het bed. 'Lise? Wakker worden, we moeten naar papa.' Terwijl ze zich aankleedde en haar haar deed, wachtte ik in de kamer. Ik opende het laatje nog een keer en streek over de zachtte stoffen, toen ik opeens een pakketje ontdekte. In mijn haast om de broche te vinden, had ik het niet gezien. Glimlachend vouwde ik het open. De zoete geur van suiker kwam me tegemoet. Ik vouwde het weer dicht en liet het in een van mijn zakken glijden. Lise kwam teruglopen. 'Klaar?' Ze knikte. Ik pakte haar hand en kneep er zacht in. Tijd om te gaan.

Spelen om nooit te vergeten.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu