Zijn armen liggen stevig om haar middel. De koude wind prikt in haar ogen en wangen en onder hen schieten duizenden lichtjes voorbij.
Ze droomt. Ze droomt over die avond twee maanden geleden, toen Cameron haar naar huis bracht met zijn magie over lucht en wind. Was het echt nog maar zo kort geleden? Ze zou er alles voor geven als dit moment echt was.
'Niet te geloven dat ik dit maar één keer met je heb gedaan,' zegt Cameron vlakbij haar oor, ze voelt de warmte van zijn wang die de hare net niet raakt. 'We hadden dit veel vaker moeten doen toen het nog kon.'
'Dan moeten we er gewoon voor zorgen dat het in de toekomst weer kan.'
'O? Bedoel je dat je vaker met me op een date zou willen?' Cameron lacht plagend. Ze had dat geluid gemist.
'Een date? Je bedoelt die zakenborrel waar je verplicht een date mee naar toe moest nemen? Die saaie avond waarvoor je niemand anders had om te vragen?'
'Zo was het niet.'
'Natuurlijk wel. Elize en jij hadden het net uitgemaakt en Myrthe was te verlegen voor zo'n sociale gelegenheid.'
'O, Robyn,' zegt Cameron met een zucht, maar het klinkt niet geïrriteerd.
'Wat is nu het mooiste wat je hebt gezien op al je vluchten?' verandert Robyn van onderwerp. Ze kan de Martinitoren nu zien in de verte, wat betekent dat ze bijna thuis is.
''s Nachts is de Randstad het mooiste, een gigantische lappendeken van lichten, met snelwegen die als lichtslierten door het donker gaan. Maar overdag kies ik de Alpen.'
Robyn draait zich verrast om, waardoor haar neus bijna zijn gezicht raakt en ze leunt vlug achterover om afstand te creëren. 'Je bent naar de Alpen geweest?'
'Natuurlijk. En naar Rome. Als ik binnen een kwartier van Utrecht naar Groningen kan vliegen, waarom zou ik de rest van Europa dan niet ontdekken?'
'Waarom heb je ons dat nooit verteld?! Dat is echt... echt... geweldig! Bedenk je eens wat we allemaal kunnen doen samen!'
Cameron grijnst. 'Ik wilde dat het een verrassing bleef. Als Myrthe en Mitchell geslaagd waren voor hun stage, wilde ik jullie allemaal meenemen naar Parijs.'
Robyns opwinding verdwijnt op slag. Direct is ze terug in de werkelijkheid. 'Myrthe en Mitchell hebben hun afstudeerstage opnieuw afgebroken.'
Camerons grijns sterft weg. De lucht lijkt zwaarder en donkerder en het zou Robyn niets verbazen als er nu opeens een draak aan kwam vliegen om deze droom in een nachtmerrie te veranderen.
Van de ene op de andere seconde zijn ze ineens boven haar huis, zoals dromen wel vaker onlogisch zijn. Toch voelen de details levendiger dan anders, zoals de koude wind die door de dunne panty onder haar jurkje dringt en haar hakken die in de kunststof van haar dak wegzinken als ze van de plank stapt. Ze loopt richting haar slaapkamerraam.
'Robyn? Wil je nog even blijven?'
Ze draait zich naar hem om. Zijn ogen zijn zilverkleurig doordat hij zojuist zijn magie heeft gebruikt en ze leest er een pijn in die ze nooit eerder heeft gezien. Een pijn die niet bij zijn leeftijd past. Hij heeft zijn handen in zijn zakken gestoken en zijn schouders opgetrokken, waardoor hij opeens heel ongelukkig en breekbaar lijkt. Robyn krijgt de neiging om haar armen om hem heen te slaan en hem tegen zich aan te drukken, een gevoel dat ze niet snel ervaart. Ze haat het om mensen aan te raken, om intiem met iemand te zijn, ze voelt zich zelfs ongemakkelijk als iemand even een hand op haar arm legt.
'Natuurlijk.' Ze gaat op het dak zitten, ook al betekent dat dat haar jurk vies wordt; ze geeft niet veel om kleren. Cameron gaat naast haar zitten. Even is het stil tussen hen.
'Het spijt me ontzettend,' zegt hij dan.
'Wat?'
'Je weet wel wat ik bedoel,' fluistert hij. 'Ik kan het niet eens uitspreken.'
Ze pakt zijn hand zonder hem aan te kijken. Dit is immers een droom, en in dromen vallen grenzen weg. Ze voelt Cameron naast zich verstijven, maar als hij over de verrassing heen is, knijpt hij in haar hand.
'Ik weet dat je je belofte niet wilt nakomen,' zegt Cameron dan. 'En ik snap het ook. Het zou je kapot maken.'
Robyn hoeft niet te vragen welke belofte hij bedoelt.
'Ik wil jullie geen pijn doen, Robyn. Absoluut niet. Maar je redt het wel. Je bent sterk. Je komt eroverheen. Uiteindelijk.'
Robyn reageert niet. Ze voelt Camerons vinger plotseling onder haar kin als hij zijn gezicht naar haar toedraait, net zoals op het bal van Virgil, toen hij haar ten dans vroeg.
'Ik gooi je van het dak af,' zegt Robyn dreigend, half als grap en half serieus.
Cameron laat haar gezicht los, maar alleen om ook haar andere hand vast te pakken. Vreemd genoeg voelt zijn aanraking helemaal niet ongemakkelijk, maar juist aangenaam. Ze moet hem wel heel erg missen.
'Je hebt al zoveel vrienden verloren,' zegt Cameron zacht. 'Je voelt je schuldig omdat je ze niet kon redden. En nu wil je alles doen om mij te redden. Maar Robyn, je redt me juist als jij, Myrthe, Mitchell of Charissa me doodt. Elke dag wordt er een stukje van mijn ziel vernietigd. Elke dag blijft er minder van me over. Het is alsof ik... alsof ik verdwijn.' Hij sluit zijn ogen, alsof hij een moment nodig heeft om zijn emoties onder controle te krijgen, en opent ze dan weer. 'We hebben al zoveel afschuwelijke dingen meegemaakt en ik wil jullie niet opnieuw een trauma bezorgen. Maar je bent sterk. Je zult weer gelukkig zijn, dat weet ik zeker.'
'Het is maar een droom,' zegt Robyn. 'Waarom zou ik je iets moeten beloven?'
'Wie zegt dat dit alleen maar een droom is?'
Robyn maakt een handgebaar naar het dak, haar donkerblauwe jurk, zijn pak.
'Natuurlijk is dit een droom,' zegt Cameron. 'Maar wij hebben een magische connectie. Dus hoe weet je dat ik niet echt ben?'
JE LEEST
#3 Roep van de wind
FantasyDe magische strijd nadert zijn ontknoping. Robyn en haar vrienden hebben de meeste vijanden verslagen. Alleen Isabella is nog over; de gevaarlijkste magiër van allemaal, degene die in staat is om anderen hun wil op te leggen. Ze heeft Cameron al in...