Hoofdstuk 3

1 1 0
                                    

Robyn valt op haar knieën, terwijl het vuur verdwijnt. Tranen vertroebelen haar zicht. Ze durft niet te kijken, maar ze moet wel. Ze moet weten of ze haar vriend zojuist heeft vermoord.
Hij ligt nog op dezelfde plek. Zijn kleren zijn op meerdere plekken weggebrand, zijn armen, benen en rug lijken zwaar verminkt. Ze kan zijn gezicht niet zien, die is naar de grond gericht.
'Haal Myrthe uit het water!' gilt Robyn naar Charissa, terwijl ze naar Cameron toerent. Als ze hem bereikt, steekt ze een trillende hand uit. Probeert al haar moed te verzamelen om hem om te draaien en te zien of hij nog leeft. Haar vingers zijn nog enkele centimeters van hem verwijderd, als haar pols wordt vastgegrepen. Cameron heft zijn gezicht op, een gezicht vol brandblaren, maar zijn ogen nog net zo roodgloeiend als altijd. Hij lijkt wel een roofdier als hij naar haar grijnst, Robyn ziet een glanzend lemmet op haar afkomen.
Een ijsschots knalt tegen Camerons hoofd en hij valt opnieuw. Een boom schiet uit de grond omhoog, takken trekken zijn roerloze lichaam omhoog en binden zijn handen en voeten vast, zodat hij ze nog onmogelijk kan bewegen.
Myrthe komt hijgend uit het water gelopen, doornat en met bloed dat in haar haren stroomt. Mitchell strompelt naar hen toe, ondersteund door Charissa. Hij glimlacht zwakjes naar haar. 'Geen zorgen, ze heeft me genezen.'
Myrthes achterhoofd gloeit nu paars op, wat betekent dat Charissa ook haar hoofdwond heelt.
'Charissa, kun je... kun je alsjeblieft-.' Meer kan Robyn niet uit haar keel krijgen, ze huilt alleen maar. Het is ondraaglijk om Cameron zo zwaargewond en verminkt te zien door haar magie.
Charissa klemt haar lippen op elkaar, maar ze doet meteen wat Robyn vraagt. De verbrande huid trekt dicht en krijgt de normale kleur terug. Pas als de brandwonden genezen zijn, lukt het Robyn weer om normaal adem te halen. Myrthe slaat een arm om haar heen terwijl ze toekijken.
Het is vreemd om Cameron op deze manier te zien, weerloos en met zijn kleren op meerdere plekken weggebrand. Doordat zijn ogen dicht zijn, lijkt hij pijnlijk veel op zichzelf. De realiteit dat ze hun vriend hebben vastgebonden, komt daardoor nog veel harder aan.
'Ik ga zijn hoofdwond niet genezen,' zegt Charissa terwijl ze naar hem toeloopt. 'Die heeft hij verdiend.' Ze geeft hem een klap tegen zijn wang. En nog één. 'Wakker worden, Cam, we hebben lang genoeg op je gewacht.' Ze schudt hem door elkaar.
'Charissa, alsjeblieft,' zegt Robyn smekend.
Ze ziet het gloeiende rood zodra hij zijn ogen opent, wat het plaatje van haar oude vriend direct aan gruzelementen slaat en haar confronteert met de waarheid.
Camerons blik gaat naar Charissa en glijdt dan naar de anderen. Hij is verrassend kalm voor iemand in zijn positie.
'Charissa. Is dat nu hoe je degene begroet die zich voor jou heeft opgeofferd?'
'Dit is hoe ik degene begroet die ons zojuist probeerde te vermoorden.'
'Je zou denken dat je inmiddels aan geweld gewend bent geraakt. Hoe lang is het ook alweer geleden dat je broer zichzelf doorboorde met een zwaard?'
Charissa voegt zich bij haar vrienden, ze probeert haar gezicht uitdrukkingloos te houden, maar Robyn ziet een spiertje in haar wenkbrauw trillen.
'Hoe gaat het nu écht met je, Charissa? Kom op, je mag het een oude vriend wel vertellen. Psychisch gebroken? Wil je misschien een zelfmoordpoging doen? Dan kun je natuurlijk het beste bij Robyn terecht, haar beste vriendin is daar immers al succesvol in geweest.'
Het is alsof Cameron direct alle lucht uit haar longen slaat. Hij raakt haar waar het het meest pijn doet; haar beste vriendin is twee jaar geleden voor de trein gesprongen.
Ze krijgt de kans niet om te reageren, in enkele stappen is Mitchell bij Cameron en zijn hoofd slaat met een misselijkmakende klap opzij.
Even is het doodstil.
Langzaam draait Cameron zijn hoofd terug, hij glimlacht en er sijpelt bloed uit zijn mondhoek. 'Mitchell, oude vriend! Nu probeer je opeens de held uit te hangen? Dat zien we ook niet vaak gebeuren.'
'Vertel ons wat we moeten doen om je terug te halen.'
'Ik bedoel: in een vorig gevecht heb je Robyn gewond achtergelaten,' gaat Cameron onverstoorbaar verder. 'Ook heb je een keer toegekeken hoe je vrienden haar sloegen. Maar dat is niet de enige keer, toch Mitchell? Je doet immers alles om bij de populaire groepjes te horen. Heb je niet mensen je krachten laten zien om indruk te maken?'
'Wat denk je te bereiken door dit soort dingen te zeggen?' Mitchell probeert kalm te klinken, maar Robyn kent haar vrienden goed genoeg om te weten dat ze allemaal lam geslagen zijn door Camerons gedrag. Weten dat je vriend is veranderd is toch heel anders dan het mee te maken. Zelf voelt ze elk afzonderlijk woord als een losse naald in haar huid prikken. Het gaat niet eens om wat hij zegt, op dit moment kan het Robyn niets schelen wat Mitchell allemaal doet om erbij te horen. Het gaat vooral om de minachtende manier waarop Cameron elk woord uitspreekt.
'Nou, de gezichten die jullie trekken zijn ge-wel-dig. Als ik mijn handen vrij had zou ik er een foto van maken.'
'Het maakt niet uit wat je doet, Cam.' Myrthe slaagt erin heel rustig en overtuigend te klinken. 'Je kunt heel hard proberen ons een hekel aan je te laten krijgen, maar het lukt je niet. We houden van je. En we gaan je redden. We zullen nooit vergeten wie je bent.'
Cameron rolt met zijn ogen. 'Zeg alsjeblieft niet dat ik de komende uren naar dit soort onzinnig gepraat moet luisteren.'
Robyn zou graag iets scherps terugzeggen, doen alsof ze kalm en sterk is en Cameron haar geen pijn kan doen. Maar dat is onmogelijk. Het beeld van zijn verbande lichaam staat nog steeds op haar netvlies gebrand en neemt bijna alle andere gedachten over.
'Ik zal je vertellen wat we gaan doen, Cameron,' gaat Myrthe verder. 'Ik breng jou in slaap met mijn planten. Als je wakker wordt, is Isabella dood en ben jij weer jezelf.'
Cameron staart haar aan. Even is het doodstil, terwijl hun ogen als door een onzichtbaar draad met elkaar verbonden zijn.
Dan begint Cameron te lachen. Deze keer is het geen kwaadaardige lach, het klinkt alsof hij de situatie oprecht grappig vindt. 'Je denkt dat je Isabella kunt vermoorden? Kom op, Myrthe, je krachten zijn misschien sterk, maar we weten allemaal dat je zwak bent. Je bent zo verlegen dat je zelfs geen vreemde mensen aan durft te spreken. Je laat altijd iedereen over je heenlopen en dan denk je dat je mijn meesteres aankunt?'
'Verlegen zijn in sociale situaties en gevaarlijke confrontaties aankunnen zijn twee hele verschillende dingen. We weten allebei dat Myrthe ongelooflijk moedig is,' bijt Robyn hem toe.
Nu krijgt ze Camerons volle aandacht, haar hart krimpt samen. Hij lijkt geamuseerd. 'Ach Robyn, jij bent het meest triest van dit hele stel,' zegt hij. 'Jij bent de laatste die over sociale situaties mag oordelen. Je hebt geen zelfbeheersing, geen controle over je emoties en je hebt muren om je heen om iedereen op afstand te houden. Je bent bang voor de hele wereld en wantrouwt alles en iedereen. Iemand hoeft maar even je arm aan te raken of je wil er het liefst al vandoor gaan.' Camerons grijns wordt breder. 'Waarom denk je dat ik nooit de moeite heb genomen om iets te proberen?'
'Om wat te proberen?' vraagt Robyn. De rest van zijn woorden maken geen indruk op haar, ze weet dat ze afstandelijk is, maar hij kan haar echt niet wijsmaken dat ze zwak is. Ze ziet Myrthe onrustig met haar voeten schuifelen, Mitchell naar de grond kijken.
'Om je te proberen te versieren.'
'Als je me probeert te beledigen, kan ik je niet meer volgen.'
'O, Robyn,' zegt Cameron hoofdschuddend. 'Je bent zo ontzettend onnozel. Ik begrijp ook echt niet meer dat ik ooit zulke sterke gevoelens voor je had.'
Nu is Robyn perplex. Ongeveer een seconde, want dan duwt ze die bizarre gedachte al van zich af. 'Ontzettend grappig, Cameron. Heel, heel misschien zou ik je geloven als je niet een relatie had in bijna de hele periode dat we elkaar kenden.'
'Robyn, ik kreeg al gevoelens voor je maanden voordat we Virgil versloegen. Maar ik wist dat je die nooit zou beantwoorden. En ik hield ook van Elize. Ik hoopte dat mijn gevoelens voor jou zouden verdwijnen en alles goed zou komen met haar. Maar ze werden alleen maar sterker. Jij bent één van de twee redenen dat we uit elkaar zijn gegaan. Elize wilde niet samen zijn met iemand die zichzelf steeds in gevaar bracht. En ik vond het niet meer eerlijk tegenover haar. Zelfs al zou het nog jaren duren tot je je voldoende openstelde om ooit verliefd te worden. En zelfs al wist ik dat ik niet het type jongen was waar je ooit op zou vallen.'
Robyn zegt niets. Ze gelooft hem niet. Cameron is haar tegenpool, hij staat voor alles wat zij niet is: vriendelijk, beleefd, kalm, beheerst en geduldig. Ze had dat altijd aan hem bewonderd. Het is onmogelijk dat hij verliefd zou worden op iemand die juist in al die dingen tekortschiet.
Bovendien maakt het nu niets meer uit.
'Nou, hebben jullie nog een plan of blijven jullie me eeuwig als achterlijke halvezolen aanstaren?'
'Maak je maar geen zorgen,' zegt Myrthe terwijl ze naar hem toeloopt, 'straks kun je je helemaal nergens meer aan irriteren.' Haar hand is vast wanneer ze met een snelle beweging een naald in zijn hals steekt en een vloeistof in zijn bloedbaan spuit.
'Succes met jullie plan,' zegt Cameron lijzig, hij lijkt niet het minst onder de indruk. 'Ik verwacht dat jullie dood zijn tegen de tijd dat ik wakker wordt.'
Ze leggen Cameron in de blokhut en binden zijn armen, benen, enkels en polsen stevig vast. Robyn blijft even naar hem kijken, zonder te reageren op het gepraat van de anderen om haar heen, die duidelijk de gebeurtenissen proberen te verwerken en nog flink in shock zijn. Ze heeft geen zin om Camerons gedrag te herkauwen, ze weet maar al te goed dat hij een gewetenloze moordenaar is geworden. Nu hij slaapt en ze een deken over hem heen hebben gelegd die de lianen aan het zicht onttrekken, lijkt hij volkomen normaal. Net zoals andere keren in deze wereld dat ze allemaal in dezelfde ruimte sliepen. Ze kan zichzelf bijna wijsmaken dat, als ze hem even een duwtje geeft, hij wakker zal worden, naar haar zal glimlachen en vragen of ze goed heeft geslapen.
'En nu?' zegt Mitchell. 'Ik weet dat ons plan was om nu achter Isabella aan te gaan, maar dat plan was nog niet heel concreet.'
Robyn richt haar aandacht nu wel op het gesprek, maar zonder haar blik los te laten van Cameron.
Ze hebben er natuurlijk wel veel over gepraat, maar het was hen nooit gelukt om het eens te worden. Bovendien leek het plan erg ver weg. Maar nu Cameron hier bewusteloos ligt, is het opeens zover.
'We kunnen Cameron in elk geval niet alleen laten,' zegt Myrthe. 'Iemand moet hem eten en water geven.'
'Ja, hoe wilde je dat eigenlijk doen?' vraagt Charissa.
'In een ziekenhuis doen ze dat met slangetjes, maar daar kunnen we hem niet heenbrengen, dan wordt hij wakker,' zegt Mitchell.
'We kunnen het wel zonder ziekenhuis,' zegt Myrthe. 'Maar dat betekent inderdaad dat we hem niet alleen kunnen laten.'
'Niemand van ons kan achterblijven,' zegt Robyn. 'We hebben iedereen nodig als we tegen Isabella gaan vechten. Zeker omdat ze waarschijnlijk direct iemand van ons zal overnemen. Waarschijnlijk...' Ze zucht en kijkt naar Charissa, om te kijken hoe zij het opvat.
'Waarschijnlijk mij,' maakt Charissa rustig haar zin af. 'Omdat ze mij de vorige keer ook als eerste heeft gekozen. Ze wil een genezer. Aan de andere kant, als ze zich in het nauw gedreven voelt en denkt dat ze veel aanvalskracht nodig heeft, zal ze een van jullie kiezen.'
'Dus wat doen we? Slepen we Cameron mee? We kunnen ook wachten tot dit middel is uitgewerkt en hij wakker is. Dan leggen we eten en drinken binnen bereik en overleeft hij het wel,' zegt Mitchell.
'Maar als we niet op tijd terug zijn, gaat hij alsnog dood,' zegt Robyn. 'Nee. Laten we hier blijven en kijken of Isabella naar ons toekomt.'
'En als ze niet komt? Hoe lang wil je dan wachten?' vraagt Charissa.
'Laten we een week doen. En anders brengen we Cameron naar onze wereld en zorgen mijn ouders ervoor dat hij eten en drinken krijgt.' Het laatste meent Robyn niet, niet echt. Ze moet er niet aan denken haar ouders in de buurt te laten van iemand die niet zou aarzelen hen te vermoorden. Maar op dit moment hoopt ze gewoon vurig dat Isabella binnen die week komt. En anders heeft ze een week de tijd om iets te bedenken.
Het blijft even stil. Niemand lijkt het een geweldig idee te vinden, maar er is ook niemand die een alternatief heeft.
En dus bereiden ze zich voor op het onvermijdelijke gevecht. Voor ze Cameron gevangen hadden genomen, waren ze ook al aan het trainen, maar nu hebben ze nog meer vastberadenheid gekregen dan eerst. Niemand relaxt nog op het strand, zelfs geen uurtje.
Robyn landt zo hard op haar rug dat alle lucht uit haar longen wordt geslagen.
'Die slag was te voorspelbaar, Robyn.' Charissa staat tegenover haar. En terwijl Robyns shirt doorweekt is van het zweet, is zij niet eens buiten adem. 'Zorg ervoor dat ik die niet van mijlenver zie aankomen. Verras me.' Met een grijns wenkt Charissa haar, terwijl ze energiek en ongeduldig van haar ene op haar andere voet springt.
Natuurlijk is hun magie hun grootste wapen, maar ze willen hier niet volledig van afhankelijk zijn. En dus leert Charissa hen al enkele weken vechten en schieten. Het zijn tegelijkertijd de momenten waarop ze het meest zichzelf lijkt; ze gaat zo erg in haar taak op dat ze eventjes niet aan haar broer denkt.
Robyn rent op Charissa af, doet alsof ze haar aan de linkerkant wil raken en wijkt op het laatste moment af naar rechts.
Voor de tweede keer belandt ze op de grond.
'Kun je me niet op z'n minst één keer wat succes laten hebben?' hijgt Robyn. 'Ik krijg het gevoel dat ik waardeloos ben.'
'Jullie zijn ook waardeloos, jullie verdoen veel te veel tijd in die schoolbanken en voor de televisie. Als jullie ooit oorlog krijgen, worden jullie soldaten met gemak uitgeroeid.'
Natuurlijk is het verschil met Charissa, die een groot deel van haar leven in het bos heeft gewoond, enorm. Maar tegelijkertijd merkt Robyn dat ze toch iets vooruit gaat, zelfs al doet Charissa alsof dat niet zo is.
Charissa voegt er aan toe: 'Helpt het als ik zeg dat je leniger bent en een betere conditie hebt dan Myrthe en Mitchell?'
Helaas geldt dat niet voor het schieten. Ze hebben één geweer om mee te oefenen, het geweer van Alessio. Elke keer als Robyn het vasthoudt, voelt ze een brok in haar keel, maar elke keer wordt het ook iets makkelijker.
Mitchell en Myrthe schieten vaker in de roos dan Robyn. Maar anders dan bij fysiek vechten, is het hier makkelijker om de vooruitgang te zien. Doelen worden vaker geraakt en de afstand wordt steeds groter gemaakt.
'Vergeet niet om ook rekening te houden met de wind. En zorg ervoor dat je stabiel staat, met je voeten een stukje uit elkaar, onder je schouders.'
Charissa's instructies doen Robyn altijd weer denken aan die van haar broer. Ze heeft één keer met hem geoefend, samen met Mitchell. Ze maakten zoveel grappen, dat Alessio geïrriteerd was weggelopen.
Ze zou er alles voor over hebben als ze terug kon gaan naar dat moment, de trainingssessie uren langer kon laten duren en zijn zeldzame glimlach nog één keer zou zien.
'Rob! Char!' Mitchell komt aanrennen en Robyns hart slaat over als ze de paniek op zijn gezicht ziet.
'Hij is weg! Cam is weg!'
Direct trekt Charissa een paars, pulserend krachtveld om hen op, dat dienst doet als schild.
'En Myrthe? Weet je waar zij is?' vraagt Robyn gejaagd, terwijl de gruwelijke waarheid stukje bij beetje tot haar doordringt.
Zou Myrthe...
Nee, nee, niet te snel van het ergste uitgaan.
'Ik heb haar nog niet gezien.'
De kleinheid van het eiland, die Robyn vaak beklemmend vond, voelt nu als een bevrijding. Ze hoeven niet lang te zoeken als ze Myrthe willen vinden.
Alleen vinden ze haar niet.
En wanneer ze het hele eiland rond hebben gerend, moeten ze toch het ergste scenario accepteren.
Isabella heeft Myrthe in haar macht gekregen.
En haar vervolgens Cameron laten bevrijden.
'We gaan proberen ze in te halen,' zegt Robyn. Ze weten allemaal dat Cameron het snelst is van hen allemaal, maar ze moeten het proberen. Misschien is zijn magie nog verzwakt.
'Spring in de boot,' zegt Mitchell, en terwijl hij dat zegt, brengt het zeewater hun boot al naar de plek op het strand waar zij staan. Ze verspillen geen seconde; Robyn en Charissa klemmen zich vast aan de houten banken, terwijl Mitchell voorop de boot gaat staan en met armgebaren de zee zijn wil oplegt.
Direct wordt de boot opgetild door een golf die groter en groter wordt en hen razendsnel naar het vasteland brengt. Robyn knijpt haar ogen dicht omdat haar ogen beginnen de tranen van de wind. Of vanwege Myrthe. Of misschien allebei.
De klap als ze landen dreunt door in Robyns hele lichaam, de boot glijdt nog even door, met krassende en schurende geluiden. 'Sorry', zegt Mitchell verontschuldigend.
Nog voordat de boot helemaal tot stilstand is gekomen, zijn ze er al uitgesprongen. Robyn en Mitchell rennen achter Charissa aan, die de grond en bomen afspeurt op zoek naar sporen. Een teken dat Cameron en Myrthe hier geweest zijn. Ze rennen de hele kustlijn af, terwijl Robyns longen en benen beginnen te branden.
Charissa draait zich om en gaat terug, langzamer nu, zoekend naar iets wat ze heeft gemist. En met elke meter die ze afleggen, wordt Robyns wanhoop alleen maar groter.
Uiteindelijk houdt Charissa stil. Ze kijkt hen niet aan, maar blijft met haar rug naar hen toe staan.
'Het spijt me', zegt ze zacht.
Drie kleine woordjes. Drie kleine woordjes met een enorme impact.
Myrthe, die al wakker ligt van schuldgevoel als ze per ongeluk een botte opmerking heeft gemaakt. Myrthe, die nooit helemaal over het doden van Sanora is heengekomen.
En nu is ze in Isabella's handen. Isabella zal haar mensen pijn laten doen, laten doden. En zelfs als ze Isabella's macht breken, zal ze nooit meer zichzelf worden.
Haar daden zouden haar kapot maken.
Pas als Charissa haar omhelst, merkt Robyn dat ze huilt. Ze drukt haar gezicht tegen Charissa's schouder om haar schreeuwen te smoren.

#3 Roep van de windWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu