'What the fuck!'
Meer komt er niet uit mijn mond. Ik wil het uitschreeuwen maar de schok is voor mij te groot om er nog maar iets uit te krijgen. Ik zie mezelf liggen in een plas water naast mijn bed. Het is niet veel water maar genoeg om mijn lange bruine haren kletsnat te maken. Ik kijk richting de deur van mijn slaapkamer. Het is donker maar ik zie nog net een been en een arm langs de deur verdwijnen. Het is te donker om de kleur van het kledij te kunnen plaatsen. Het enige wat ik kan concluderen is dat dit een heel groot en slank persoon moet zijn. Zou die figuur er iets mee te maken hebben? Ik loop twee stappen richting de deur maar besef dan dat het geen zin heeft. Dit is maar gewoon een hele nare droom... Toch?
Ik kijk terug richting het lichaam. Mijn lichaam, slordig op de grond alsof iemand me als een pop op de grond heeft gesmeten, in een plas water met in het midden van de plas een kapot geknipte elektrische draad die verbonden was met mijn elektrische verwarming die nog naast mijn bureau staat. Het is donker in mijn kamer maar wonderbaarlijk genoeg kan ik alles rondom me nog vrij helder zien. 'Dit is een droom,' probeer ik mezelf te herinneren wanneer ik vol tranen naar mijn eigen dode lichaam staar. Mijn ogen wijken geen moment meer van het lijk af. Het is een droom maar het voelt zo echt. Alles lijkt zo echt. Ík... Ík lijk zo echt. Mijn ogen die nog half open zijn en dood naar mijn bed staren, mijn lippen die al een paarse tint beginnen te krijgen en vooral het gebrek aan beweging in mijn lichaam. Ik ben iemand die nooit stil kan zitten. Ik ben altijd al een toffe enthousiaste meid geweest maar dit maakt me voor eens in hele lange tijd echt stil. Ik kijk mezelf met afkeer en veel emotie in de ogen. Alsof ik een staarwedstrijd hou met mezelf. Niet één keer knippert mijn lichaam haar oogleden tegen elkaar. Minuten gaan voorbij en er is nog steeds niets veranderd. Met dezelfde dode blik staart mijn lichaam nog steeds naar mijn bed. De manier hoe ik daar zo stil als een standbeeld lig, maakt me bang. Hoe langer ik ernaar kijk, hoe angstiger ik word. Het komt niet vaak voor dat een droom zo lang duurt zonder enige verandering. Tevens voelt deze droom veel te realistisch aan. Dit heb ik nog nooit meegemaakt. Ik probeer me te herinneren wat er de voorbije minuten allemaal is gebeurd en hoe deze droom is begonnen.Mijn ogen gingen langzaam open. Ik ontwaakte uit een diepe slaap en had net gedroomd over hoe ik met mijn beste vriend Noah aan het picknicken was in het parkje hier dicht in de buurt. Ik was nog erg moe en het lukte nauwelijks om nuchter na te denken. Ik liet gebeuren wat aan het gebeuren was, ik dacht er niet eens bij na. Het enige wat ik wist was dat ik op mijn rug lag. Ondanks mijn enorme vermoeidheid, probeerde ik nuchter na te denken en me bewust te worden van de omgeving. Ik was nog te moe om mijn ogen verder open te trekken. Normaal heb ik het nooit moeilijk om op te staan, maar ik voelde me zo slap, zo duizelig, zo zwak. Ik kon elk moment weer weg zijn, zo voelde het. Alleen voelde het niet alsof ik wegviel naar dromenland. Het voelde... anders. Ik voelde een enorme druk die zich verspreidde over heel mijn gezicht. Dit was het moment waarop ik me realiseerde dat ik niet meer aan het ademen was. Hoelang zou ik al geen lucht meer hebben gehapt? Zou dit de reden zijn geweest waarom ik wakker werd? Ik trachtte te happen naar lucht maar hoe hard ik ook probeerde, het leek me niet te lukken. Schijnbaar was ik zo moe dat ik niet meer besefte hoe belangrijk zuurstof is. Ik bleef proberen maar panikeren deed ik niet. Nog geen tien seconden nadat ik de bedenking had gemaakt dat ik geen lucht meer kreeg viel ik weer weg.
Dat is alles wat ik me er nog van kan herinneren. Verder weet ik niks meer. Ik blijf mezelf steeds de vraag stellen waarom er niks veranderd. Is mijn droom simpelweg op pauze gezet? Of dacht mijn droom dat ik die schimmige figuur zou achtervolgen en vindt er nu misschien een error plaats in mijn droom? Vindt het verhaal waar mijn droom zich afspeelt misschien op een andere locatie plaats en zou ik daar nu moeten zijn? Ik blijf naar mijn eigen dode lichaam staren, wachtend op verandering in mijn droom. Het zal wel niet meer zo lang duren, denk ik. Over een paar seconden gebeurt er vast wel iets. Ofwel word ik wakker, ofwel wordt mijn droom hervat. Stiekem hoop ik op het tweede. Want ook al is dit misschien het begin van een nachtmerrie, ik wordt echt niet graag wakker 's nachts. Zeker nu niet. Ik ben alleen thuis vannacht. Mijn ouders zijn beiden op een vrijgezellenfeestje en komen pas rond negen uur 's ochtends thuis. Als ik nu wakker zou worden in exact dezelfde setting als waar deze lugubere droom zich afspeelt, zou ik gegarandeerd geen oog meer dichtdoen. Dus in plaats van mezelf wakker te proberen maken wacht ik nog een secondje.
JE LEEST
Levensechte Nachtmerrie
Short StoryDit is een vijfdelig Nederlands kortverhaal. Het gaat over de zeventienjarige Lola die wakker wordt in een nogal dromerige en lugubere wereld. Het lijkt wel de behind the scenes van een nachtmerrie. Ze besluit de wereld wat te verkennen maar komt da...