Ik probeer de beelden die ik voor me zie weg te denken en me in te beelden dat wanneer ik mijn deur nu open doe en binnenstap, mijn lichaam er niet meer zal liggen en ook niet meer zal terugkomen. Wanneer ik tot mezelf ben gekomen, besluit ik de deur te openen. Ik open mijn ogen en zie nog steeds hetzelfde lichaam in exact dezelfde positie op de grond liggen. Er zijn wat meer lijkvlekken op het lichaam verschenen. Nu zijn er ook lijkvlekken op de armen en ook wat op het gezicht zichtbaar. Ook merk ik dat het lijk al wat bleker is geworden. 'Het is beter dan een zombie in de kast,' zeg ik tegen mezelf. De plas water waar het lichaam in lag is ondertussen veranderd in één grote vochtige vlek op de houten vloer. Ik zet een paar stappen verder mijn kamer in en kijk door het raam naar buiten. De eerste regendruppels vallen op de bladeren van de bomen. Terwijl ik het mooie boslandschap bekijk, verzink ik in gedachten. 'Het duurt zo lang. Hoelang zou ik hier al in deze rare droom gevangen zitten?' Voor een tweede keer in mijn droom kijk ik naar mijn wekkerklokje. Half negen is het al. Zou het in het echte leven ook al zo laat zijn? Soms is het weleens leuk om te weten dat je droomt en te kunnen gaan en staan waar je wilt, maar dit is voor mij een uitzondering. Eigenlijk word ik het liefst van al zo snel mogelijk wakker en vergeet ik deze rare droom voor goed.
Mijn gedachten worden afgeleid door een lichtflits gevolgd door een grote donderklap. Het begint steeds heviger te regenen. 'Het perfecte begin van een nachtmerrie,' Denk ik, niet wetende wat ik in hemelsnaam zou moeten doen. Maar hoewel ik niet weet wat te doen en wat dromerig uit het raam zit te staren, blijf ik wel nog steeds op mijn hoede. Ik moet mezelf geregeld nog eens herinneren dat ik in een droom zit. De droom is namelijk zo realistisch dat ik soms bijna vergeet dat dit helemaal geen realiteit is. Twee luide blafgeluiden komen vanuit de woonkamer. Iets later hoor ik het geluid van sleutels die de voordeur openen gevolgd door een herkenbare stem. 'We zijn thuis!' Het is mama. Hoe identiek kan een droom nog meer zijn aan de realiteit? Het voelt zo raar. De deur die nog open was, het beentje van Flikkie dat op exact dezelfde plek in de tuin lag als in het echte leven en mijn ouders die op hetzelfde tijdstip thuiskomen als dat ze ook echt zouden thuiskomen. 'Is dit wel een droom?', bedenk ik me voor het eerst in de ondertussen vijf uur dat ik in deze rare wereld opgesloten zit. Maar al snel realiseer ik me dat het gewoonweg niet anders kan. En ook al is het lijk het enige bewijs dat dit hele gebeuren een droom is, is dat bewijs wel sterk genoeg. 'Lola?' hoor ik mama roepen. Nu pas herinner ik me weer dat ik naast een lijk sta. Correctie, míjn lijk. Ik snel mijn kamer uit en loop de trap af. Ik zou het mentaal niet aankunnen om mijn eigen ouders hun gezicht te zien als ze mijn dode lichaam zouden vinden. Het is een droom, herinner ik mezelf voor een duizendste keer, maar aangezien alles zo realistisch is zou ik nooit willen weten hoe dat eruit zou zien.
'Ik kom!', roep ik terwijl ik de trap af snel. Ik ben nog maar een paar treden van de gelijkvloers verwijderd wanneer ik mijn vader zie. Hij draagt zijn chique kleren. Geen smoking of dergelijke, gewoon een strakke zwarte broek en een geruit hemdje met aan zijn nek een groene stropdas. Hij hangt zijn jas in de kast en draait zich om. 'Hey papa.' Ik lach naar hem en doe alsof er niks aan de hand is. Hij wandelt richting de trap. Even denk ik dat hij me een knuffel wil geven maar dan draait hij zich weer met zijn rug richting de trap en gaat zitten om zijn schoenen uit te doen. 'Papa?' Ik verhoog mijn stemvolume een beetje. Hij lijkt me niet te horen. 'Lola?!', klinkt vanuit de keuken. Ongerust loopt mijn moeder naar de trap waar mijn vader zit. Ze draagt een lichtblauwe skinny jeans met een wit bloesje. Hoe kan het toch dat mijn beide ouders in een domme droom exact dezelfde kleding aan hebben als waarmee ze gisteren in het echte leven zijn vertrokken? Voor een tweede keer stel ik mezelf de vraag of dit wel echt een droom is. Eén ding is zeker. Dit is geen nachtmerrie. Dit is erger dan dat.
JE LEEST
Levensechte Nachtmerrie
Короткий рассказDit is een vijfdelig Nederlands kortverhaal. Het gaat over de zeventienjarige Lola die wakker wordt in een nogal dromerige en lugubere wereld. Het lijkt wel de behind the scenes van een nachtmerrie. Ze besluit de wereld wat te verkennen maar komt da...