Deel 9♡

95 11 17
                                    

Pov Eline
De regen klettert op het raam. Hoewel de ruitenwissers hun best doen om het ruit helder te krijgen, heeft het geen zin. De onophoudelijke druppels maken het zicht volledig wazig. Ook de wind trekt aan de auto waardoor in een recht lijn blijven rijden moeilijk wordt.

"We moeten stoppen." Verbreekt Collin plots de stilte. "Dit is te gevaarlijk."

"Stoppen?" Het wordt droog in mijn mond. "Het blijft de hele nacht regenen. Als we naar huis willen, moeten we door de storm heen."

"Nee." Spreekt hij me tegen. "Ik zie niks. Straks vallen er nog bomen om. We stoppen bij het eerste hotel dat we tegenkomen."

Nu ben ik degene die een geschrokken "Nee." Uitbrengt. "Ik ga niet met jou naar een hotel. Ik wil naar huis."

"Pech, je gaat gewoon mee." Hij kijkt kort opzij, alsof dat niet gevaarlijk is. "We nemen twee aparte kamers, dus niet zo zeuren."

Hoewel ik er geen zin in heb, houd ik wel mijn mond. Hij wint toch wel, dat weten we allebei. Mokkend staar ik naar buiten. In de verte zijn lichten te zien. Hoe dichterbij we komen, hoe duidelijker het wordt dat het een klein gebouw is. De grote gele lichtgevende letters op het dak geven aan dat het een hotel is. De E flikkert waardoor het soms lijkt alsof er hotl staat.

Collin rijdt de weg af, opweg naar het gebouw. Tussen de geparkeerde auto's vindt hij een plekje op het parkeerterrein. Zonder een woord te zeggen, verlaat hij de auto. Mompelend volg ik zijn voorbeeld. Half rennend met mijn jas boven mijn hoofd bereik in de ingang. Hoewel de letters aangeven dat het een hotel is, ziet het er eerder uit als een huis. Het is klein waardoor ik me afvraag of er veel kamers zullen zijn. Doorweekt door de regen stappen we het gebouw binnen. De hal waar we in terecht komen, ziet er ouderwets uit met donkerbruine houten muren en vloeren. De kandelaars aan de muren geven weinig licht.

"Hello people." Begroet een ongeïnteresseerde receptioniste ons. "What can I do for you?"

"Hey. Do you have two rooms?" Neemt Collin het woord terwijl hij haar richting in loopt. Hij schudt kort wild zijn hoofd om het water eraf te schudden.

"Ofcourse I do." Ze bladert door papieren. "Ow. I am sorry sir, I only have one two-person room left. It is a busy night due to the storm."

Collin draait zich kort tot mij voor hij zich terug naar de vrouw draait. "That's okay, I'll take it."

"Ohnee." Reageer ik voor de receptioniste de kans krijgt. "Ik ga niet met jou in een kamer."

Er klinkt een lach. Nogmaals draait Collin zich naar me om. "Lieffie, ik heb ook nooit gezegd dat je bij mij moet. Ík neem de kamer en jíj mag kiezen of je mee komt of in de lobby slaapt."

Beduusd staar ik hem aan. Pardon?

De receptioniste schuift een briefje en sleutel naar hem toe. Ze omcirkelt iets op het briefje. "Here is your room." Nu duwt ze de sleutel in zijn hand. "And this is your key."

Na wat praktische informatie van de vrouw en een bedankje van Collin, draait hij zich om. Met een grijns staart hij me aan voor hij de trap op loopt.

"It's a two-person room." Glimlacht de vrouw naar me.

Nu pas draai ik me naar haar om. "Yeah, I know. I just don't want to be in a room with him."

"Ow." Voor een kort moment blijft ze stil. Hoewel ze net nog erg ongeïnteresseerd was, lijkt ze nu heel veel interesse te hebben. "Are you having a fight?"

Zacht schud ik mijn hoofd. "No. We broke up." Een kuchje verlaat mijn mond. "Five years ago."

Haar ogen worden groter. "I'm so sorry that I don't have a room left." Ze knikt naar de bank in de lobby achter me. "You can stay here if you want."

Ik draai me om naar de bank. Hij ziet er beige uit, al gok ik dat hij ooit wit is geweest. Ik durf te wedden dat zodra je erop zakt, stof uit de bank alle kanten op vliegt. Na een korte tweestrijd besluit ik te antwoorden. "No, thank you. Which room did you give him?"

Ze kijkt op een briefje. "2D. That's the first floor, fourth door to the right."

Een gedwongen glimlach verschijnt op mijn lippen. "Thank you. Goodnight."

Ze glimlacht terug. "Enjoy your stay." De zin klinkt als een standaard zin uit een automatisch antwoord.

Ik loop de lobby uit, richting de trap. "Ben je gek geworden?" Houdt een stem me tegen. Emma rent de trap op en komt voor me tot stilstand. "In één kamer samen met Collin." Ze maakt een groots handgebaar. "Col-lin."

"Ik weet het." Geef ik toe. "Maar ik heb geen keus."

"Uhm.." Haar handen zet ze in haar zij. "Jawel. De lobby."

Zacht schud ik mijn hoofd. "Ik ga niet in de lobby slapen." Ik wil langs haar lopen, maar ze loopt achteruit met me mee. "Wat kan er gebeuren?"

"Ik kan heel veel dingen bedenken die er kunnen gebeuren." Ze blijft met me mee lopen de trap op. "Jij ook, Lien. Wees slim en loop weg."

Abrubt blijf ik staan. "Ik ben klaar met weglopen. Waarom moet ik altijd vluchten? Jij zou ook niet vluchten. Jij vocht altijd."

"Ja en kijk hoe dat met mij is afgelopen. Jij leeft nog, Lien. Geniet daarvan. Doe het voor mij. Voor ons beide."

Ik kijk haar aan. "Fysiek leef ik, ja. Maar een deel van mij is doodgegaan tegelijk met jou." Mijn neus tintelt, wat mij verteld dat er tranen aan komen. "Een deel van mij ligt daar met jouw in het water. Ergens onderaan de bodem." Ik negeer de opkomende tranen. "Het spijt me, Emma, maar één nacht met Collin in een kamer verandert niks aan dát feit."

"Eline, je snapt het niet." Ze loopt achter me aan de met rode vloerbekleding bedenkt lobby in.

"Nee, ik snap hier niks van, maar wat ik wél snap is dat ik klaar ben met vluchten. Laat ze maar komen." Ondanks Emma haar waarschuwingen klop ik op de deur van de kamer.

De deur vliegt open. "Oh, jij bent het." Collin houdt de deur voor me open. Wie had hij anders veracht? Ik stap naar binnen. Emma kijkt me wanhopig aan. "Please." Smeekt ze. Met pijn in mijn hart negeer ik haar en gooi ik de deur dicht. Recht voor haar neus.

"Ik had niet verwacht dat je nog zou komen." Verbreekt Collin de stilte.

Nu pas draai ik me om. "Nee, ik ook niet."

Collin zakt op het bed neer. Alsof het nog niet erg genoeg was, is het ook nog eens een tweepersoonsbed. Er is ook geen bank waar ik op kan slapen. Langzaam zak ook ik op het bed. Ik blijf zitten aan het voeteneinde, zo ver mogelijk van Collin vandaan.

"Vertrouw je Tulio?" Vraag ik zonder me om te draaien.

Het blijft stil. Zo stil dat ik me afvraag of hij me gehoord heeft. Nu draai ik me wel om. Collin staart me aan. Hij kucht voor hij praat. "Ja."

De tijd die hij nodig had om de vraag te beantwoorden geeft mij het gevoel dat hij niet zeker van het antwoord is. "Hij klonk wel boos op je."

"Ja, dat hoorde ik ook." Snauwt hij. Het klinkt boos. "Kom je nog dichterbij of blijf je daar zitten?"

"Hmm.." Ik denk na. "Hier zit ik eigenlijk wel prima."

"Eline." Klinkt het. "Kom hier."

Verbaasd knipper ik met mijn ogen. Ergens twijfel ik. Ik wil niet bij hem in de buurt zijn. De angst die ik voor hem heb is nogsteeds groots aanwezig en dat is juist het probleem. Ik wil niet meer bang voor hem zijn. Ik wil hieraan werken. Dit is een goede test om te kijken of ik het mentaal aankan om zo dichtbij hem te zijn. En of hij te vertrouwen is..

Met kriebels in mijn buik en volle tegenzin, schuif ik naar achter.

Onttroond!!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu