| 3 | ontsnapping

3 0 0
                                    

Sinds de wandeling met Gabriel, leek het alsof God met opzet hen bij elkaar bracht. Waar zij was, was hij. Als Katherina een theetje dronk met haar vriendinnen, dan was hij altijd in de buurt. Toevallig dronk hij dan ook thee, of hij stond vlak bij hen met de vissers te praten. Haar vriendinnen hadden het wel door, maar zeiden niks, want Anna dacht dat het door haar kwam. Dat zij hem aantrok, dat hij daar was omdat zij er was. Ze kon er niet stoppen over hem te praten, hoe mooi hun kinderen zouden uitzien, hoe romantisch het zou zijn om met een buitenlander te trouwen. 

Hoe vaker Katherina hem zag, hoe meer ze voor hem begon te voelen. Wanneer ze niet bij haar vriendinnen was, vond hij altijd zijn weg naar haar en hadden ze urenlange gesprekken, altijd wel over hetzelfde maar Katherina was zijn verhalen nooit zat. Hij vertelde hoe hun koning streng was maar wel geliefd was. Iedereen respecteerde hem en dus als dat niet gebeurde werd je gelijk gestraft. Hij zei het allemaal lachend, maar Katherina vond het alles behalve grappig. Ze liet het niet merken natuurlijk, maar een vreemd gevoel bekroop haar. De burgers zouden geen keus hebben om de koning te respecteren en goed over hem te praten omdat ze wisten wat hen te wachten stond als ze dat niet deden. Het was een apart geval, maar Katherina dacht er niet te lang over na. "Heeft de koning ook kinderen?" Gabriel moest even nadenken, maar sprak snel weer. "Ja, hij heeft één zoon. Maar ik weet zelf niet veel over hem. De koninklijke familie interesseert me niet veel, ik ben meer van het ontdekken van nieuwe landen, het varen over zeeën en onbezochte gebieden bezoeken." Katherina knikte. 
"Ik bewonder u, mevrouw Katherina," zei hij plots. Katherina wierp hem een verbaasde blik toe. 
"Oh? En wat zou daar de reden voor zijn?"
"Ik heb nog nooit iemand zoals u ontmoet. U bemoeit zich niet met andermans zaken, bent erg op zichzelf. U lijkt me een teder iemand, iemand die veel liefde in zich heeft. Ondanks de verdriet die ik soms in uw ogen zie, blijft u zich sterk voordoen." Katherina zei niks en keek voor zich uit. Het leek alsof hij dwars door haar zag en ze voelde zich toch wel kwetsbaar. Was de verdriet die hij zag het feit dat ze zo stiekem moest doen en bang was voor haar ouders, of het feit dat ze wist dat hij over een paar dagen het land zou verlaten?
Tijdens het thee die middag praatte Anna weer enthousiast over de laatste roddels, en een daarvan was een gerucht dat de buitenlander met een paar nobels had gepraat en hen vertelde dat hij binnenkort weer moest terugkeren. De koning zelf had het hem verzocht, en daarom had hij geen keus om zijn reis abrupt te moeten onderbreken. Katherina probeerde te doen alsof dit nieuws niks met haar deed, maar de meiden hadden het al snel door, en Anna keek haar grijnzend aan. "Wees niet getreurd, vriendin, hij leek toch geen interesse in je te tonen. Er zijn genoeg vissen in de zee." Katherina glimlachte en nam een slok van de al koud geworden thee.
Het begon nu fris te worden, kippenvel verspreidde over haar lichaam en hoorde hoe iemand haar nam uitsprak, luider en luider tot ze de grond weer onder haar voeten voelde, en in twee bezorgde ogen staarde van Gabriel. "Gaat het wel, Katherina?" Ze rilde, dat was de eerste keer dat hij haar naam hardop zei. 
"Ik hoorde...," begon ze aarzelend. "Dat u binnenkort weer terugkeert naar uw land. Ik heb het fijn met u gehad, en het betreurt me dat ik u nooit meer zal zien." Er viel een stilte waarin ze alleen de wind hoorde die haar haar opzij waaide. Ze wreef over haar armen, en Gabriel, die zag dat ze het koud had, trok zijn zwarte vest uit en deed het om haar schouders. Katherina voelde gelijk de warmte over haar lichaam spreiden, voelde haar warmen gloeien. Ze had niks moeten zeggen, ze had hem vast in een ongemakkelijke positie gezet.
Onverwachts voelde ze zijn vingers de hare aanrakken, voorzichtig, en Katherina zag hoe zijn vingers met de hare verstrengelden. "Katherina," sprak hij zacht. Ze keek op, keek in zijn donkergroene ogen. "Ik ben, tot vergelijking met u, een niemand. Ik heb geen hoge rang of veel geld. Met mij gezien worden zal uw reputatie schaden en dat zou ik nooit willen." Zijn woorden raakten haar, want hij had gelijk. Dat is waarom ze haar ouders zelden sprak sinds ze met Gabriel elke avond afsprak. De reden dat ze haar mond hield wanneer ze met haar vriendinnen was wanneer hij weer langsliep, doen alsof ze totaal ongeïnteresseerd is. Hij wees haar af, voor haar. Ze wou haar vingers losmaken van de zijne, maar zijn greep versterkte. Zijn krullen plakten tegen zijn voorhoofd aan, hij ademde zwaar in en uit, probeerde iets te zeggen maar het lukte niet. 
"Ik begrijp het," zei Katherina uiteindelijk. Het kwam er zo ongemakkelijk, zo apart uit haar mond maar ze moest wel iets zeggen. "Dat viel te verwachten. Ik wens u een veilig reis terug, mijnheer." Maar in plaats van haar los te laten, het makkelijker voor hem maken, trok hij haar naar zich toe. Hun gezichten stonden centimeters van elkaar vandaan, zijn warme adem die ze tegen haar gezicht aanvoelde. Hij keek neer naar haar, fronsend, en zijn ogen eerst gericht naar haar ogen, daarna naar haar lippen. "Voor zo'n korte tijd dat ik hier was, ben ik gehecht geraakt aan u, aan je. Ik probeer niet egoïstisch te zijn, maar ik weet niet of het me zal lukken." Het werd steeds lastiger om te ademen, ze keken elkaar nu recht in de ogen. "Loop met me weg, Katherina."
Nee, dacht ze. Nee, dat kan ze niet maken. Nee is wat ze moet zeggen, want haar leven hier is goed, goed genoeg. Ergens anders zal ze niks zijn, ergens anders zal niemand haar naam kennen. Ze zal een gewone burger zijn, zonder rechten. Gewoon, een vrouw. En haar reputatie? De vrouw die is weggelopen, vrouw van hoog rang, met een man die niks is, niks zal zijn. Maar haar mond kwam al in beweging, haar hart bonsde tegen haar borst aan. "Ja," zei ze vastberaden. "Ik zal met je weglopen." Er verscheen een warme glimlach op zijn gezicht. Hij legde zijn hand op haar wang, langzaam naar achter schuivend en nu rustend op haar achterhoofd zachtjes naar voren duwend zodat zijn lippen de hare ontmoeten. Ze schoof haar handen van zijn borst naar zijn schouders en kneep zachtjes wanneer zijn kus, nu een zoen, intenser werd. En toen hij zich langzaam terugtrok, en ze allebei buiten adem leken te zijn, was Katherina blij met haar beslissing. Voor het eerst in lange tijd was ze blij, keek ze uit naar wat de volgende dag haar zou brengen. Bij het besef dat het al veel te laat was er een moment van paniek, maar zijn aanrakingen stelden haar gerust. En wat zou het uitmaken, dat haar ouders er achter zouden komen? 

Hij zette haar af vlakbij haar huis, ver genoeg dat haar ouders hem niet zouden zien, dichtbij genoeg om zeker te zijn dat ze veilig thuis aankomt. "Weet je het zeker?"
Nee, eigenlijk was het een vergissing, het gaat te snel...
"Ja, ik neem mijn woorden niet snel terug mijnheer," zei Katherina glimlachend. Ze trok zijn vest weer uit en gaf het hem terug. "Bedankt voor vanavond, ik zal deze nooit vergeten." Hij boog tevreden. "Tot ziens, Katherina." 
Die nacht waren haar beide ouders niet thuis, wat verdacht had moeten zijn maar Katherina was te verzonken in haar gedachten aan hem. Het lot bracht ze samen, zo hoort het te gaan. 
Ze wou al zolang ontsnappen van haar leven, en nu had ze iemand gevonden die haar die kans geeft. Haar hoofd schreeuwde tegen haar dat wat ze deed een fout was, maar Katherina was van plan om haar hart te volgen. In haar kamer zocht ze naar een klein koffer en legde netjes al een paar kledingstukken erin. Ze kon niet veel meenemen, maar dat was oké. Naast kleding nam ze paar boeken mee, goudstukken en andere soorten sieraden. Net een klein kind voelde ze zich, zo enthousiast over hun reis, samen, naar het verre land. Alles waar ze aan dacht was Gabriel, alles wat ze wou was Gabriel. En nu zouden ze samen een simpel en gelukkig leven leiden in een ander, voor haar vreemde land.

Dat is wat ze dacht.

zijn leugensWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu