| 7 | Zoetprater

4 0 0
                                    

De dorp waar Gabriel meende vandaan te komen was precies hoe hij het had beschreven. Gewoontjes, middenklasse. En zijn was precies buitenkant was niet zo bijzonder. Net als elk ander huis had het een klein voortuintje met een houten laag hek met een poort. Maar de binnenkant leek Gabriels persoonlijkheid precies uit te stralen. Op de muren hingen schilderijen van zeeën en boten, van bloemvelden en de felle sterren in het nacht. De meubelen waren simpel, niet luxueus als haar huis. Haar meubels, bekleed met zijde en fluweel, straalden detail uit, rijkelijk versierd met houtsnijwerk, patronen en borduurwerk. Zijn meubels waren het tegenovergestelde. Ze leken comfortabel, maar zagen er niet bijzonder uit, hadden geen boorduurwerk en straalden niet elegant uit. Maar dat was oké. Ze glimlachte terwijl ze om zich heen keek. Dit was het dan, de plek waar ze de rest van haar leven zal besteden. Katherina voelde zijn aanwezigheid dichterbij komen, voelde zijn armen om haar heupen en de gewicht van zijn hoofd op haar schouder. 
"En, hoe vind je het?" sprak hij zachtjes in haar oor waar ze kippenvel van kreeg. 
"Precies hoe ik het me voorstelde." Ze draaide zich om, nog steeds in zijn armen maar nu oog in oog. "Alles wat ik had gewenst." Hij glimlachte slapjes, streek een haarlok achter haar oor. 
"Ik ben blij als jij blij bent. Wat er ook gaat gebeuren, onthoud alsjeblieft dat ik van je hou. Dat ik dit voor ons doe." Katherina keek hem verward aan. 
"Waar hebt u het over?" Hij zei niks en haar glimlach verdween. "Wat gaat er gebeuren?" Maar hij schudde zijn hoofd. "Maak je maar geen zorgen, Katherina. Ik heb alles onder controle." Hij liet haar los en nam een stap terug. Compleet in de war keek ze hem aan, wachtend op meer, op antwoorden. In plaats daarvan ging hij op zijn knieën en pakte haar hand vast. "Ik geef om je, en ook al ben je hier niemand, ben je hier een vreemde, geef ik erg om je reputatie. En ik ben geen geduldig man, Katherina." Vanuit de binnenkant van zijn jasje haalde hij een zwart doosje vandaan. Hij deed het open en toen Katherina de glimmende ring zag sloeg ze haar andere hand voor haar mond. Haar hartslag versnelde. 
"Trouw met me, laten we morgen naar het altaar lopen. Besteed de rest van je leven met me, reis de wereld over met me en in ruil daarvoor zal ik je mijn hart geven. Alles van mij wordt van jou."

Nee, zeg nee.

"En het zal lastig worden, en er zullen uitdagingen zijn maar als je me vertrouwt, als je in me geloofd, zal alles goed komen. Laat me je gelukkig maken. Geef me je hand, en ik geef jou de wereld.

Nee, nee, nee, zeg nee, hoor wat hij zegt, hij waarschuwt je al voor wat er gaat komen!

Ze knikte. De tranen rolden over haar wangen terwijl hij de ring langzaam om haar ringvinger schoof. Ze verdacht hem niet van waar hij de ring had, nee, ze kon alleen maar denken aan het feit dat de man van haar dromen op zijn knieën stond. Ze knikte weer en viel op haar knieën. 
"Ik ben al van u, vanaf de eerste dag dat ik u langs zag lopen, de eerste keer dat we oogcontact maakten. Ik wist het toen al, nu weet ik het voor duizend procent." Hij sloeg zijn armen om haar heen en voor een paar minuten, of langer, hielden ze elkaar stilletjes vast. Ze vroeg zich af of hij voelde wat zij voelde. Zijn borst ging snel op en neer. Zal hij zenuwachtig zijn? Blij?
Ze drukte haar gezicht in zijn nek. Al haar dromen waren waar gekomen. Ze is ontsnapt van haar depressieve leven bij haar ouders, in een wereld van hoge reputatie en rang was zij een zwarte schaap dat er nooit echt bij hoorde. Hier, bij Gabriel, is haar huis. Hij schoof langzaam naar achter en keek haar glimlachend aan. "Ik meende het van de altaar. Ik wil niet lang wachten. Vandaag moet je rusten, het is al laat middag. Ik moet nog wel wat zaken regelen en kom niet later dan zeven uur terug. Hoe klinkt morgen middag?"
"Ik vind alles goed." Haar stem kwam er bijna trillend uit. "Zolang we zij aan zij staan, vind ik elke datum goed." 
"Mooi." Hij drukte een kus tegen haar hoofd en hief haar samen met hem omhoog. "Dan ga ik. Voel je welkom, wat mijne is is de jouwe. Oh, en terwijl ik weg ben zal een goeie vriend van me langskomen. Laat hem voor me binnen, oké?" Ze keek hem even raar aan. "Wat moet uw goeie vriend hier terwijl u weg bent?"
"Hij komt wel is vaker, dit is zijn toevluchtsoord... Het is een lang verhaal en wanneer ik teruggekeerd ben, leg ik alles uit." Hij leek gehaast ook al waren ze net gearriveerd. Maar Katherina hield hem niet meer tegen en na een knuffel en een kus, was ze uiteindelijk alleen thuis. Alles was zo snel gegaan dat ze er even bij moest zitten.
Ze zijn nu verloofd, en morgen zijn ze getrouwd. Gek, hoe het leven soms kan gaan. Katherina voelde zich de gelukkigste vrouw ter wereld en bewonderde haar ring. Hij had vast veel gespaard om zo'n dure steen te kunnen veroorloven, en geen kleine ook!

Niet lang nadat Gabriel vertrokken was, klopte iemand op de deur. Katherina opende en er stond een lange jongeman voor haar. Zijn blik was intens en hij liep gelijk naar binnen zonder ook maar een woord uit te spreken. Langzaam sloot Katherina weer de deur, haar hand trilde zachtjes en haar hart versnelde. Een goeie vriend van hem, gekleed in koninklijke kledij. Hij droeg hetzelfde als de mannen die ze voorheen zag. Zijn bruine lokken netjes naar achter gekamd, zijn rechte postuur en de medailles die aan zijn pak hingen. 
"U bent de goeie vriend van Gabriel?" vroeg Katherina terwijl ze dichterbij naderde. Maar ze kreeg een vies blik van hem terug. Ze negeerde het, liep naar de keuken, voelde zijn aanwezigheid zwaar achter haar.
"Water, thee?" 
"Nee dank u," sprak hij. "Ik ben een man van weinig woorden, dus ik hoop dat mijn aanwezigheid niet gênant is." Katherina zei niks. Ze balde haar vuisten, maar was het uit angst? Was ze gewoon verlegen? 
Ze hoorde hem bewegen, en toen ze zich omdraaide, zag ze hem bij het raam staan, zo dicht mogelijk bij het deur. "Ik zal ervoor zorgen dat u een veilig verblijf hebt hier, dus ik kan u helaas niet het huis laten verlaten tot Ale- ik bedoel, tot de heer Gabriel terugkeert van zijn zaken."
Ze negeerde het feit dat hij zich versprak, maar focuste zich op het feit dat het leek alsof ze opgesloten was. Ze liet de vreemde man er staan, liep de trap op en stormde de eerste dichtstbijzijnde slaapkamer binnen. Katherina sloot de deur zachtjes achter zich dicht en schoof langzaam naar beneden tot ze op de koude vloer zat.
Nu wist ze zeker dat Gabriel iets achterhield. Was hij in schulden? Waren er mensen op zoek naar hem? Het zou vast allemaal goedkomen, dat kon niet anders, maar toch trilde haar lichaam. Ze wreef over haar armen, probeerde haar adem onder controle te krijgen maar tevergeefs, het lukte haar niet, dus probeerde ze te concentreren op de kamer. Er stond hier niks persoonlijks, slechts een bed midden in de kamer, een nachtkastje met een lamp er naast en een boekenplank met een paar boeken en andere spullen er in. De kamer vertelde niks over Gabriel, niet zoals de woonkamer. De gordijnen waren dun, oud en hadden geen nut omdat je er alles doorheen zag. Langzaam stond ze op en ging ze op het bed liggen, starend naar haar ringvinger.
Hij had een soort bewaker op haar afgestuurd, maar meende dat het een goeie vriend van hem was. Misschien maakte hij zich gewoon zorgen en was de leugen niet met opzet bedacht.
Het is oké, Katherina, fluisterde ze zachtjes tegen zichzelf. Morgen ga je trouwen met de liefde van je leven. Morgen zal je leven veranderen en zullen je zorgen overgaan. Ze sloot haar ogen, de gedachten stelden haar gerust en al snel viel ze in slaap.

Als ze maar wist wat er op haar te wachten stond de volgende dag...


Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Sep 09 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

zijn leugensWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu