| 5 | Hun reis

1 0 0
                                    

Stilletjes liep ze de trap af, de kleine ingepakte koffer in haar ene hand en een envelop in de andere. Het was vroeg, te vroeg. Ze kon geen slaap vatten, maar was niet moe. De spanning zorgde dat ze klaarwakker was en ze kon wel springen van de opwinding. Eenmaal beneden legde ze de envelop op de tafel, zichtbaar genoeg voor haar ouders. Katherina had niet veel geschreven, slechts dat ze dankbaar voor alles wat ze voor haar hadden gedaan en ondanks misschien hun goede bedoelingen ze voor de eerste keer voor zichzelf koos. 
De storm was gekalmeerd maar die in Katherina's hoofd niet. Stilletjes stond ze in de donkere woonkamer, luisterend naar de tikkende klok en haar bonkende hart. Diep ademde ze zich in en uit en liep uiteindelijk naar buiten waar Gabriel al stond te wachten. Hij had nettere kleding aan dan normaal, wat ze niet had verwacht. Een compleet zwarte pak met een zwarte hoed dat slechts zijn blonde lokken en zijn witte overhemd hem nog kleur gaven. En, natuurlijk, zijn groene ogen dat door de maanlicht glinsterden in de vroege ochtend. Ze liepen naar elkaar toe en hij nam haar hand in de zijne.
"Je ziet er fantastisch uit, Katherina." Achter hem kwam na enkele seconden een koets. Vreemd keek ze op. "Reizen we met een koets? Ik dacht dat u met de boot reisde." Nu ze hem beter bekeek, was hij totaal niet gepast gekleed voor een bootreis. Hij glimlachte. 
"Ik heb inderdaad met boot gereisd, maar dat was naar andere gebieden. We zullen mijn land met de koets bereiken." Katherina dacht er niet veel bij na en knikte enthousiast.
"Weet je het zeker?" vroeg hij net voordat ze instapten. Katherina keek om naar het huis waar ze in was opgegroeid, keek naar de lege straat waar ze haar vrienden ontmoette en daarna naar Gabriels ogen. "Ik weet het zeker." Hij pakte haar hand en hielp haar de koets in, die kort daarna in beweging kwam. Toen Katherina nog een snelle blik naar boven wierp leek het alsof ze iemand bij het raam zag, maar toen ze nog een keer keek was het huis al uit zicht.
En het deed ook niks meer toe. Ze leunde haar hoofd op zijn schouder en sloot haar ogen. Haar hart ging nog steeds tekeer. Alles ging zo snel, de beslissing was gehaast gemaakt, maar ze waren al vertrokken en toen ze haar ogen weer open deed scheen de zon fel in haar ogen, door de witte gordijnen heen.
Gabriel leek klaarwakker en keek door het kiertje naar buiten.
"Hoe ver zijn we al?" Gabriel draaide zijn hoofd om, streek het haar uit Katherina's gezicht. "We zullen moeten overnachten bij een herberg komende nacht, maar ik verwacht vroeg in de volgende ochtend aan te komen."
De koets hield een snelle snelheid aan maar zelfs dan leek Gabriels land niet zo ver te zijn als ze dat had gedacht. "We maken ook tussendoor even een stop bij een markt." 
Katherina zuchtte opgelucht. Ze wou niet klagen want ze koos er zelf voor, maar haar gewrichten begonnen al zeer te doen en ze kon zich niet voorstellen om de hele dag te moeten zitten. Buiten zag ze grote grasvelden, mensen die buiten aan het werk waren, de oogst aan het verzamelen waren. Het leek haar te fascineren want ze is niet anders gewend dan van het lekkere eten kunnen genieten, wandelingen nemen door de stad en nooit ècht mensen zien werken. Haar vriendinnen spraken er nooit noch haar ouders. Ze waren wel weg voor zaken, maar als werk werd het nooit echt gezien. Nu maakte ze de echte wereld mee, en ook al was het niks vergeleken met haar leven, vond ze het alsnog geweldig en vooral spannend. Eindelijk een keer iets anders dan de oneindige routine die ze dag na dag volgde. 

Ze bereiken een dorp en kort er na kwam de koets tot stilte. Het was te druk om verder te reiden, de koets zou omrijden maar Gabriel en Katherina zouden met de voet de markt verkennen, waar op het einde de koetsier op hun zal wachten. Gabriel hielp haar uit de koets en Katherina hield zijn arm stevig vast terwijl ze door de drukte heen liepen. Van links en rechts werd er geroepen en geschreeuwd, maar het enige waar Katherina aan kon denken was hoe vies het er was. De kraampjes met schitterende juwelen en de fijnste stoffen waren wel mooi, maar het stonk er zo dat Katherina niet helder kon nadenken. "Als er iets is waar je naar verlangt, laat het me alsjeblieft weten," sprak Gabriel luid in haar oor. "Heb je misschien trek?" Katherina moest er niet aan denken om iets van deze markt te eten, dan zou ze zeker de volgende dag niet wakker worden. Dus knikte ze stilletjes van nee en liepen ze verder. Katherina keek voor eventjes op. Het verbaasde haar dat Gabriel dit normaal leek te vinden. Hij reisde veel maar toch.
De realiteit begon met kleine beetjes in te zinken, dat dit haar leven zal zijn.
Gabriel trok haar plots zachtjes opzij en leidde haar af van haar gedachtes. Ze stonden bij een oud vrouw haar kraampje waar ze hoeden verkocht en sieraden. 
"Wat een prachtig jong koppel, deze hoed...," ze pakte een wit hoed met een groot strik, "... komt helemaal uit het Arabische wereld. Voor maar 35 gulden!" Daar schrok Katherina van. Dat geld had ze wel, maar het was zeker niet weinig. Gabriel pakte het hoed van de vrouw aan en zette die voorzichtig op Katherina's hoofd. "Het staat je prachtig. Vind je hem mooi?" Ze richtte haar blik naar de spiegel. Ja, hij stond haar. De kleine diamantjes op het strik maakten het compleet af, en de kleur zou bij elke outfit staan. Maar dat geld had Gabriel niet, dus ze schudde haar hoofd. "Het is van goed kwaliteit!" riep de oude vrouw, "Het perfecte cadeau voor uw mevrouw." Dus toen Gabriel in zijn zak reikte en daar 35 gulden uithaalde, kon Katherina haar ogen niet geloven. Tevreden met zichzelf deed hij zijn arm om de hare en leidde hij de weg. 
"Waar heb je zoveel geld vandaan?" vroeg Katherina voorzichtig. "Ik ben u echt dankbaar, maar u hoeft niet al uw geld uit te geven aan mij." Hij keek haar niet aan maar ze zag wel de glimlach op zijn gezicht. "Maak je maar geen zorgen, ik heb meer dan genoeg." 

Al snel hadden ze het einde van de markt bereikt en zaten ze alweer in de koets. Eerst verschijnt hij voor haar deur gekleed als een nobel en kocht nu terloops een hoed voor haar voor 35 gulden. Katherina probeerde er niet veel over te piekeren, probeerde zichzelf wijs te maken dat het echt niet voorstelde. Gabriel reist veel, natuurlijk zal hij wel genoeg geld hebben.
Maar haar buik deed er zeer van en ze kreeg een extreem slecht voorgevoel. Iets klopte er niet.
Het gevoel verdween echter nadat Gabriel zijn vingers in de hare schoof. "We komen zo aan bij een herberg. Het is niet heel luxe, maar hopelijk zul je comfortabel kunnen uitrusten." Hij leunde naar voren en gaf haar een zacht kus op haar lippen. Katherina voelde haar wangen kleuren en glimlachte. "Zolang ik met u ben, zal dat vast goedkomen." 

Had ze maar naar haar gevoel geluisterd, voordat het te laat was.


zijn leugensWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu