Het was 11 uur. Philippe zat alleen in de kantine, met een boterham en appel op zijn bord. Hij was nog altijd niet goed van de kleinerende woorden van Degraaf tegen Floris. Floris was zelfverzekerd het kantoor binnen gegaan, maar kwam buiten met het water in zijn ogen. Hij was per direct ontslagen en zou vertrekken met de brigadiers die niet geslaagd waren. Tot dan moest hij al zijn uniformen en pasjes inleveren. Degraaf's geschreeuw was voor de hele gang te horen. Ik had de schuld op me moeten nemen, ik was tot slot leidinggevende. De schuldgevoelens stapelden zich alsmaar op in zijn hoofd. Floris moest zelfs naar de begrafenis van de jongeman.
De deuren van de kantine gingen open. Jonas kwam naar hem toe. Wat moest hij tegen hem zeggen?
"Wat heb jij allemaal meegemaakt jong? Ne knalpartij?" Jonas kwam recht over Philippe zitten en keek hem met grote ogen aan.
"Jom jom, zoiets." Zei hij verdoofd.Hij moest weer terugdenken aan de koud wordende pols, de plas bloed, en de bloedvlek die op zijn broek zat.
"Twas verre van eerlijk, Jonas. Da gastje was nie meer dan ne koteraar." zei hij emotioneel. Jonas gaf hem een schouderklop. "Ge moet het u zo niet aantrekken. Floris heeft geschoten, niet gij. Als da gastje goed kon schieten, dan was die verdwaalde kogel misschien voor u geweest. Dan lagt gij in die zak." Jonas probeerde hem wat op te krikken. "En daarbij, wie moet er dan om mijn aspirientjes gaan, als gij er nie meer zijt?" Jonas schoot in de lach. Philippe lachte ook eens, hij was dankbaar voor zijn vriend.
Philippe kwam in 1 van de 5 te kuisen toiletten binnen. Degraaf kwam net uit een van de kotjes. Hij waste stilzwijgend zijn handen. "Succes met kuisen, Philippe!' Zei de adjudant grinnikend voordat hij doorging. Philippe wist hoe laat het was. Hij trok de deur open waar Degraaf net uitkwam. Philippe zijn voorspelling was juist. De hele wc-pot hing vol met kak, en de pies lag op de bril. Merci hoor, adjudant van mijn voeten
Tegen de middag was de wc proper. Je kon er van de grond eten. Ookal was philippe in opleiding om de wet te dienen, hij was trots op zijn werk. Plots vliegt de deur open. Eerste-opperwachtmeester Stevens vloog op de dichtstbijzijnde deur af, zonder iets te zeggen tegen Philippe. De deur bonkte toe, en even later klonk een knal van een scheet. Philippe zuchtte.
Nadat Stevens zijn vloeiende behoefte had gedaan, kon Philippe weer beginnen kuisen. Hij had er gewoon een emmer water ingekapt, het kuisen was hem beu. En hij had honger. Hij deed zijn werkhandschoenen uit, spoelde zijn kuisvod uit en verliet het toilet. Hij stak zijn hemd nog eens deftig in zijn broek, stak zijn das nog eens goed en liep door de indrukwekkende hal richting de kantine.
Toen hij aankwam was het nog verrassend rustig. Een paar onderofficieren en een paar brigadiers die vroeg terug waren van patrouille schoven al aan. Hij had geluk! Hij was nog vroeg klaar. Hij pakte een bord en bestek van het rek, en schoof aan. Het was lasagne. Hij had écht geluk; de eersten kregen altijd het meest. Philippe koos een tafel aan het raam en begon te smullen. Stilaan begon de hele kantine vol te lopen. Philippe zag Jonas en Robert binnenkomen, diep in gesprek. Philippe wuifde eens naar hen. Jonas merkte het op. De twee slopen subtiel een beetje voor in de rij, en kwamen snel bij hem zitten.
"Zeg Philippe, heb je het al gehoord. De eed-ceremonie is overmorgen!" Jonas barstte van trots. Ook Robert keek enthousiast. Ze zouden verhuizen naar de kazerne, waar de echte wachtmeesters zaten. Ze zouden eindelijk aan het echte werk kunnen beginnen!
De deuren van de officieren gang zwaaiden open. Adjudant degraaf, Adjudant Meerhout, Adjudant Eeckhout en Adjudant Martin liepen de zaal in. Het was opslag muisstil. De vier adjudanten tezamen kon maar 1 ding betekenen...
"Waarde brigadiers!" Begon Martin op zijn beste Nederlands. "Vandaag, oewij brengen nieuws zeer goed voor jullie." De waal had duidelijk alleen zijn Franstalige speech voorbereid. Meerhout nam het stokje van hem over. "Zoals adjudant al zei, hebben we heugelijk nieuws voor jullie. Na 1 jaar opleiding, zijn wij trots om te mogen aankondigen dat jullie naar de kazerne hiernaast mogen verhuizen." Gejuich en gefluit brak uit in de kantine.
YOU ARE READING
Eed van trouw
Ficción histórica"Ik zweer getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan de wetten van het Belgische volk." In het turbulente naoorlogse Brussel is heel wat politieke verdeeldheid rond de koningskwestie. In het Brusselse rijkswachtkorps hangt deze...