hoofdstuk 6: gevangen

40 3 12
                                    

Kayleighs POV: 

Ward, Robine Iris en ik staan nog steeds in het lokaal van meneer Gruijters. 'Zullen we hier weggaan, ik voel me hier helemaal niet prettig' zeg ik dan maar. Alle 3 knikken ze en we lopen naar de aula. 'Is meneer Gruijters de enige die zo is of zijn alle docenten zo' vraagt Iris zich af. 'Laten we hopen van niet' zegt Robine. 'Wetenschappelijk gezien is dit ook helemaal niet mogelijk' reageert Ward. 'Nee dat meen je' zeggen Robine, Iris en ik in koor op een sarcastische toon. 'Laten we nog een keer proberen om hieruit te komen' stel ik voor. 'Ik denk niet dat je dat gaat lukken' zegt Ward. 'Nooit geschoten is altijd mis toch' brengt Robine hem in de herinnering. We lopen met zijn vieren naar de deur en duwen hem open. Zodra ik ook maar een voet buiten zet worden we alle 4 meteen weer naar binnen geblazen en de deur wordt dicht gegooid. 'Told you so' zei Ward. 'Oh hou je mond, Ward' zeg ik. Als ik rond kijk zie ik dat Robine weg is. 'ROBINE!' roep ik een beetje in paniek. 'geen zorgen, ik ben hier' zegt ze. we rennen naar haar toe en zien haar dan bij de airhockeytafel staan. De tafel ziet er een stuk ouder uit zo met de planten die over heel de tafel woekeren. 'Ik denk dat we maar een uitweg hebben' zegt Robine. 'Wacht wat bedoel je' Zegt Iris. 'Kom hier eens kijken' zegt ze terwijl ze met haar hand een paar planten weghaalt. Er komt een soort hard papier tevoorschijn. Er staat iets opgeschreven alleen is het niet Nederlands. 'Is dat Frans' vraag ik. Robine knikt nee. 'Wat is het dan wel' vraag ik weer. 'Latijns' hoor ik Ward zeggen. 'Wat staat er dan' vraagt Iris. Ward haalt zijn schouders op. 'Ik heb een idee' zegt Robine. 

Iris POV:  

Robine is naar haar kluisje en ik liep maar met haar mee. We kunnen ons nu niet opsplitsen nu we niet weten wat er op de loer ligt. Ze pakt haar pasje uit haar broekzak en maakt haar kluisje open. ik ga voor de lol even rondjes lopen rond de rijtjes met kluisjes maar als ik aan de andere kant van de rij ben van Robines kluisje schreeuw ik het uit. Ik hoor dat Robine haar kluisje snel dichtmaakt en naar me toe rent. Ook zei schrikt zich een hoedje. Aan de muur hangen allemaal lijken. 'Ik zweer op mijn leven dat die hier, toen ik aankwam, nog niet hingen' zegt Robine. 'W-we zijn dus niet alleen' zeg ik. Ik zie dat Robine langzaam en behoedzaam naar de leerlingen loopt. Ze wijst er eentje aan. 'D-dat is Wards zusje, S-sylvie' zegt ze. 'Z-ze is d-dood, m-maar wie heeft dat gedaan' roep Robine weer. Er staan tranen in haar ogen. Volgens de verhalen van Robine van Sylvie wel de liefste van Wards broertjes en zusjes. Ik vind het vooral heel zielig voor Robine en Ward en zo vervelend dat ik haar niet kan helpen. 'M-moet Ward dit weten' vraag ik voorzichtig. Op dat moment komt Ward aan rennen. 'I-is dat wie ik denk dat het i-is' vraagt hij. Ik knik voorzichtig en zie dat Ward het moeilijk kijkt. Robine loopt naar Ward en legt haar hand op haar schouder. Kayleigh komt er nu ook aan rennen. 'W-wie zijn deze kinderen' vraagt ze geschokt. Ik kijk rond, maar ik ken er eigenlijk geen. 'D-daar hebben we S-sylvie de rest ken ik niet' zegt Robine verdrietig, bang en geschokt. 'Z-zelfde geldt voor mij' zegt Ward met de zelfde emoties die Robine uitstraalt. 'Ook voor mij' zeg ik. 'Dan zijn ze niet belan....' Kayleighs zin wordt onderbroken als Robine ineens schrikt. 'W-wat is er' vraag ik bang. 'I-k ken deze kinderen wel, dat zijn Ralf, lana, Reneke, Rens, Jos, Anna en Quin' zegt Robine. 'Nu je het zegt, nu zie ik het' zegt Kayleigh bang. 'En dat zijn' vraagt Ward. 'Leerlingenraad' zeggen kayleigh en Robine tegelijk. Ik word met de minuut banger. We weten dat het de werkelijkheid niet is, maar een nachtmerrie of iets, maar alles voelt zo echt. Alles voelt alsof het echt onze dood wordt.

Wards POV:

Het wordt hier met de minuut enger. Ik sta nu tegen 8 dode lichamen te kijken. Niet zomaar gestorven, maar gedood. Wat me nog het meeste dwarszit is dat ze allemaal van de Leerlingenraad zijn. Behalve Sylvie dan. 'We moeten terug naar dat Latijnse bordje' zeg ik dan. Kayleigh en Robine knikken en Iris loopt er achter aan. Robine heeft haar telefoon vast. Als we er zijn houd ik de planten aan de kant terwijl zij Google lens gebruikt. Als ze de functie op vertalen zet weten we niet wat ons overkomt. 'per minuut dat jullie hier zijn sterft er weer een persoon, volg het spoor, vindt de uitgang, maar wees gewaarschuwd. Het gevaar staat achter je' leest Robine voor. 'achter ons, wat bedoelen ze daar nu weer mee' vraagt Iris verbaast. Robine draait zich om en haar geschikt veranderd van geschokt naar enorm bang. Ze tilt haar vinger op en wijst achter ons. we draaien ons om en we zien een dode man op de grond liggen. 'meneer Verhees' vraagt Kayleigh verbaast. Zodra ze de naam zij tilde hij zijn hoofd op. Net als meneer Gruijters was Verhees net zo min menselijk. Hij zag er hetzelfde uit. Dood en levend tegelijk. Hij kroop op handen en voeten dichterbij. Ik voelde Robine naar achter grijpen en voordat ik met mijn ogen kon knipperen stond ze voor meneer Verhees met zo'n ding waarmee je de puk slaat met airhockey. 'Ga slapen, ga slapen, ga slapen' roept Robine regelmatig terwijl ze tegen de slapen van meneer Verhees slaat. Na nog 50 slagen, denk ik, gaat meneer Verhees eindelijk out. Robine gooit het ding in haar hand weg en staat nog nahijgend op. 'Dat noemen ze nu eens payback' zegt ze. 'Payback voor wat' vraagt Kayleigh. 'Vorig jaar met die pen' zegt Robine lachend. 'Oh die keer dat je dop vast zat en hij boos werd omdat je niet schreef' vroeg ik. Robine knikt. 'Wat doen we nu' vraagt Iris. 'Volg het spoor, bedoelen ze dat spoor' vraagt Robine. 'Ik zie geen ander spoot' zeg ik. 'Dan is die beslissing genomen' zegt Kayleigh. 'Laten we het spoor volgen en hieruit komen' zegt Iris. En zo begonnen we de bloedsporen van meneer Verhees te volgen.

Omg jazz, ik heb weer een nieuw deel. Ben best wel trots op deze. Hopelijk kan ik snel een nieuw deel schrijven. Adios!

de verloren wereld(dutch/nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu