Hoofdstuk 4

5 0 0
                                    

Ik loop verward de school uit en loop direct naar mijn fiets toe.
'Milou wat is er!' Roept Vera.
Ik besluit haar te negeren en gewoon weg te fietsen.
'Milou! Wat is er gebeurd!' Ik kan het haar niet zeggen.
Thijmen heeft gewoon duidelijk gezegd dat ik niet moet flirten, hij heeft een vriendin. Maar wie?
Ik vraag dat me af, maar ik hoor dat toch niet te weten hij is mijn docent.
Hij is duidelijk geweest dat hij mijn docent is.
Ik voel me echt in shock.
Ik fiets dan maar direct door naar huis, om thuis rustig te worden.

Als ik thuis ben ga ik languit op me bed liggen, en kijk ik wat om me heen.
Ik denk na en besluit Thijmen een berichtje te sturen.

Milou: Hey Thijmen even iets. Of moet ik meneer Blokzijl zeggen. Ik wil niets met jou! Ten tweede zat ik je uit te dagen. Ten derde hoop ik dat je gelukkig bent met je vriendin.

Ik stuur het en zie al snel dat hij het leest, maar hij reageert er niet op.
Ik voelde een steen van frustratie naar boven komen.
'Wat een klootzak! Ik ga het hem zwaar maken!' zeg ik als ik mijn telefoon op me bed gooi.
'Milou we gaan eten!' Roept mijn moeder.
Ik loopt naar beneden en ga aan tafel zitten.

Na het eten besluit ik een rondje te gaan joggen.
Ik trek mijn trainingspak aan en loop naar buiten.
En begin te rennen.
Als ik bij het park aan kom zie  ik Fay met een andere jongen staan. Ik zie ze kussen.
Ik kijk naar ze en denk wat een klef gedoe.
Ik voel denk dan aan Thijmen en hoopte eigenlijk dat wij daar zo stonden.
Stop met je gedachten!' Roep ik.
Ik ren door en dan kom ik bij de spoorweg uit, maar moet wachten omdat er een trein aan komt.
Ik ren door en luister naar mijn muziek. Ik zing wat mee, en let niet op.
Opeens hoor ik een harde toeter, en voel ik een auto tegen me aan botsen.
Ik rol over de motor kap op de grond.
'Auw, auw!' Gil ik het uit. Ik voel dat mijn arm gebroken is.
Ik hoor iemand snel zijn auto uit gaan, en naar me toe lopen.
'Milou!' Ik hoor een geschrokken stem, die ik uit duizenden herken.
Ik kijk op en zie dat het niemand meer is dan Thijmen.
'Wat! Jij!' Gil ik.
Ik sta op en grijp me arm.
'Het gaat wel!' Roep ik stoer.
'Denk toch dat we even naar de eerste hulp gaan, stap in!' Ik negeer het en wil weglopen, maar hij pakt me bij me schouders en duwde me zijn auto in.
'Geen gemaar!' Ik slikte en ga dan met een zucht zitten.
Ik zie hem aan de bijrijders stoel zitten, en zijn auto staten.
We reiden dan naar de eerste hulp.
Ik zeg geen woordt.
'Gsat het?' Vraagt hij nog een keertje.
'Uhm, ja.. Nee.' Zeg ik. Ik zie hem mij aankijken.
'Waar heb je pijn!' Ik kijk hem aan en wijs naar mijn arm.
'Denk dat we even fotos gaan maken.' Ik voelde me even wegzweven van zijn bezorgdheid. Maar dan bedenk ik me van onze ochtend gesprek.
'Ik kan dat alleen wel!' Ik zie hem mij streng aankijken.
'Ik ben verantwoordelijk, ik heb je aangereden. Dus ik ga mee!' Ik slikte en zuchte.
'Oke meneer Blokzijl!' zeg ik chagrijnig.
Ik stap uit en hij ook, en lopen samen naar de eerste hulp.
Waar ik fotos laat maken van mijn arm.

verboden Liefde (Fc Groningen) Thijmen BlokzijlWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu