•2•

2 1 0
                                    

Scott

Ik ren zo hard ik kan. Ik heb denk ik nog nooit zo hard gerend, zelfs niet tijdens de sportlessen op school. Ik kijk even achterom. James' huis is uit beeld verdwenen. Ik moet op een politiebureau raken. Ik voel in mijn broekzak om mijn telefoon te zoeken, maar die is nergens te vinden. Geweldig, nu heb ik niet eens wat ik tegenwoordig het meest nodig heb bij me.

Bij een kruispunt stop ik met rennen. Ik ben vaak genoeg bij James thuis geweest, en ik ben al een aantal keer een politiebureau gepasseerd toen we ergens heen gingen. Ik sla rechtsaf in de hoop dat ik juist ben.

Ik ben dankbaar dat zo goed als niemand nu heeft besloten een wandeling te maken, ze gingen nogal een vreemd zicht hebben. Ik zie er vast uit als een wilde.

Ik haal opgelucht adem als ik het politiebureau voor me zie. Ik sprint zo snel mogelijk. Mijn longen branden van de inspanning, maar op dit moment kan dat me niet schelen.

"Help, ik heb hulp nodig!" zeg ik zodra ik binnenloop. Een tikje buiten adem ga ik naar de balie die -godzijdank- geen rij heeft. "Vriend thuis ... geschoten ... grond." stamel ik.

"Meneer, haal even diep adem en probeer kalm te blijven," zegt de vrouw aan de balie. Ik probeer mijn adem onder controle te krijgen. "Vertel me nu rustig wat er gebeurd is."

"Ik was bij mijn beste vriend thuis voor de verjaardag van zijn broer. Hij had wat mensen gehuurd om een Halloween act te doen voor hem en zijn vrienden, en hij vroeg mij of ik en mijn nicht zin hadden om mee te doen. Ik ging akkoord, en we hadden een leuke avond. Nadat het feest gedaan was, en bijna alle kinderen al naar huis waren, bleef ik samen met twee van de anderen die er waren voor de entertaining bij de overblijvende kinderen om ze bezig te houden. Dan ging alles mis. Er klonken schoten, en iedereen panikeerde. Een van de kinderen viel op de grond, hij was geraakt. Ik stuurde de rest zo snel mogelijk naar binnen. Dan zag ik iemand volledig gekleed in het zwart. Hij stak de andere twee jongens neer met iets wat leek op een mini zwaard en een groot mes." Ik haal even adem. "Ik panikeerde en wist niet wat te doen. Ik liep zo snel als ik kon weg tot ik in het park was. Ik verstopte me tussen de bomen. Toen ik na een aantal minuten nog niet gevonden was, kon ik weer helder denken. Ik voelde me meteen schuldig dat ik iedereen had achtergelaten en als een lafaard was weggelopen. Ik dacht dat ik hulp moest halen, en dan ben ik hierheen gelopen."

"Ken je het adres?" vraagt de vrouw aan de balie.

"Het staat op mijn telefoon, maar ik kan hem niet vinden. Ik denk dat ik hem daar heb gelaten," zeg ik.

"Je was bij je beste vriend thuis zei je? Ken je zijn adres dan niet?" vraagt de vrouw.

"Nee," zeg ik. Ik voel mijn wangen rood worden van schaamte. "Maar ik weet de weg daarheen wel."

"Kan je het aanduiden op een kaart?" vraagt ze.

"Ik denk het wel," zeg ik. Ze toont haar scherm. "Het is hier ergens, maar ik weet niet welk huis precies, ergens in het midden."

"Ik ga dit even snel bespreken met een collega. Er zijn een aantal minuten geleden een aantal agenten die richting uitgegaan. Wacht jij even in de wachtzaal," zegt de vrouw vriendelijk.

•••

"Meneer? Ik heb van mijn collega's gehoord dat er al hulpdiensten zijn aangekomen. Uw vrienden zijn al naar het ziekenhuis gebracht, en degenen die nog in het desbetreffend huis zijn, zijn bezorgd om u. Ben u Scott Collins?" vraagt de vrouw van de balie.

"Ja, dat ben ik. Is mijn nicht daar nog? Is ze in orde en veilig?" vraag ik.

"Mijn collega is bij uw nicht. Zij en uw vriend maakten zich enorme zorgen om u. Iedereen komt hierheen voor een overhoring. Ze zullen hier binnen een aantal minuten zijn," zegt ze. Ik zucht opgelucht. "Wilt u iets drinken?"

De tijd looptWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu