•4•

1 1 0
                                    

Scott

"Jessie? Sorry dat ik je telefoontjes gemist heb. Wat is er?" vraag ik.

"Kan je mij en Lucie nu komen halen alsjeblieft? Ik voel me hier niet veilig," zegt Jessie. "Ik vertel het je wel in de auto."

"Natuurlijk, ik vertrek nu," zeg ik.

"Dank je. Wij wachten aan de ingang." Ik trek mijn schoenen aan en sprint naar beneden. 

"Ga je weg?" vraagt mijn tante.

"Ja, ik ga Jess halen. Ze belde net," zeg ik.

"Oh, oké. Ik ging net gaan slapen, als er iets mis is, bel me dan," zegt ze.

"Doe ik." Ik trek mijn jas aan, en neem mijn sleutels. Ik rijd zo snel als ik kan naar het huis waar ik Jessie en Lucie nog geen halfuur geleden heb afgezet. Mijn telefoon rinkelt, maar ik kan niet opnemen. Ik sla een straat in, en ik zie Jessie langs de straat lopen. Meteen druk ik met mijn voet op de rem. Ik doe mijn raam naar beneden en roep haar.

"Jess!" Ze kijkt achterom, maar ziet me niet. Dan ga ik maar naar haar. Ik maak een bocht in de straat, en stop vlak naast haar. "Stap in."

"Scott!"

"Waar is Lucie?" vraag ik.

"Geen vragen nu, we moeten hier weg. Nu," zegt Jessie. De paniek in haar stem zorgt ervoor dat ik geen moment twijfel en wegrijd.

"Waarheen?" vraag ik.

"Niet naar huis, of naar een plek waar iemand woont die we kennen. Rijd een beetje in het rond zodat we hem kunnen afschudden."

"Zodat we wie kunnen afschudden?"

"Die gast van net."

"Jess, wat is er gebeurd?" vraag ik ernstig.

"Lucie is vermoord," zegt ze. "Ze was een drankje gaan halen, en een of andere gast vroeg me te dansen. Ik zei dat ik daar was met een vriendin, en dat ik geen zin had om te dansen, maar hij bleef maar doordringen. Uiteindelijk ging ik akkoord, en dan zei hij wat vreemde dingen. En zijn handen, ze waren ijskoud. Ik duwde hem van me af, en dan zei hij dat ik niet mocht vergeten rennen, en dat ik het moest doorzeggen aan mijn vriendin, en dan verdween hij. Ik belde jou, en nadat je had afgelegd, kwam hij weer af, maar hij zag er anders uit. Hij zag er moordlustig uit, en alsof hij wraak wou nemen. Ik zei tegen Lucie dat we weg moesten rennen, maar ze luisterde niet, en ze ging op hem af om te flirten met hem, en dan stak hij haar neer."

"Jessie, hoe zag hij eruit?" vraag ik.

"Volledig gekleed in het zwart, leren vestje, zwart haar, lijkbleke huid," antwoordt ze, maar het lijkt alsof ze iets achterhoudt.

"Merkte je nog iets op aan hem?" dring ik door.

"Toen hij Lucie neerstak, had hij een rode glans in zijn ogen. Het leek alsof er geen pupillen in zijn ogen zaten, maar lichtjes."

"Jess, dat is dezelfde persoon die de jongens heeft vermoord op het feest gisteravond," zeg ik.

"Nee. Nee nee nee. Dit kan nu toch geen toeval meer zijn?" panikeert Jessie.

"We gaan naar het politiekantoor," zeg ik.

•••

"Hallo, wij willen een aangifte doen," zeg ik.

"Vertel," zegt de man aan de balie.

"Scott," zegt Jessie. Ik kijk haar aan, en ze schudt haar hoofd. Ik geef haar een vragende blik, en ze wijst met haar hoofd naar de man aan de balie.

De tijd looptWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu