Verleden tot aan heden

Weer terug

Na die lange duistere dagen,
Kom je dan eindelijk aan bij een lichtere dag met je zware vol beladen wagen.
De wagen ligt vol met wanhoop en zorgen,
Waarover je zou denken dat die allemaal zijn voor morgen.
De weg naar boven had uls en downs gekend,
Maar aan al die dingen is er nu wel wat bekend.
Je hebt je zelf nooit onderschat,
Met je verleden ben je nog lang niet ladderzat.
Je hebt doelen voor ogen gekregen,
Maar wel met veel bruggen die bewegen.
Alles wat je hebt gedaan bracht risico's met zich mee,
Het is net als zwemmen in de zee.
Overal loert er wel gevaar van elke hoek,
Ach je weet het net zoals roodkapje uit het sprookjesboek.
Zo'n onschuldig meisje die door een donker bos liep,
Maar die pas later om hulp riep.
De boze wolf die haar de stuipen op het lijf joeg,
Als een wolf die om eten vroeg.
Het arme kind had jij wel kunnen zijn,
Met al dat lekkers in haar mandje met misschien ook nog een rode wijn.
Maar zoals je weet was daar een jager,
Waardoor de wolf een toontje zong maar dan lager.
Aan dit sprookje kwam een prachtig slot,
En dat was het enige plot.
Ook jouw reis kwam ten einde van die dagen,
Maar hoe jouw slot zal zijn dat moet je niet aan mij vragen.
Na die lange reis ben je terug waar je gebleven was,
En die zware vol beladenwagenis al veranderd in een lichtere tas.
Dus kom op,
Niemand zet jouw leven meer op z'n kop.
Het leven is zo veel beter,
Want jij bent de echte weter.