H5. Het besef

6 1 0
                                    

Ik hoor stemmen. Stemmen die als donkere wolken boven me hangen. Ze praten, maar ik kan niet verstaan wat ze zeggen. Alsof ze in een andere taal praten. Na wat uren lijken, dringt het langzaam tot me door dat ze gewoon Nederlands praten. Mijn taal. Langzamerhand komen de beelden van de brand terug. Ik voel een traan over mijn wang lopen en hoor dan geroep. Ik begrijp niet wat er allemaal gebeurt, maar voor ik het weet voel ik allemaal handen op mijn lichaam. Een rilling gaat over mijn rug heen. Wat gebeurt er?! Er beginnen alarmbellen in mijn hoofd te rinkelen. Wat zijn die handen?! Waar ben ik?! Hoe gaat het met Lotte?! Is ze dood?! Het vreselijke besef van dat ik haar misschien wel verloren ben, dringt als een mokerslag tot me door. Wat als ze dood is? Wat dan? Langzaam open ik mijn ogen en probeer ik rond te kijken. Ik word verblind door felle tl-buizen die aan het plafond hangen. Wat is dit? Langzaam wennen mijn ogen aan het licht en kan ik weer zien. Ik zie doktoren, witte muren, een bed waar ik in lig, mijn ouders en Daniël. Blijkbaar ben ik in het ziekenhuis. De doktoren hebben allemaal een ernstige blik op hun gezicht. Een onbehaaglijk gevoel bekruipt me vanuit mijn tenen, naar mijn rug, naar mijn hoofd en blijft daar hangen als een doffe mist. 'Waar is Lotte?' Vraag ik nadat ik mijn stem heb teruggevonden. Mijn stem klinkt raspend en ik moet moeite doen om mezelf verstaanbaar te maken.
De dokter links aan mijn hoofdeind is de eerste die de stilte doorbreekt. Op zijn naamplaatje staat Carl van Houten. Hij kucht even. 'Lotte heeft de brand overleefd, maar ze heeft wel ernstige brandwonden opgelopen. Ze wordt nu in een kunstmatige coma gehouden, zodat ze geen onnodige pijn hoeft te lijden en haar brandwonden goed kunnen genezen. Ze ligt op een speciale afdeling van het ziekenhuis in quarantaine, omdat haar afweersysteem niet meer optimaal is. Zo wordt ze niet ziek en kan ze in alle rust beter worden. Zelf heb je 5 maanden in coma gelegen, maar ben je verder gewoon gezond.' Carl kucht nog wat ongemakkelijk en kijkt dan één voor één de andere doktoren aan. Er is iets dat hij voor me verzwijgt en ik wil het weten, maar voor ik de kans krijg het te vragen praat hij gauw verder. 'Er is een kans van 60% dat Lotte het overleefd, dus we houden hoop.' Nu is hij echt klaar en kijkt mij doordringend aan. Lotte wordt dus beter. Ze gaat niet dood. 'Dus ze wordt weer beter?' Een glimlach kan ik niet onderdrukken en ik straal ervan. 'Daar lijkt het wel op ja.' Antwoordt de dokter rechts van mijn hoofdeind. Zijn naam is Paul van Reijn.
De artsen verzwijgen iets voor me. Ze lijken allemaal zo gespannen en kijken nerveus om zich heen. 'Wat is er? Wat verzwijgen jullie voor me?' De artsen kijken nu verschrikt, maar algauw begint mijn moeder te praten. 'Veronica, toen de politie het huis van Lotte ging onderzoeken, deden ze een nogal opmerkelijke vondst.' De doktoren kuchen ongemakkelijk en schuiven metrum voeten over de vloer. Het zijn nou niet bepaalde goede acteurs. 'Uhm wij hebben nog andere patiënten waar wij bij langs moeten. Wilt u ons even excuseren?' En dan verlaten alle doktoren de ruimte. Nu is het alleen nog maar mijn vader, mijn moeder en Daniël. 'Wat hebben ze gevonden dan?' Vraag ik mijn moeder. Ze kijkt even naar mijn vader voordat ze antwoord geeft. 'Ze hebben een geheime ruimte achter de boekenkast gevonden en daar troffen ze een lijk aan. Gedroeg Lotte zich misschien de laatste tijd vreemd? De politie komt je zo verhoren en wij wilden je alvast erover inlichten.' Mijn moeder kijkt me doordringend aan. 'Denken jullie dat Lotte iemand vermoord heeft?' Ik vernauw mijn ogen tot spleetjes en kijk ze scherp aan. 'Veronica we moeten redelijk denken. Ik bedoel alles wijst erop dat Lotte het gedaan heeft, anders had ze het toch wel gemerkt.' 'Lotte heeft niemand vermoord.' Snauw ik naar mijn ouders. Ze kijken me geschrokken aan. 'Veronica ik zeg alleen maar....' 'Nee je zegt dat Lotte iemand vermoord heeft. Hoe kunnen jullie dat nou van haar denken?! Ze heeft niemand vermoord!' Mijn moeder begint te huilen en zelf probeer ik uit alle macht de tranen binnen te houden. Ik bijt mijn lip kapot en proef uiteindelijk bloed. 'Veronica' begint mijn vader, maar ik laat hem zijn zin niet afmaken. 'Jullie kennen Lotte al haar hele leven! Ze heeft niemand vermoord en als jullie zo over haar denken hoef ik jullie niet meer te zien! Ga weg! Jullie zijn vanaf nu dood voor mij!' Mijn ouders kijken geschrokken en nu begint ook mijn vader te huilen. Daniël zegt iets tegen ze wat ik niet kan verstaan. Mijn oren zuisen van het bloed dat door mijn hoofd heen wordt gepompt. Mijn ouders lopen weg en ik blijf alleen achter met Daniël.
Hij doet een stap naar voren en pakt mijn arm beet. Ik sla hem van me af. Daarna voel ik nog een hand op mijn arm, maar dit keer zo sterk dat ik hem er niet vanaf kan slaan. Daniël trekt me langzaam tegen zich aan en duwt mijn hoofd zachtjes tegen zijn borstkas aan. Mijn ademhaling gaat sneller en nu stromen de ingehoude tranen over mijn wangen.
Zo liggen we dan. In mijn ziekenhuis bed, Daniël's ene hand door mijn haren en de andere beschermend om zijn middel geslagen, mijn hoofd op zijn borstkas, zijn hoofd op de mijne. Plots doorbreekt hij de stilte. 'Veronica, ik moet je iets bekennen.' Hij duwt met zijn vinger mijn kin ietsjes omhoog zodat ik hem wel moet aankijken. Dan praat hij verder met een doordringende blik in zijn ogen, waarmee hij me gevangen houdt. 'Sinds de eerste keer dat ik je zag, kon ik je niet meer uit mijn hoofd krijgen. Je bent het mooiste meisje dat ik ooit heb gezien, ookal plakken je haren aan je hoofd van het zweet, hebben je tranen sporen achtergelaten op je wangen, zijn je ogen rood en dik en is je lip kapot van het bijten; je bent nog steeds de mooiste verschijning die ik ooit heb gezien. Veronica ik- ik....' Hij stopt met praten en er loopt een traan over zijn wang. Ik veeg hem voorzichtig weg. Ik probeer te praten, maar voordat ik ook maar iets kan zeggen drukt hij zijn lippen zachtjes en passioneel op de mijne. Ik laat me meesleuren in zijn zoen en beantwoord hem gretig. Dan onderbreekt hij de zoen en kijkt me weer aan. 'Veronica toen je 5 maanden in coma lag, heb ik je zo erg gemist. Het deed zoveel pijn. Hier.' Hij pakt mijn hand vast en duwt hem voorzichtig op zijn borstkas, op de plek waar zijn hart zit. Ik voel het bonzen onder mijn aanraking en ik adem scherp in.
'De eerste weken lieten je ouders me niet bij je binnen. Ik mocht je niet zien van hun. Elke dag heb ik op een stoeltje voor je deur gezeten, wel drie weken lang. Toen kregen je ouders pas door dat ik écht om je gaf en mocht ik bij je naar binnen. Ik ben hier elke dag geweest, dag en nacht totdat de doktoren en zusters me wegsleepten. Ik heb 5 maanden lang naar je gekeken, gehoopt op verandering maar het bleef hetzelfde. En vandaag toen je wakker werd. Het leek net allemaal een droom.' Nu rollen er meerdere tranen over zijn wangen en ik veeg ze allemaal weg, dan kus ik hem weer. 'Ik hou van je Veronica en dat zal ik altijd blijven doen.' Het enige wat ik kan is dom knikken en hem kussen.
Deze jongen heeft zoveel macht over me, dat het me beangstigt, maar tegelijkertijd een goed en veilig gevoel geeft. Als ik bij hem ben ben ik altijd veilig. Wij zijn nu een koppel en dat zal nooit veranderen. Ik hou van hem met heel mijn hart en hij van mij....

Ha! Laat me niet lachen....

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Oct 17, 2015 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Focus Now~{Dutch} (#Wattys2015)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu