'Zie, ik wist dat je zou toehappen. Hij was daar, Elion. Ga gewoon eens kijken, misschien los je wel een mysterie op. Je lijkt me een heel stuk frisser dan een jaar geleden.'
'Vlameik,'antwoordde hij mild. 'Verricht wonderen voor de geest en het lichaam. Moet je ook eens proberen, je blijft misschien dood. En stil,' voegde hij er hoopvol aan toe. 'Dit was weer een hele aangename babbel, mevrouw. Maar mijn shift begint zo, ik moet naar huis. Serafijn heeft er een hekel aan als ik te laat kom. En ja, ik weet hoe dat klinkt.' Hij hees zich overeind, greep zijn krukken en stond gelaten toe dat ze hem op de wang kuste.
'Tot later.'
'Ik hoop van niet. Ga uit mijn hoofd, Cornélia,' bromde hij. Hij verliet zonder omkijken het Rozenhuis en viste een stadsplan uit zijn achterzak. Zijn ogen dwaalden over de gekleurde lijnen. Hij leerde het plan uit zijn hoofd en hopte haastig de steegjes door voordat het schema hem ontglipte.
Hij deed het nog niet zo lang, De Donderklif als 'thuis' aanduiden, het voelde goed. Het oude gebouw, met eeuwen geschiedenis in de muren, had hem omarmd. Hij hoorde hier, wist hij en hij kon niet geloven dat dit, een echte job, een echtgenoot en een dak boven zijn hoofd, ooit zijn ergste nachtmerrie was geweest. Elion raakte verknocht aan de herberg, al even erg als Serafijn. Hij kreeg dan ook geen tijd meer om te piekeren. De Donderklif liep al goed vol, er moest gewerkt worden.
Pas tegen sluitingstijd, ver na middernacht, bracht Serafijn de laatste gast naar huis. De man woonde een beetje verderop in de straat. Stokoud. Elion wuifde het schuifelende tweetal uit. De stilte overviel hem plots. Hij bleef, met zijn rug tegen de deur, staan, de oren gespitst en luisterde naar de vertrouwde geluiden van De Donderklif. Zijn gedachten dwaalden moeiteloos af naar het gesprekje met Cornélia.
'Ze is dood, verdomme,' grommelde hij in de hoop de opwinding in de kiem te smoren. Hij herkende het gevoel probleemloos: de belofte van een nieuwe Opdracht.
De regen kletterde te luid op het glas, de wind kwam van over de velden buiten Grensstad, wist Elion en beukte zich nadien, met de regen in haar kielzog een pad doorheen de smalle steegjes om pas weer vrij spel te hebben aan de andere kant van de stad. Meteen luide, akelige kreun uit de schouw, dook Serafijn binnen. Het spookachtige gehuil viel prompt stil toen hij de deur opnieuw dichtdeed. Serafijn stond te druipen op het matje, het water vormde plasjes op de vloer.
'Het is geen weer om een das door te jagen,' huiverde hij, verbaasd om Elion aan te treffen, zo pal in het midden van de zaal. 'Is er iets?'
'Niet bewegen.' Elion leunde tegen een tafeltje en gromde goedkeurend. Serafijns witte hemd kleefde aan zijn lichaam.
'Pardon?'
'Je ziet er heerlijk uit.' Elion schoot in de lach bij Serafijns beduusde blik. 'Ik wil even van dat beeld genieten. Droog je maar heel rustig af, zo gun je mij ook iets.'
'Idioot.' Serafijn sloeg bevallig zijn ogen neer. 'De afwas staat er nog.'
'Die loopt niet weg, er komt er alleen maar bij. Kom hier,' prevelde Elion ademloos van verlangen. Hij had iets nodig om de lokroep van Cornélia's voorstel te weerstaan. Serafijns naakte lijf volstond wel, vermoedde hij.
'De afwas kan misschien een beetje wachten.' Serafijn gaf iedere vorm van protest op.
Elion knoopte het hemd los, zijn handen fladderden over Serafijns schouders en borst, voordat hij hem hartstochtelijk kuste. Serafijn begroef zijn ijskoude handen onder Elions shirt.
'Man, jij hebt ijskoud!' hapte hij naar adem.
'Het is dan ook verdomd veel en koud water,' lachte Serafijn. Hij raapte het natte hemd op en hing het boven de haard. Elions blik gleed hongerig over Serafijns halfnaakte lijf tot zijn lief zijn keel schraapte.
JE LEEST
1. De Dievenliga: Een vleugje magie en avontuur voor het slapengaan
FantasíaDe Dievenliga is een alomgerespecteerde groep van dieven in Grensstad. Haar dieven en smokkelaars hoppen probleemloos tussen het land van het Volk en de mensen, de rest van de wereld dus. De Liga draait al eeuwen mee, ongenaakbaar. Als vast onderde...