Ik ken de spookachtige melodie van de begrafenis fluit als geen ander. De hoge tonen dringen dwars door de kieren van mijn kleine huisje. Een rilling loopt over mijn rug. Ik kan de neiging om mijn handen tegen mijn oren te plaatsen amper onderdrukken. Na al die jaren ben ik hier nog steeds niet aan gewend.Met op elkaar geperste kaken sla ik mijn mantel over mijn schouders. De dikke stof voelt twee keer zo zwaar als normaal. Het is gewoon een begrafenis, probeer ik mezelf te herinneren. Een van de velen ik heb bijgewoond, maar een van de eersten waarvoor ik een uitnodiging heb.
Zonder mijn kruiden balsem te pakken, stap ik de nacht in. Het voelt verkeerd. De klanken van de fluit zijn zo scherp dat het voelt alsof ze recht door mijn huid te prikken, al is dat onmogelijk. In de halfbewolkte lucht boven me is alleen de roze gloed van Aska te herkennen. De maan van de verlorenen. Ironisch.
Ik neem en diepe ademteug. Als de kille avond lucht haar longen in stroomde, realiseer ik me dat ik stil sta. Waar ben ik mee bezig? Waar is de Naele die zo koppig is dat ze niet kan sterven? Ik weet al jaren dat deze dag zou komen. De waarschuwingen van de priesters galmen nog na in mijn hoofd. Ik ben vervloekt. Dit is wat er gebeurt als de manen hun licht niet over je leven werpen. Het heeft me nooit iets uitgemaakt. Ga ik nu opeens terugkrabbelen omdat het echt wordt? Als dit mijn laatste dagen op de wereld zijn, dan wil ik ze niet verspillen aan iets doms als spijt.Ik versnel mijn pas. Langzaam kom ik dichter bij het plein. Het wordt steeds drukker op straat. Zelfs degenen die van plan zijn om bij zonsopkomst te vertrekken, hebben de moeite genomen om naar de ceremonie te komen. Alsof ze willen zeggen: neem ons verraad niet te persoonlijk. Ik zou het hen niet kwalijk moeten nemen. Als ik een paar zonnewendes jonger was of een gezin moest beschermen, had ik hetzelfde gedaan.
Midden in de menigte zet een oude vrouw in een groene jurk een lied aan. Haar gerimpelde vingers bewegen een zomerdauw bloem mee op de maat. Haar stem volgt de tonen van de fluit. 'Hocad nym nag Tychon.'
Draag me naar Tychon, weet ik. Al spreek ik geen woord Nettel. Mijn mondhoeken kruipen omhoog. Het is jaren geleden dat ik iemand dit heb horen zingen. De meesten die de tekst kennen zijn al lang door de manen weggenomen. 'Fatylis,' zing ik terug. Alsof de rode kracht die ooit door de wereld stroomde terugkeert om dit dorp te redden. Ik geloof er niet in.Ik zie de ogen van de oude vrouw oplichten. Haar hand strekt door de mensenmassa heen en pakt mijn arm stevig vast. '
'Hocad nym nag Nymus,' gaat ze verder. Haar ogen glijden naar de lucht waar geen spoor van de witte maan te bekken is.
'Fatylis,' antwoord ik terwijl ik mijn arm van de hare los probeer te trekken. Ze is sterk voor een oude vrouw. Om me heen zingen een paar stemmen met me mee.'Hochad nym Aksa!'
Ik ruk mijn arm los en zet snel een paar stappen bij de vrouw vandaan. Het antwoord zing ik niet meer, maar ik denk niet dat ze het doorheeft. Om me heen zingt de hele menigte fatylis. Het klinkt bijna mooi, maar diep van binnen weet ik dat we zingen naar degenen die dit lot over ons hebben uitgeroepen.
JE LEEST
Aska
Fantasy"Moge onze dood snel zijn." De levens van de mensen in Syrian worden gestuurd door de drie manen. De lijnen die het maanlicht in hun huid brand bepalen wat voor een beroep ze uitoefenen, met wie ze trouwen en welke dingen ze meemaken. Iedereen heeft...