1. Wanneer de dood aanklopt

38 5 9
                                    

Ooit vertelde mijn mentor me dat ik niet dood zou gaan

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Ooit vertelde mijn mentor me dat ik niet dood zou gaan. Ze zei dat ik simpelweg te koppig was om de deur te openen als de dood aanklopte. Maar toen de dood voor haar kwam, bonsde hij niet op de deur. Hij ging in stilte naar binnen en veegde de pijn die ik niet volledig kon verhelpen van haar gezicht. Het verging de vele zielen die ik door de jaren heen hielp hetzelfde. Hij kwam gewoon, welkom of niet.

Misschien is dat waarom ik niet bang ben, als er zacht op de achterdeur word geklopt. Ik zet mijn rode firl terug tussen de rest van mijn planten, trek mijn leren handschoen uit en loop naar de deur. Met een zucht draai ik hem van het slot.

Het figuur dat op mijn drempel staat draagt een donkerbruine mantel met sierlijke gouden sluitinkjes. De kap is volledig over het gezicht getrokken, waardoor ik alleen haar lippen kan zien. Maar haar kleine figuur, de manier waarop ze om zich heen kijkt en haar gladde vingers vertellen me alles wat ik moet weten. Ze is geen bedreiging.

'Dit is niet de winkel.' Ik kijk met samengeknepen ogen haar richting uit. Ik weet niet waarom ze zich zo verbergt. Misschien wil ze niet dat mensen haar hier zien, of ik heb haar een keer beledigt en dit is haar schamele poging tot wraak. Al voelt dat laatste onwaarschijnlijk.
De manier waarop ze over haar schouder kijkt en heen en weer beweegt, vertelt me dat ze niet op haar gemak is.

'Dat weet ik,' antwoord ze met opgezet zelfvertrouwen.

Ik herken haar stem direct als die van de priester Relisa. Haar keuze voor de achterdeur voelt opeens logischer. Ze is niet de dood, maar geen welkome gast. 'Wat moet je van me?'

'Naele.' Relisa's dunne lippen vormen een bezorgde glimlach. 'We moeten praten.'

Ik moet een zucht onderdrukken. We moeten helemaal niets, zij moet iets. 'Als je niets komt kopen, kun je vertrekken.'

'Laat je me praten als ik wierook koop?'

Ik vouw mijn armen over elkaar. Ik kan niet ontkennen dat haar mysterieuze bezoek me integreert. Maar ben ik nieuwsgierig genoeg om te luisteren na een zoveelste verhaal over hoe ik het licht van de manen nodig heb?

'Alsjeblieft Naele.'

Ik leun tegen de deurpost. 'Het ligt eraan hoeveel je koopt.'

'Zoveel mogelijk.'

Misschien is dit de moeite waard. Ik glimlach zwakjes en stap opzij. 'Oké, ik pak mijn ingrediënten en dan kun je praten.'

'Natuurlijk.' Relisa haast naar binnen. Ze viert haar overwinning niet met een glimlach. Als ze de kap van haar hoofd werpt, zie ik hoe serieus haar ogen staan. Haar indringende blik, forceert de lach van mijn lippen. Dit is geen wanhopige poging om mij naar de tempel te krijgen, er is echt iets aan de hand.

'Ga zitten en raak de planten niet aan.' Ik gebaar naar een kruk, voordat ik de potten met houtskool en gedroogde bloemen op mijn werktafel zet.

Het verbaast me hoe geduldig Relisa wacht. Ze heeft goede manieren voor iemand hoger op. Als ze geen priester was geweest, had ik graag een kop thee met haar gedronken.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: 13 hours ago ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

AskaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu