Hoofdstuk 13: Drakenland

114 8 0
                                    

Kwaad graait Scarlett met haar handen in een perkje met geurrijke bloemen. Het stuifmeel prikt in mijn neus en nestelt zich in mijn kleren. Scarlett zegt geen woord, ze zoekt gewoon achter de juiste bloem. Ze lijkt in haar eigen gedachten verzonken te zijn.
"Is alles goed met je?"
Ik hurk naast haar neer en zoek naar haar blik, maar Scarlett kijkt me niet aan. Ze maait gewoon verder tussen de bloemen.
"Natuurlijk", antwoordt ze kort en gooit haar hoofd in haar nek. Ze kijkt naar boven, naar de grijsblauwe hemel, waar een Draak met lome bewegingen langs vliegt. "Dit is gewoon niet mijn favoriete Rijk."
"Ik had het me enger voorgesteld: een dor land met dode bomen. Angstwekkender."
Scarlett lacht en plukt een vlaskleurige bloem van tussen zijn soortgenoten. Ze steekt het trots in de lucht en breekt de blaadjes van de stengel.
"Zo'n stuk land is hier ook. Daar leven voornamelijk de Draken. Met hun vlammen en hun zware gewicht hebben ze niets meer overgelaten van de natuur. Behalve hier."
Ik kijk om me heen en probeer me voor te stellen dat deze rijke variatie aan bloemen, struiken en bomen vervangen zou worden door modder en as. Geen woekerende natuur meer, waar alles doorheen elkaar groeit en de zon altijd lijkt te schijnen. Geen zacht mos meer onder mijn voeten, maar aangestampte aarde.
"Draai je om", beveelt Scarlett me zacht.
Ik draai mijn rug naar haar toe en voel haar vingertoppen over de wonde glijden. Het bloed is beginnen stollen en heeft zich op mijn huid en in de stof van mijn hemd vastgekleefd. Er ligt een dikke korst over het gedeelte dat afgeschraapt is en jeukt fel.
"Ik heb water nodig", fluistert Scarlett. "Trek jij intussen je hemd uit."
Ze heeft haar zin nog maar net uitgesproken, of ze is al verdwenen. Ik kijk zoekend om me heen, maar er is niets meer van haar te bekennen. Enkel een zacht briesje wind, dat mijn gezicht streelt, verraad haar vertrek.
Ik trek mijn geruite hemd over mijn hoofd en leg de lap stof naast me neer in het mos. Op dat moment arriveert Scarlett alweer, die me begeerlijk aankijkt. Ik weet niet of het omwille van mijn bebloede wonde is, of omdat het mijn lichaam is dat haar aanspreekt.
Scarlett laat haar hand over mijn gewonde rug glijden, teder en vriendelijk. Haar kin rust op mijn schouder, terwijl haar mond lieve woorden in mijn oor fluistert. Ik voel hoe mijn hart een paar tellen overslaat en het kriebelende gevoel weer ontstaat. Ik realiseer me plots dat ik niet veel tijd meer met haar heb. Zeven dagen, zes nachten. Dat was het uitstel dat ik van Leonora gekregen heb. Weldra breekt de derde nacht aan, dan ben ik al voorbij de helft...
Scarletts handen verdwijnen van mijn huid en malen nu de bloem in het water dat ze gaan halen is. Ik zie dat ze een kommetje heeft gemaakt van bladeren, waarin ze het bruine water bewaart. Het ziet er alles behalve gezond uit. Ze laat de bloem tussen haar vingers verpulveren tot kleine stukjes en giet vervolgens het mengsel over mijn gewonde schouder. Ik hap naar adem omdat het water ijskoud is. Nadien volgt de pijn. De pijn van de genezende werking van de bloem op mijn wonde.
"In Fantasia's naam", vloek ik zacht. Opmerkelijk eigenlijk hoe snel ik me aangepast heb aan deze Onderwereld.
"Even doorbijten", fluistert Scarlett. "Ik zal je ondertussen wel op andere gedachten brengen."
"En hoe denk je dat te doen?" vraag ik uitdagend.
Scarlett staat op en komt voor me zitten. Ze legt haar armen in mijn nek en kruipt op haar knieën dichter tegen me aan. Haar vingers strijken doorheen mijn haar terwijl haar mond mijn hals begint te zoenen. Ik sluit genietend mijn ogen en leg mijn armen stevig om haar middel heen. Tussen haar zoenen door voel ik soms haar puntige hoektanden over mijn huid glijden, als koude mesjes die dreigen te steken bij een zwak moment. Maar ik negeer ze, ik negeer zelfs het brandende gevoel op mijn schouder. Ik kan alleen maar aan Scarlett denken, die nu zo dicht tegen me staat en verlangend haar mond dichter naar de mijne brengt. Even open ik mijn ogen weer, omdat ik voel dat Scarlett me aanstaart. Haar handen steken nog altijd in mijn haar, haar ogen staan speels. Een zacht briesje laat haar haar in de wind mee wapperen. Het ziet er betoverend uit, waardoor ik in een soort trance terechtkomt. De wereld lijkt gestopt te zijn met draaien en alleen wij hebben het overleefd.
Alleen Scarlett en ik.
"Je begrijpt echt niet welke invloed je op mij hebt", fluistert Scarlett terwijl ze mijn wang streelt. Haar andere hand heeft zich ook losgemaakt uit mijn haar en glijdt nu via mijn hals naar mijn borstkas toe, richting mijn hart. Ze voelt en luistert naar het kloppen van die sterke spier en lijkt even spijt te hebben dat zij dat niet meer heeft.
"Ik ben niet zo goed met woorden als jij", geef ik eerlijk toe en laat me voorzichtig achterover vallen. Mijn wonde prikt zacht wanneer het in aanraking komt met het mos, maar de pijn is dragelijk.
"Laat staan om je te vertellen hoeveel je voor me betekend. Of hoe verliefd ik wel niet op je ben."
Scarlett glimlacht zacht en strijkt een losgekomen rode lok achter haar oor. Ze vlijt haar hoofd tegen mijn borstkas aan en luistert naar het ritmische geklop van mijn hart.
"Bewijs het me dan", antwoordt Scarlett na enkele seconden en kijkt me uitdagend vanonder haar wimpers aan.
Ik leg mijn hand tegen haar wang en begin haar te zoenen, alsof mijn leven ervan af hangt. Ik duw Scarlett zo dicht tegen me aan dat er geen lucht meer tussen ons inzit, alsof ik bang ben om haar te verliezen in mijn eigen verlangen. Mijn handen betasten haar hobbelige huid. Ik kan alleen maar denken aan ons twee. Aan een toekomst die ik voor ons beiden had weggelegd, maar nooit werkelijkheid zal worden...
Voorzichtig los ik haar lippen en hoor een sissend geluidje op mijn rug. Verbaasd ga ik rechtop zitten en kijk over mijn schouder naar de wonde, maar die is hélemaal verdwenen. Scarlett glimlacht tevreden en fluistert dat het gewerkt heeft. Ze staat op en biedt me haar hand aan, waar ik op inga.
"Heb je de kleren nog die je droeg toen we vertrokken?" vraagt ze.
"Natuurlijk. Maar ze steken wel nog in mijn rugzak."
"Goed, ik ga ze halen. Trek intussen die cowboykleren uit."
Ik knik dankbaar en volg haar bevel op. Eerlijk toegegeven heb ik er genoeg van om erbij te lopen als een oude, Westerse figuur. Die losse broek met stevige riem is dan misschien wel comfortabel om mee paard te rijden, maar als rondtrekkende avonturier hunker ik weer naar mijn vertrouwde, strakke jeansbroek.

Fantasia 3: Bedorven BloedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu