e e n

40 6 1
                                    

Drup drup drup
Al anderhalf uur lang kwam het water met bakken uit de hemel. De straten stonden volledig blank doordat de putten de grote hoeveelheid water niet meer konden verwerken. Lars had een tijdje hoopvol naar de gitgrijze lucht zitten staren, maar die hoop was al snel vervangen door moedeloosheid. Daisy, zijn vierjarige beagle, moest nodig uitgelaten worden, maar dit weer was zelfs het hondje te gek. Lars' moeder Ellen kwam naast hem staan. Ze bond haar donkerblonde haar, dat Lars overigens van haar geëerfd had, bijeen in een paardenstaart en zei hem dat hij nu wel echt moest gaan, omdat het anders al donker werd. Lars wist dat ze gelijk had. Met grote tegenzin pakte hij zijn jas van de kapstok en griste in het voorbijgaan Daisy's riem mee. Meestal stond zijn hond te springen om mee naar buiten te gaan, maar deze keer moest Lars haar met geweld meesleuren. Daisy zette piepend haar pootjes schrap en verzette zich hevig. Uiteindelijk tilde Lars haar zuchtend op en droeg haar naar buiten.
Het leuke aan Daisy was dat ze helemaal bijdraaide als ze eenmaal buiten was. Ze sjokte voor eventjes chagrijnig met Lars mee, maar algauw begon ze speels naar de regendruppels te happen en draafde ze voor haar baasje uit richting het park.
Dat was het moment dat Lars haar voor het eerst zag.
Ze zat op het bankje midden in het park. De lantaarnpaal rechts naast haar wierp een geheimzinnig schijnsel op haar gelaatstrekken. Ze droeg een halflange, witte jas met gele stippen en bijpassende, kanariegele regenlaarzen. Haar haren gingen verborgen onder een grof gehaakt mutsje dat dezelfde kleur had als haar laarzen. Aan de andere kant naast haar stond een rode paraplu tegen het bankje aangeleund.
Onbewust was Lars blijven staan. Hij vond het maar wat vreemd dat iemand op een bankje in het park ging zitten met dit weer. Het was koud, het was avond en - het meest opvallende - het regende. En het was niet zomaar een buitje. Lars kon nauwelijks verder kijken dan zijn eigen hand als hij zijn arm uitstrekte, zo dicht was de regen. Het was de felle gele kleur van haar kleding die zijn aandacht had getrokken, anders had hij haar nooit opgemerkt. Lars besefte dat hij had staan staren toen Daisy zachtjes kefte om zijn aandacht te trekken. Het meisje keek op.
Het was alsof Lars in een zwart gat viel, zo donker waren haar ogen. Zelfs door het gordijn van regen en de afstand die er nog tussen hen in zat heen kon hij zien hoe diepbruin haar irissen waren.
De kleur van pure chocolade.
Voor hij zelf goed en wel doorhad waar hij mee bezig was, stapte hij op haar af.

*-*-*

Whoopwhoop, nieuw verhaal. Wel iets totaal anders dan wat ik normaal schrijf, maar hé, misschien wordt het wel een groot succes ;)
Anyways, hopelijk is het leuk! Laat me weten wat je vindt!
Xx

Pluviophile (dutch lovestory)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu