3.

35 5 3
                                    

De jongen waar bij ik al zes jaar in de klas zat komt weer naar me toe. Hij trekt me omhoog en houd zijn gezicht heel dicht bij de mijne. Ik kijk snel weg.

'Kijk me aan!'

Hij trekt mijn gezicht weer recht. Hij begint weer te lachen en laat me los waardoor ik bijna naar achteren val. Waarom moeten ze mij altijd hebben? Natuurlijk wist ik het antwoord al op die vraag. Omdat 'ik' het ben. Maar diep van binnen vond ik het een onlogisch antwoord. De jongen wreef door mijn haar. Ik wist nu precies wat ze gingen zeggen. Dat kreeg ik elke dag te horen.

'Wat heb je weer lelijk haar!'

Ik wist dat ik niet het perfecte haar had wat een jongen zich kon wensen, maar het was altijd beter dan niks. Ik had wit haar wat altijd door de war zat en had een spierwitte huid. Ik maakte me niet druk om hoe mijn haar zat wat bijna elke jongen wel doet, waarvan hij één was. Ik bleef en tijdje naar de grond staren. Één van de jongens merkte iets op en vluisterde het in het oor van de andere jongen. Ik keek verbaasd op.

'Hee sneeuwwitje! Wat heb je op je hand zitten?'

Ik keek naar mijn handen en verstopte ze snel in mijn mouwen. Ze hadden blijkbaar de tekens op mijn handen gezien. De voorste jongen liep naar me toe en trok mijn handen uit mijn mouwen. Hij keek naar de tekens op mijn handen en begon te lachen.

'Wat hebben we hier!'

Hij keek met een snelle blik naar de zwarte tekens op mijn handen en liep toen weer naar zijn vrienden. De twee andere jongens begonnen te lachen. Ze pakten hun fietsen weer en reden weg. In de verte schreeuwden ze nog wat naar me, maar ik kon het niet verstaan. Ik keek naar mijn fiets. Die kon ik niet meer gebruiken. Er zat maar één ding op. Thuis blijven. Ik kon natuurlijk ook lopend naar school gaan maar dat kost me te veel energie.

Als ik Thuis ben aan gekomen ga ik meteen naar mijn kamer. Ik laat me op mijn bed vallen en begin zachtjes te huilen. In het begin trok ik me er niks van aan maar langzamerhand begin ik me onzeker te voelen. Ik ga onder mijn dekens liggen en begin steeds harder te huilen. Waarom zouden ze me dit aan doen? Waarom mij? Elk woord wat ze tegen me zeggen raakt me steeds meer en meer. Elke keer verlies ik hoop om nog een normaal leven te lijden. Vinden ze het leuk om mensen langzaam uit elkaar te scheuren tot dat er niks met van over is?

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Oct 05, 2015 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Demon Storm (ON HOLD)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu