Harry Potter : een nieuw begin

De eerste dagen

De deur werdt open gedaan door iemand die de broers direct kende; Lily Potter.

'Ah, bedankt Professor Lubbermans, ga nu maar gouw anders mist u de sorteer seremonie.'

De man knikte en liep weg.

'Goed, alleseerst heet ik jullie welkom op Zweinstein. Vele van jullie zullen al eens gehoord hebben van deze school. Zodadlijk begind de sorteerseremonie. Jullie worden verdeeld over de vier verschillende afdelingen: Grifoendor, Zwadderich, Huffelpuf of Ravenklauw. Elk van deze afdelingen heeft elk een selectie van eigen opmerkelijke toverenaars en heksen voort gebracht. Tijdens je verblijf fungeerd je afdeling als je familie. Triompven leveren je afdeling punten op, bij overtreding van de regels worden ze afgetrokken. Goed, als jullie me nu zouden willen volgen.'

Ze ging de eerstejaars voort.

Casper werdt een beetje zenuwachtig van de brandende toortsen en bleef dicht in de buurt van Thomas en Hans.

 Lily stopte voor een masiefe deur en deed deze open.

Ze liep met de eerstejaars voor langs de lange houten tafels.

Ze stopte voor een klein podium waar nog een tafel op was gezet, waarachter de leraren zaten.

Voor het podium stond een versleten hoed op een klein krukje.

'Als ik jullie namen voorlees nemen jullie op het krukje plaats. De hoed verdeeld jullie over de afdelingen.'

Ze pakte een lijst van perkament en las de eerste naam voor.

'Aarend, Jason'

Jason liep met knikkende knieen naar de stoel en nam plaats.

De hoed wachte even en zei toen: 'Ravenklauw'

De tafel links van hun barste in gejuig uit.

Jason liep naar de tafel en ging zitten, naast een jongen met blond haar.

'Arnolds, Vera.'

Een meisje kwam naar voren en nam op het krukje plaats.

'Grifoendor': zei de hoed.

De tafel naast die van de Ravenklauwers baste in gejuig uit.

En zo ging het een tijdje door.

Uitindelijk stond Hans, Thomas en Katia er nog alleen.

'Van Leeuwen, Hans': zei Professor Potter.

Hans liep naar voren en nam op de kruk plaats.

De hoed wachten even en zei toen: 'Ravenklauw'

Hans zuchte, maar het was niet van opluchtig kon Thomas zien.

'Van Leeuwen, Thomas'

Thomas liep onzeker naar voren en nam op de kruk plaats.

De hoed gleed over zijn ogen en ineens klonk er een stem.

'Ah, een tweeling dus, en eentje met een goede band zo te zien, maar er zit wat meer moed in jouw dan in je broer, dus wat doe ik daar mee?'

Thomas probeerde al zijn gedachten al te sluiten, hij wilde niet smeken.

'Hmmm, een tweeling met zo'n sterke band, ik zie mogelijkheden als jullie door de juiste mensen worden getraind, dus een advies. Ga ervoor.'

Thomas knikte.

'Ravenklauw': zei de hoed en de naam klonk als een gongslag.

Thomas zette de hoed af en ging naast zijn broer zitten.