Hoofdstuk 1: 2003

473 17 1
                                    

"Op een dag word ik een zakenman, een multimiljonair met villa's door heel Marokko en Nederland. Ik zal stinkend rijk zijn, zo rijk dat ik alleen groene, gele en paarse briefjes naar al mijn fans zal gooien." Hij lachte en sloeg met zijn hand op tafel.

Met een glimlach luisterde ik naar het ratelen van mijn vier jaar jongere broertje, Adam. Met een dromerige blik in zijn ogen vertelde hij over de reizen die hij zou maken, de mooie strakke auto's waar hij in zou rijden en de huizen de hij zou kopen.

Mijn jongere broertje Adam, mijn oogappeltje. Ik had twee jongere zusjes, Sarah en Mina, en een oudere zus, Hanan, maar Adam was mijn lievelingetje. Hij was druk en soms ontzettend vervelend, maar hij was ook zo ontzettend lief. Hij kwam voor je op wanneer je het nodig had, maakte je hard aan het lachen wanneer je pips was en "schaamt zich niet om een doosje maandverband voor je te kopen, ja.", zoals hij dat altijd zegt.

"En vrouwen. Ik zal de mooiste vrouw van de wereld naast me laten zitten, terwijl ik over de snelweg race in m'n auto."
Hij zuchte dromerig en leunde met zijn gezicht op zijn elleboog, op tafel.
"Zij met haar haren los, wapperend door de wind, en met haar zonnebril op."

"Is dat zo, Adam? En wie mag deze vrouw dan wel niet zijn, hmm?"
Ik keek op naar de deur, waar mijn moeder geamuseerd mee stond te luisteren. Ze had een vermoeide blik in haar ogen.

"Mama, kom zitten."
Ik stond op en bood haar mijn stoel aan. Ze glimlachte en streek met haar hand over mijn wang voor ze met een diepe zucht plaats nam.
"Ya Allah, ik word steeds ouder. Maar Alhamdulilah, ten alle tijden." Ik glimlachte naar haar en draaide me om naar de waterkoker om wat thee te zetten.

Adam stond op en probeerde de keuken uit te sneaken, maar mijn moeder had het al in de gaten. Ze kuchte en met één blik van haar, nam hij meteen weer plaats op de stoel waar hij op zat. Hij had moeite met het onderdrukken van een grijns, iets wat hij altijd had als hij zich betrapt voelde.

"Over welke vrouw had je het, duivel?"
Ze keek hem onderzoekend aan. Daarna zuchtte ze diep.
"Als jij met je neus meer in de schoolboeken zat en minder aan vrouwen dacht, had je op het VWO in plaats van op de HAVO gezeten."
Hij rolde met zijn ogen en mompelde wat. Mijn moeder keek hem streng aan en hief haar hand op. Hij kromp in elkaar, verwachtend dat ze hem zou slaan.
"Dombo," gaf ze als reactie en ze hief haar ogen ten hemel terwijl ze met haar hand even over zijn trui ging om een pluisje weg te vegen.

Ietswat opgelucht begon hij te lachen. Hij pakte haar hand en drukte er een kusje op.
"Ik had het over jou, in mijn ogen ben jij de mooiste vrouw in de wereld. Je bent wel een beetje oud geworden, maar toch."
Hij grijnsde.
"Je mag er wezen, ma."
Mijn moeder en ik schoten in de lach en zij keek hem hoofdschuddend aan. Hij lachte kort, drukte een laatste kus op haar voorhoofd en maakte zich snel uit de voeten.
"Charmeur", mompelde mijn moeder met een glimlach op haar gezicht terwijl ze de thee van mij aannam.
"Dank je, Khadija."
Haar ogen schoten eventjes terug naar de richting waarin Adam was verdwenen en ze zuchtte weer diep.
"Hij is pas twaalf en denkt nu al aan vrouwen. Maar goed. Hoe ging het op school vandaag?"

"Het ging goed, mama. Dank je."
Ik aarzelde even, maar ging weer verder.
"De lessen gaan goed, maar ik heb een gedeelte van het lesgeld nog niet kunnen betalen. Ik.."
Mijn moeder onderbrak mij door haar hand op te heffen en ik zweeg, eigenlijk al wetend wat haar reactie zou zijn.
"Khadija, daar moet jij je geen zorgen over maken."
Ze keek me onderzoekend aan.
"Ik zal aan het einde van de maand het geld opsturen, het komt goed. Ik heb deze weken extra gewerkt, dus."
"Mama?"
"Khadija, het komt goed."
Ik nam plaats op een stoel naast haar en pakte haar hand.
"Mama, luister. Wat als ik gewoon nog een extra bijbaantje zou nemen naast mijn opleiding. Dan werk ik doordeweeks ook in de avonden. Dan zou ik je.."
Ik werd al snel onderbroken door de klap waarmee ze haar mok op tafel smakte.
"Khadija, nee. Je hebt al een baantje en je moet tijd maken om te kunnen studeren."
Ze zuchtte en ging even met haar handen over haar gezicht. Daarna keek ze mij met een serieuze blik aan.
"Dit is niet jouw verantwoordelijkheid, Khadija. Het komt goed."
Met een felle blik in haar ogen die mij uitdaagde haar tegen te spreken, keek ze mij aan. Ik zuchtte diep en knikte toegevend.
Ik wist dat het niet goed zou komen, maar in discussie gaan zou verspilde moeite zijn. Ze zou niet toegeven.

"Voor jou, Khadija."Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu