Hoofdstuk 3.

2.3K 70 4
                                    

25 uur voor de ontvoering                

‘Tot volgende week’ roept Karin naar haar begeleidster. Ze is een keer vroeg klaar op de woensdag. Wat is dat toch fijn als de kinderen om kwart over twaalf vrij zijn. Ze pakt haar tas en loopt de school uit. De warmte komt haar tegemoet. Misschien is het ook handig om wat koud water te halen. Water is altijd goed voor de mensen die niets hebben. Ze stapt op haar fiets en rijdt naar de dichtstbijzijnde supermarkt. Vroeger gaf ze al haar spaargeld uit aan de zwervers. Ze kocht van alles. Toen ze tien jaar was kwam ze een meisje tegen van dezelfde leeftijd die maar één maar schone kleren had. Gauw is ze toen naar huis gegaan en heeft toen stiekem een jurkje van haar zelf meegenomen.

Haar moeder heeft het nooit doorgehad. Nu verdient ze zelf haar eigen geld en besteed het liever op zulke manieren. Een jaar geleden heeft ze een stel goedkope borstels en spiegeltjes gekocht en gegeven. De meeste vrouwelijke zwervers verzorgen zich wat beter en zien er nu wat vriendelijker uit. In de supermarkt pakt ze een mandje en pakt als eerste twee waterflessen met een zak plastic bekers. Ze haalt een pak koekjes, wat snoep voor de kinderen en een zak brood. Dit moet wel genoeg zijn bedenkt ze als ze in haar mandje kijkt. Karin loopt richting de kassa en rekent de spullen af. Gelukkig heeft ze haar grote tas meegenomen en kan ze alles daarin stoppen. Niet veel later komt staat ze voor haar eigen huis en zet haar fiets weg. Ze legt haar spullen van stage binnen neer. Het is druk in het park. Veel mensen die niet graag gaan zwemmen, kan je dan in het park vinden. 

Ze loopt over het pad richting het hek. Veel van de mensen die er wonen, kennen haar bij haar naam. Verschillende herkennen haar als ze het hek openmaakt. ‘Karin!’ hoort ze een vrouw roepen. Karin draait zich om en ziet dat Bianca op haar af komt gelopen. Bianca is net begin de dertig. Ze is als tiener het huis uitgeschopt, omdat ze nooit iets voor school deed. Ze kan nergens aan een baan komen. Als het een baan is, is dat ook maar voor eventjes. Bianca heeft geen geld om een huis te huren. Ze slaapt in een kraakpand, maar is vaak te vinden in het park. ‘Ga je weer een ronde lopen?’ vraagt Bianca. Bianca is naast haar komen lopen. ‘Ja. Weet jij nog mensen die echt wat nodig hebben?’ vraagt Karin en kijkt Bianca aan. ‘Ik loop wel mee’ antwoord Bianca. Als eerst komen ze bij een man aan die kreupel is.

‘Karin?’ vraagt hij. Ze knikt en gaat op haar hurken zitten voor de man. Hij weet wel hoe zij heet, maar andersom weet ze nauwelijks namen van de mensen. Ze opent haar tas en haalt de plastic bekers eruit. ‘Houdt u deze vast dan doe ik er water in’ zegt ze en houdt een leeg bekertje voor de man. Hij pakt hem dankbaar aan. Daarna schenkt ze het vol met water. Ze haalt de zak met brood uit haar tas en pakt er twee broodjes uit. ‘Eet deze ook maar op’ zegt ze en geeft de sneetjes brood aan de man. ‘Dankjewel’ antwoord hij met een glimlach. De man mist enkele tanden door te weinig hygiëne. Vaak krijgt ze medelijden met deze mensen, maar dat zet ze om in de manier om de mensen te helpen. ‘Kom we gaan naar de volgende’ haalt Bianca haar op uit haar gedachten. Karin staat op en stopt alles weer netjes in haar tas. Al enkele mensen hebben doorgekregen dat ze er is om spullen uit te delen.

Bianca loopt naar een jonge moeder met een kind van ongeveer twee jaar op haar schoot. Karin snapt gewoon niet waarom van zulke jonge meiden al een kind hebben. De jeugdzorg doet er echt niets aan. Tranen willen zich opwellen in haar ogen, maar ze krijgt het voor elkaar om ze binnen te houden. ‘Mia’ zegt Bianca zachtjes. Het meisje kijkt op. Donkere grote ogen kijken naar Karin. ‘Wees niet bang. Karin komt wat spullen brengen’ legt Bianca uit. Karin opent haar tas en haalt de fles met water eruit. ‘Bianca pak jij de bekertjes?’ vraagt Karin als ze de fles met water opendraait. Ze schenkt het plastic bekertje vol. Bianca geeft het aan de jonge moeder. Voorzichtig pakt die het bekertje aan en drinkt hem rustig leeg. Het kindje op haar schoot begint te huilen.

Het meisje geeft de beker terug aan Bianca. Karin schenkt de beker nog een keer vol. Dit keer geeft de jonge moeder haar kindje te drinken. Het jongetje begint gulzig te drinken. ‘Op’ zegt hij met een grijns op zijn gezicht. Karin begint erom te lachen. Ze zoekt in haar tas naar de zak met brood en het pak met koekjes. Ze haalt voor de moeder er twee sneetjes brood uit en geeft aan het jongetje een koekje. Die kijkt trots naar het koekje. ‘Eet maar’ lacht Bianca als het jongetje maar naar het koekje blijft staren. Voorzichtig neemt hij er een hap van. Zo loopt Karin nog een uur rond met Bianca. Ze geven verschillende mensen wat te eten. Iedereen die wat nodig heeft krijgt ook wat. Karin neemt afscheid bij het hek van Bianca.

‘Tot de volgende keer’ beloofd Karin en loopt richting huis. Ze loopt over het parkeerterrein. Ze heeft het gevoel dat ze wordt aangestaard. Ze kijkt om zich heen en schrikt. De zwarte auto staat er weer. Dit keer staat hij in een donkere hoek onder een boom geparkeerd. Gauw draait Karin zich om en loopt gauw naar haar huis toe. Als ze het huis inloopt laat ze zich tegen de voordeur vallen. Dit is niet het moment om bang te worden spreekt ze zich zelf toe. Ze zakt omlaag en blijft rustig tegen de deur zitten. Sluit haar ogen en luistert. Een auto rijdt langs het huis, de hond van de buren blaft, ze hoort kinderen schreeuwen die in het park spelen. Karin opent haar ogen en komt weer overeind.

 2 uur voor de ontvoering                           

 ‘Ga je nog een drankje meedoen in de stad?’ vragen haar klasgenoten. Karin kijkt op haar horloge. Tijd heeft ze zat, dus waarom niet? Ze stopt wat boeken in haar kluisje. Die neemt ze morgen wel mee. Ze heeft nu niet veel zin om die mee te slepen in de stad. ‘Klaar?’ vraagt ze aan haar klasgenoten. ‘Bijna. Rick komt er bijna aan’ antwoord Lisa. Rick en Lisa zijn al zolang een stelletje. Die vergeten elkaar niet meer. ‘Hoelang hebben jullie nu?’ vraagt een klasgenoot. ‘Twee jaar en vier maanden’ zegt Lisa trots. Sinds vorig jaar zitten die twee bij Karin in de klas. Best leuk een stelletje, maar Lisa en Rick zijn gewoon klef. Waar Lisa is, kan je Rick ook vinden. Op school ten minste. Buiten school hebben ze wel eigen vrienden. Rick komt eraan gelopen.  

Een kwartier later komen ze aan bij de stad. Lisa loopt voorop met Rick en zoekt een plek uit om wat te drinken. Sommige van de groep moeten ook nog wat eten dus die bestellen bij het drinken ook nog wat eten. Karin bekijkt de lunchkaart. ‘Die hawaii tosti is hier erg lekker’ raad Lisa aan. Als iedereen het eten en het drinken op heeft nemen ze afscheid van elkaar. Karin loopt met een stel andere richting het station. Het scheelt dat ze maar een half uur met de trein moet. Als ze nu wat doorloopt haalt ze haar trein nog. Niet veel later zit ze in de trein en staart naar buiten. Het is echt heerlijk weer.

Naast haar zit een oude man met een klein jongetje. ‘Opa! Moet u kijken hoe hard we gaan’ roept het jongetje enthousiast. ‘Straks vliegen we zo de lucht in’ zegt hij daarna zachtjes. Karin hoort dat de opa begint te lachen. ‘Treinen vliegen niet’ antwoord opa. ‘Toch zou het wel heel erg vet zijn!’ roept het jongetje. Karin ziet hoe er een grote grijns op het kleine gezichtje verschijnt. ‘Mag ik straks de kaartjes geven?’ vraagt het jongetje. Hij blijft maar verschillende vragen stellen aan zijn opa. Karin kijkt weer naar buiten en sluit dan toch nog maar even haar ogen. Een half uur later komt ze aan op het station. Het zonnetje en de warmte komen haar tegemoet. Als ze op de fiets zit geniet ze weer van de omgeving. Vooral als ze langs de terrasjes fietst. Vrouwen die met elkaar roddelen, de jongens die de meiden beoordelen. Maar wat er straks gaat gebeuren weet ze nog niet.

De ontvoeringWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu