Hoofdstuk 14.

1.3K 54 5
                                    

Thijs staart naar buiten. Waarom hebben haar ouders nou niet geluisterd. Morgen gaat hij terug samen met de andere. Karin moet hij nog voor een dag achterlaten. Dat zal een lange dag en nacht voor haar worden. Als zijn sigaret op is trekt hij het raam weer dicht. De gordijnen laat hij nog even open. Er komt hier toch niemand in de buurt. Toch moet hij op Jay blijven letten, omdat hij jammer genoeg deze plek wel weet. Het maakt hem ook echt niet uit als hij een jaar in de gevangenis terecht komt. Thijs draait zich om en loopt naar de keuken. Daar zet hij het lege bierflesje op tafel neer.

‘Jongens gaan jullie maar wat eten regelen’ zegt hij tegen de andere. ‘Ik let wel op haar’ antwoord hij als hij de blikken van de jongens naar de slaapkamer ziet gaan. Hij geeft één van de jongens zijn autosleutel. ‘Zorg ervoor dat hij heel en zonder krassen terug komt’ zegt hij als laatste. De jongens verlaten het huisje. Thijs gaat op de bank zitten. De deur tussen de woonkamer en de slaapkamer is dicht. Hij haalt zijn mobiel tevoorschijn. Eens kijken of er nog nieuws is bij Diego. Na het telefoon gesprek is er een hele hoop veranderd. Thijs moet vanavond al terug naar het huis. Hij snapt alleen niet waarom hij Karin hier twee hele dagen moet achterlaten. Ze kan toch dan niet eten en ook niet naar het toilet. Dan moet hij er maar morgenmiddag langs. Als de andere terugkomen, eten ze eerst.

Thijs vertelt wat de bedoeling is van de rest van de dagen. De jongens lopen alvast terug naar de auto. Thijs pakt wat brood en drinken. Daar moet ze het dan maar mee doen. ‘Je blijft hier nog wel even zitten. Zelf gaan wij nu weg. Je kunt nu nog naar het toilet. Daarna moet je het maar ophouden tot ik morgen zelf of iemand anders langs komt. Het eten moet je ook maar verdelen over vanavond en morgen’ zegt hij als hij de handboeien los maakt. Rustig loopt ze voor hem uit naar het toilet. Thijs blijft bij de deur wachten. Als ze op de deur klopt neem Thijs haar weer mee naar de kamer. Niet veel later stapt hij in de auto bij de anderen. Nog even kijkt hij in de achteruitkijkspiegel en rijdt dan weg. Als hij bij het huis aankomt, loopt hij gelijk door naar de kamer van Diego. Hij hoort hem schreeuwen als hij de gang in loopt. Meiden vluchten uit de kamer. Verschillende jongens lopen niet veel later ook de kamer uit.

Diego zal vast en zeker goed kwaad zijn, toch loopt Thijs de kamer in. Diego zit onderuit gezakt op de bank met zijn handen in het haar. ‘Heb je haar daar gelaten?’ vraagt Diego. ‘Natuurlijk heb ik haar daar gelaten. Morgen stuur ik wel iemand om te controleren hoe het gaat. Hoe ging het hier?’ vraagt Thijs en pakt een biertje uit het krat. ‘Haar ouders hebben maar de helft betaald. Wat voor rare mensen zijn het ook. We zullen ze nu wel wat langer in spanning houden. Misschien moeten we die meid maar meer mishandelen. Dan gaan misschien de ouders wel luisteren’ antwoord Diego. ‘Waarom haar mishandelen? Kunnen we niet ervoor zorgen dat ze hier ook als een meid in huis rondloopt. Kunnen we haar ook in de gaten houden’ zegt Thijs. Hij ploft naast Diego op de bank.

‘Nog wat van de politie gehoord?’ vraagt hij maar als Diego geen antwoord geeft. ‘Helemaal niets. Snap er maar weinig van. Remon heeft niemand gezien. Ze zijn ons ook niet gevolgd. Toch laten we die meid nog twee nachten in dat huisje’ beslist Diego. Thijs staat op en loopt richting de keuken. ‘Hé knapperd’ wordt er in zijn oor gefluisterd. Thijs draait zich om. De meid van vannacht gooit zich zowat in zijn armen. Vannacht was het leuk met haar, maar hij is haar nu goed zat. Elke keer als ze hem ziet. Hij duwt haar van zich af en loopt naar buiten. Als ze slim is blijft ze gewoon daar in de keuken. Buiten loopt hij naar zijn auto. Hij heeft absoluut geen zin om de hele avond in het huis rond te hangen. Uiteindelijk rijdt hij maar richting het park. Er hangen altijd wel wat mensen van de bende rond. Thijs zet zijn auto aan de kant en loopt het park in. Al gauw heeft hij het gevoel dat hij wordt achtervolgd. Thijs draait zich om. Een jonge jongen volgt hem.

Rustig loopt hij door tot het moment dat de jongen vlak achter hem loopt. Hij pakt de jongen bij zijn kraag vast en duwt hem tegen de eerste beste boom. ‘Rustig maar, ik ben het’ antwoord de jongen benauwd. Het blijkt één van de nieuwe jongens in de bende te zijn. ‘Waarom volg je me?’ vraagt Thijs en zet de jongen weer op de grond. De jongen veegt zijn kleren schoon en kijkt hem woedend aan. ‘Mag ik niet gewoon hier lopen?’ vraagt hij. ‘Doe het dan tenminste niet op die manier. Straks heb je met andere ruzie, met wie je beter geen ruzie kan hebben’ waarschuwt Thijs de jongen. Dan draait hij zich om en loopt naar de andere uit de bende. De jongen blijft nu wat verder achter hem lopen. Hij ziet een stel jongens op de bank zitten met wat meiden die erom heen hangen. Hij ziet Jay gelijk in het midden zitten. Met zijn grote mond heeft hij heel wat praatjes. Rustig loopt Thijs er naar toe en neemt de groep in zich op. Jay kijkt hem uitdagend aan. Thijs ziet gelijk in zijn ogen dat hij op ruzie uit is.

‘Waar is die chick gebleven?’ is het eerste wat Jay vraagt. ‘Gaat jou geen moer aan’ antwoord Thijs en kiest ervoor om gewoon te blijven staan. De meid die bij Jay op schoot zit springt eraf. Jay staat op en gaat voor hem staan. Grijnzend kijkt Thijs naar hem. Denkt die jongen nu echt op deze manier indruk te maken? Misschien is het wel goed om maar eens weer te laten zien wie onder de baas staat. ‘Zeg op’ zegt Jay nog een keer. Hij haalt uit met zijn vuist. Thijs ontwijkt die gemakkelijk en zijn vuist komt recht in de buik van Jay terecht. Die eerst dubbelslaat van de pijn. Dan staat hij weer op en springt op de rug van Thijs. Wat wil hij hier nu mee doen, vraagt Thijs zich af. Hij trekt Jay over zijn nek heen en Jay beland op zijn rug. Hij staat op en Thijs ziet dat hij zijn mes tevoorschijn heeft gepakt. Nu moet hij gauw handelen. Zijn hand gaat naar zijn glock en hij haalt hem uit zijn broek.

‘Neerleggen, Jay’ zegt Thijs. De anderen vallen stil en doen wat stappen achteruit. De vrouwen gaan gauw achter de jongens staan. Jay blijft dreigend tegen over hem staan. Toch ruimt hij zijn mes op. Jay druipt langzaam af en gaat weer op de bank zitten. Thijs leunt tegen een boom aan. Twee meiden komen op hem afgelopen. Ze gaan altijd voor degene die hoger staat dan de ander. ‘Ik sta aan jou kant hoor’ fluistert er één in zijn oor. ‘Maak dat je wegkomt’ zegt hij bot. Zulke meiden zijn echt een stel overlopers als wat. Misschien niet in verschillende bendes, maar wel in de bende zelf. Als Thijs terug gaat naar het huis neemt hij wat andere mee in de auto. Het is druk in het huis. Hij loopt zonder meid naar zijn kamer toe en valt op het twee persoonsbed neer. Zijn wapens legt hij op het tafeltje neer.

Er wordt op zijn deur geklopt. ‘Ja’ antwoord hij terwijl hij zijn shirt uittrekt. ‘Mag ik hier slapen?’ vraagt een meisje in de deuropening. Het is één van de meiden uit het park. ‘Slapen ja’ antwoord hij. Ze doet de deur achter zich dicht. Hij schat haar ongeveer zeventien. Ze is gewoon blij dat ze ergens kan slapen. Ze houdt haar kleren aan en gaat op het linkergedeelte liggen. Thijs laat zich achterover zakken en leunt met zijn armen onder zijn hoofd op het kussen. ‘Hoe heet je?’ vraagt hij aan het meisje. ‘Leonie’ antwoord ze. ‘Wat doe je hier?’ vraagt hij dan. Ze draait zich naar hem toe. ‘Mijn ouders hebben me het huis uitgetrapt’ antwoord ze. ‘Hoe krijgt zo’n meid als jij dat voor elkaar?’ vraagt hij. ‘Mijn ouders hadden te weinig geld’ zucht ze. De ouders van Karin hebben genoeg geld over voor hun dochter.

Hoe zal het nu met haar gaan. Heeft hij wel een lampje aangelaten? Anders zit ze daar echt in het donker. Heeft hij de gordijnen wel goed dicht gedaan? Het duurt nog een hele poos voordat Thijs in slaap valt. Hij heeft gewoon teveel vragen in zijn hoofd. Als hij wakker wordt is het meisje alweer verdwenen uit zijn kamer. Moe rekt hij zich uit. Hij gaat vanmiddag zelf wel de kant op richting het huisje. Misschien blijft hij daar ook wel vannacht. Hij heeft de taak gekregen om op haar te letten, maar het is wel een taak die zorgt voor slapeloze nachten.

De ontvoeringWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu