002

332 15 1
                                    

'Ibtissam wacht eens!' Roept Hanane en komt naar me toe gerend. 'Hé meid. Hoe was je weekend?' Vraag ik en gooi mijn rugtas over mijn rechter schouder. 'Naar omstandigheden.' Mompelt ze en staart naar het puntje van haar schoen. 'We hebben het allemaal moeilijk. Maar samen slaan we ons er wel doorheen.' Stel ik haar gerust en sla mijn arm om haar heen. Hanane is de jongste van onze groep en ook de nieuwste. Wat zal ze wel denken van ons nu. Ik vind het verschrikkelijk wat die eikel Seher aandeed, en hij zal het voelen ook. 'Goeiemorgen chikies!' Roept Safia die bij ons komt staan en al snel mengt ook Zakia zich bij ons. 'Kijk eens aan, de meisjes die moordenaar riepen!' Hoor ik de kut stem van Chaima zeggen en de rest lacht vrolijk mee. Zodra we iedereen vertelde over Akram's actie, is de politie het bos ingegaan, geen spoor van Seher, Akram of de moord. Haar ouders gaven zelfs aan dat Seher een tijdje bij haar oma was en Akram's ouders vertelde dat hij die avond thuis was, samen met zijn broer playstationen. Ik weet dat ze liegen. Maar waarom? Ik word toch niet gek!

Chaima negerend lopen we het binnentuintje in en nemen plaats op het gras. 'Heey meisjes.' Hoor ik en voel me stikken in mijn eigen speeksel. Hoe durft hij, de schoft! 'Flikker op Akram!' Roept Zakia en staat op. 'Rustig. Ik kwam alleen kletsen.' Zegt hij en doet een stap achteruit. 'Kletsen? Ben je gek in je hoofd. Ze zullen er nog wel achterkomend Akram! Rot op van ons!' Sis ik. 'Wow Ippie! Doe eens rustig man! Jij hebt echt teveel films gekeken!' Lacht Akram. 'Jij bent de reden dat ik niet meer slaap in de nacht!' Krijs ik en zie iedereen ons aankijken. 'Had me dan verteld dat je me leuk vind?' Lacht Akram. 'Flikker!' Roept Zakia en allebei springen we boven op Akram en slaan erop los. 'Hoe durf je ons op te zoeken, en ons aan te spreken? Je hebt wel lef! Ooit van manieren gehoord!' Roep ik. 'Hé bitch! Ik weet niet wat er mis is met jou, maar blijf met je liegende poten van me af!' Hoor ik hem roepen en voel een stoot tegen mijn kaak. Zakia ontvangt dezelfde en beide vallen we op de grond. 'Hé! Ben je helemaal gek in je hoofd!' Hoor ik en voel iemand zijn handen plaatsen onder mijn armen en mij wegslepen. 'Alles Oke? Blijf hier Oke? Ik ben zo terug,' hoor ik Youssef, de broer van Hanane zeggen en al snel loopt hij richting Akram. Soufiane, de andere broer van Hanane staat bij Zakia en loopt ook naar Akram. Ik voel een hevige steek in mijn kaak. 'Vind je het leuk? De levens van jonge meisjes verpesten! We zouden jou dood moeten maken! Kleine zemmer(homo)!' Roept Youssef en haalt uit naar akram. 'Ze liegen man! Zie ik eruit alsof ik een meisje zou doden!' Roept Akram bang. 'Ik ken al die meiden sinds hun geboorte. En geen van hen zou zo iets verzinnen!' Roept Soufiane en haalt nu ook uit. 'Wollah laat mij je ooit treffen in de buurt van mijn zusje of haar vriendinnen! Dan zal jij de volgende dode zijn!' Hoor ik Youssef zeggen en met die woorden lopen ze weg en knielt Youssef naast me neer. Youssef is de 19 jarige broer van Hanane(foto in omslag). Hij heeft groen/grijze ogen, kleine bruin/blonde stijle haren die meestal in een opscheertje zitten, een geweldige glimlach en een perfect gezicht. Hij is net terug van een 12 jaar lange vakantie bij zijn grootouders in België. Hij kon het niet vinden met zijn vader en is het huis uit gegaan. 'Gaat het?' Hoor ik hem vragen. 'Jah. Jaah het doet alleen een beetje pijn.' Zeg ik en wrijf pijnlijk over mijn kaak. 'Zemmer(homo), laat hem het nog maar een keer proberen! Ik maak een einde aan hem.' Zegt hij en helpt me opstaan. 'Waar zijn mijn manieren. Ik ben Youssef Larouch. Broer van Souff en Hannie.' Zegt hij en steekt zijn hand uit. 'Weet ik. Ik ben Ibtissam Akrouh. Zusje van Adam en fouad.' Vertel ik en neem zijn hand aan. 'Souff! Kom icepack halen voor de dames bij kantine dame!' Roept hij en al snel begeleid hij me naar de kantine.

Ik zit naast Hanane en de andere dames zitten voor ons. We zitten midden in de les biologie, maar hebben daar momenteel geen behoefte aan. 'Ik weet niet wat die hufter van ons wilt! Maar hij blijft maar uit onze buurt! Ik word gek van die gast.' Vertelt Hanane. 'Ik slaap al weken niet! Elke keer als ik mijn ogen sluit, zie ik het allemaal opnieuw proberen.' Zeg ik en staar naar mijn vingers. 'En het ergste is, dat die flikker al het bewijs heeft weggehaald, en iedereen nu denkt dat we liegen.' Zegt Safia. 'Hannie's broers geloven ons wel. Thuis gelooft de helft het, en de rest denkt dat het een schreeuw om aandacht was.' Vertel ik. 'Lukt het dames? Zal ik thee en koekjes meenemen?' Vraagt Meneer Worrel, de docent en staart ons aan. 'Nee meneer. De dames maken zeker een nieuwe leugen. Laat ze, hij zal vast zo slecht zijn als de vorige!' Lacht Nissrine. 'Nou dan zul jij degene zijn die word vermoord. Al moet het eige handig!' Roept Hanane. 'Mevrouw Larouch! Eruit!' Roept Worrel. 'Wat! Waarom!' Roept ze. 'Wegens bedreiging van iemand's leven. Wees blij dat ik je niet schors!' Roept hij. Mompelend verlaat Hanane het lokaal. Ik kijk de meisjes aan en ze snappen allemaal. 'Ik maak je dood Nissrine! Al is dat het laatste dat ik doe!' Roep ik door Worrel zijn uitleg. Hij staart me boos aan en ik ruim mijn tas in. Met een dikke lach op mijn gezicht verlaat ik het lokaal en loop naar de binnentuin waar Hanane waarschijnlijk zit. 'Raak me niet aan! Rot op!' Hoor ik haar gillen wat mijn gedachte bevestigt. Daar zie ik Akram staan met zijn handen om haar nek. 'Jij mag Seher achterna! Zal je leren, mij lopen verlinken!' Roept hij. Ik zie Hanane blauw aanlopen en ren erop af. 'Blijf met je smerige handen van haar af!' Gil ik en duw hem weg. Hij kijkt me vermakelijk aan en barst in lachen uit. Hanane valt op de grond en hapt naar adem. 'Hier schat. Drink wat.' Zeg ik en overhandig haar mijn fles water. 'Twee vliegen in een klap! Je maakt het me wel heel makkelijk!' Lacht hij. 'Wat wil je van ons!' Roep ik. 'Hoe is je kaak?' Lacht hij. 'Waarom doe je dit? We hebben jou nooit met een haar gekrenkt!' Roep ik en voel tranen over mijn wangen rollen. 'Nee maar meisje toch. Niet huilen.' Zegt hij nep verbaasd en veegt de tranen met zijn duim weg. 'Raak me niet aan!' Zeg ik en doe een stap achteruit. 'Weet je lieve Ibtissam! Jullie zijn nooit lief geweest tegen mij! Met dat domme clubje van jullie. Mij uitlachen, nutteloos laten voelen, mij opwachten na schooltijd en mij vervolgens in elkaar slaan! En nu is het mijn kans om te schijnen!' Roept hij. 'We waren klein Akram! Ik was 7 jaar!' Roep ik en zie hem een mes uit zijn zak toveren. 'Mijn hele leven voelde ik mij nutteloos! Alsof ik de wereld niet waard was! Maar jullie zijn het leven niet waard! En nu help ik het lot een handje!' Gilt hij. Hanane die inmiddels is bijgekomen probeert op te staan maar ik zeg haar te blijven zitten. Steeds komt Akram dichterbij en loop ik verder naar achter. 'Hier bereik je niks mee Akram. Je ken geen 20 mensen doden zonder gepakt te worden! Wou je de hele klas terug pakken!' Roep ik. 'Ja zo'n beetje. Ik ben met Seher weggekomen...' Lacht hij vals en dan nadert het moment waar ik voor vreesde. Ik knal tegen de muur aan en Akram komt dichterbij. 'Ga weg! Je bent gek!' Roep ik. Hij zet het puntje van het mes tegen mijn nek aan en lacht duivels. 'Karma is een bitch meisje!' Sist hij en neemt nog een stap dichterbij. 'Akram! Nee! Ik smeek je!' Roept Hanane. 'Kop dicht slet! Jij bent de volgende!' Roept hij en drukt het mes verder in mijn nek. Een straaltje bloed voel ik stromen over mijn nek en barst in tranen uit. Met mijn laatste energie spreek ik een duaa uit en voel mijn hoofd klappen tegen de grond waarna alles zwart word voor mijn ogen.

Zwarte RozenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu