Hoofdstuk 6

126 4 0
                                    

De volgende dagen gingen snel voorbij, Adam was nog een paar keer langs gekomen, en de momenten dat hij niet bij mij was was hij bezig met 'belangrijke zaken die dringend moesten gebeuren'. En terwijl hij met die 'belangrijke zaken' bezig was, zat ik thuis, na te denken. 'Hoe zal het zijn als hij weg is? Zal ik kunnen omgaan met de leegte die hij achterlaat? Wanneer zal ik hem weer zien?' allemaal vragen waar ik op dit moment geen antwoord op weet.

Hier stonden we dan, in het station van Brussel waar de trein naar Londen vertrekt over een uurtje. Waarom waren we ook zo vroeg?

'Zullen we nog iets gaan drinken bij starbucks?' vroeg de mama van Adam. Haar stem trilde waardoor je duidelijk merkte dat ook zij het moeilijk had met zijn vertrek. Iedereen knikte instemmend en we liepen naar het cafeetje. Ik liep samen met Adam achteraan, zijn hand hield het mijne stevig vast. Hij stopt en kijkt mij recht in de ogen. De mama van Adam draait zich om maar hij wuift naar haar als teken dat ze door mogen wandelen.
Hij draait zich terug naar mij en zijn ogen zochten de mijne weer. 'Ik wou nog eventjes alleen met jou zijn' een kleine glimlach verschijnt op mijn gezicht. 'Ik zie je graag Eva, en wat er ook gebeurt dat zal altijd zo blijven, jij bent de vrouw van mijn leven, en enkel met jou wil ik een toekomst opbouwen.' hij zwijgt eventjes. Ik kijk naar de grond, zijn woorden zinderen nog na in mijn hoofd. Ik zou een waterval van woorden willen laten gaan, maar ik knik alleen maar. 'Wat is er Eef?' Ik kijk terug in zijn ogen en dan floept het er zomaar allemaal uit. 'Ik ga je missen, ik ga u zo ongeloofelijk hard missen, we hadden nog 1 week samen maar ik heb je amper gezien, we hebben amper deftig afscheid kunnen nemen, en ik twijfel eraan ofdat dit wel gaat lukken, ik zie je graag, maar ik weet niet of dat genoeg is.' mijn woorden sterven weg, Adam kijkt me met een bezorgde blik aan. 'Het komt allemaal wel goed, ik probeer zo vaak als ik kan naar Belgie te komen en we Skypen of bellen elke dag. Ik wil je niet kwijt Eef' Ik zie een traan in zijn ooghoek. Ik sla mijn armen rond zijn middel en trek hem dicht tegen me aan. Ik ruik aan zijn trui, ik probeer de geur vast te houden, ik wil alles van hem kunnen blijven herinneren.
Ik druk mijn lippen op de zijne. Ik geniet van zijn warme zachte lippen die op de mijne gedrukt worden.

'Zullen we naar onze ouders gaan?' vraagt Adam dan. Ik knik en probeer een glimlach op mijn gezicht te toveren. Hij neemt mijn hand vast en samen lopen we verder richting starbucks. We bestellen allebei een warme chocolademelk en gaan dan aan het tafeltje bij onze ouders zitten.

De tijd gaat snel voorbij, na een beetje gebabbeld te hebben en een paar pijnlijke stiltes te doorstaan is het tijd om naar het perron te wandelen.

De Eurostar staat er al. Een gevoel van verdriet en angst overspoeld me als ik het ding zie staan. Het zal nu echt niet lang meer duren voor hij weg is. Het lijkt alsof ik het nu pas echt besef.
Adam loopt naar zijn ouders, wisselt een paar woorden met hen en geeft hen dan allebei een knuffel, ik zie hoe zijn moeder moeite doet om haar tranen in te houden. Dan loopt hij naar mijn mama, ook haar geeft hij een knuffel en ik hoor mama nog iets naar hem fluisteren maar kan niet precies verstaan wat.

Dan komt hij naar mij, ik zie een traan in zijn ooghoek en ook bij mij vechten de tranen achter mijn ogen, ik pak hem vast en trek hem dicht tegen me aan. Hij slaagt zijn armen rond mijn schouders en knuffelt me nog harder. Dan houd ik het niet meer, de tranen stromen over mijn wangen, ik kan ze niet meer tegenhouden. 'Ik zal je zo missen' fluister ik snikkend. 'Ik jou ook' fluistert hij terug in mijn oor met een trillende stem.
Dan laat hij me los en kijkt me recht in mijn ogen. Ik verdrink bijna in zijn mooie grijsblauwe ogen. En dan plots krijg ik een overweldigend gevoel, hierzo, starend in zijn ogen, ik weet gewoon dat hij de man van mijn leven is, en ik weet dat dit gaat werken, dit moet werken, na onze studies kunnen we gewoon samen verder en alles zal zijn alsof hij nooit weggeweest is. Plots ben ik daar zo van overtuigd, een gelukzalig gevoel verspreid over mijn lichaam, alles zal goed komen.
Hij neemt mijn gezicht vast en kust me zacht. Ik wou dat ik dit moment op pauze kon zetten, ik wil hier gewoon voor altijd zo samen met hem staan met zijn zachte lippen op de mijne en zijn warme lichaam dicht tegen me aan.
Maar het magische moment word verbroken wanneer hij me los laat. 'Ik moet nu echt opstappen, anders ben ik te laat' ik knik. Hij geeft me nog een kusje op mijn voorhoofd en wuift naar zijn ouders voor hij de trein opstapt.

We wachten nog tot de trein vertrekt. De tranen stromen nog steeds over mijn wangen, ik kan er niets aan doen, ze komen gewoon zonder dat ik er ook maar iets van inspanning voor moet doen.

De trein komt in beweging Adam kijkt recht in mijn ogen en gooit nog een handkusje. Ik gooi er eentje terug en dan blijven we zwaaien tot hij uit het zicht is. Tijd om terug naar huis te gaan...

Ik zit zwijgend op de achterbank, we zijn meegereden met de ouders van Adam waardoor ik nu samen met mama vanachter moet zitten.
Mijn hoofd leunt tegen het raam en ik staar naar buiten. Het is een zonnige dag, die zon past niet echt bij de situatie, regen zou vele beter geweest zijn maar bon. Ik moet er het beste van maken, ik heb nog een hele zomer voor mij voor ik weer naar school moet dus ik kan er beter van genieten.

Ik ben zelf niet zo tevreden over dit stukje dus ik ga het later waarschijnlijk nog herschrijven als het hele boek af is.
Ik hoop dat jullie het tot hiertoe al een beetje leuk vinden, maar vanaf nu begint het echte verhaal eigenlijk dus ik zou zeggen: Enjoy!

X Sharissa

LustWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu