The car

1.4K 69 6
                                    

Rogier kijkt me aan. "Je lijkt op je moeder" constateert hij. "Kwa uiterlijk ja, kwa innerlijk niet" zeg ik. "Ohw" Rogier kijkt ongemakkelijk om zich heen. "Sorry" mompel ik. "Goeiemiddag, weet u al wat u wil drinken?" We kijken op naar de serveerster. "Eeeh, spa rood graag" ze kijkt me aan en schrijft het op, "en voor meneer?". "Hetzelfde" knikt hij. "Komt eraan" en ze loopt naar de volgende tafel om een bestelling op te nemen.

"Goed, je sleutels" hij schuift de sleutels over de tafel. Ik bestudeer ze aandachtig. Herinneringen komen omhoog borrelen, net zoals de spa die voor onze neus word geserveerd. "Dankje" ik glimlach even naar de serveerster. Ze glimlacht terug. Rogier kijkt haar na net zolang totdat ze weg is. Hij buigt voorover. "Besef je goed... Je hebt straks een van de beste auto's in je handen, wees er voorzichtig mee". Ik knik, "en waar staat ie?" Rogier kijkt me glimlachend aan, "kom maar mee". "Okey, maar eeh een vriend heeft me hier gebracht, ennee die staat nu nog buiten te wachten" stammel ik. "Laat hem maar wachten" bromt Rogier.

Hij gaat overeind staan en beent weg. Ik ren erachteraan, "mag ik dan wel even zeggen dat hij weg kan?". Rogier draait zich nogal nijdig om, waardoor ik meteen stilsta. "Mag?!!! Of hij weg mag??? Hij moet hier weg!!!" Rogier stapt naar voren, dichter bij mij. "Rose, besef je goed, je krijgt een stuk erfgoed in je handen en iedereen wil er misbruik van maken. Het is waardevol." Fluistert Rogier. Ik slik, en knik dan heftig. "Goed, stuur hem weg, rond 10 uur ben je hier weer. Ik ga alvast in de auto zitten." Mijn ademhaling beeft en ik tril als een rietje. Dan loop ik naar Rob en zijn auto. Ik gooi de autodeur open en ga snel zitten. Hij kijkt mij onderzoekend aan. "En?", "Je moet weg, ik ga met hem mee, en je kan me rond 10 uur weer ophalen." Zeg ik ernstig. Hij knikt, bezorgt kijkt hij mij aan. Ik druk mijn lippen op de zijne. "Tot straks" mompel ik als ik mijn lippen van de zijne afhaal. Hij drukt nog een kus op mijn wang. Ik stap de auto uit en kijk hem na.

Rogier toetert, snel loop ik naar zijn auto en stap in. Het doet pijn om Rob achter te laten. Ontzettend veel pijn. Maar voor nu is het beter. "Rogier heb je ook kinderen?" Denkend aan Rob zijn ogen en Rogier zijn ene oog. Rogier haalt diep adem. "Je hebt het recht om dit te weten.. Je hebt een neef. Ik had bijna een kind. Mijn vriendin was zwanger, alleen wat ik niet wist was dat zij al getrouwd was. Ze woonde toen destijds in Nederland. Ze ging een jaar in Amerika wonen, gewoon om andere ervaringen op te doen. Ik kwam haar tegen, al snel vielen we als een blok voor elkaar. De dagen daarna waren..." Hij zoekt naar het juiste woord. "Beeldschoon. Drie weken daarna kwamen we erachter dat ze zwanger was geworden van mij. Ze vertelde me alles, ze was in tranen. Ze was al getrouwd, alleen het huwelijk liep bagger slecht. Ze kon niet met die man samen. Ze had een hekel aan hem. Maar ondanks alles hield ze toch van hem. De dag daarna had ik mijn besluit genomen. Jou moeder was ook zwanger, van jou. Ze waren goed bevriend geraakt in die drie weken tijd. Alleen je vader was toen al veel aan het racen. Jou moeder vroeg al of ik later veel met jou zou willen doen. Een soort van tweede papa voor je zijn. Ik zei ja en daarmee stuurde ik mijn "vriendin" naar huis. Met de dringende boodschap dat ze meteen de liefde moest bedrijven met haar man, zodat deze geen argwaan zou hebben." Er valt een diepe stilte in de auto. "Heftig" mompel ik. Nu weet ik het bijna 100% zeker. "Wat was haar naam?" Vraag ik. Rogier kijkt me aan. "Denk je dat je meer weet?". Ik knik voorzichtig. "Vertel ik je straks, ik denk dat ik het nu nog even niet aankan" mompelt hij. De spanning is om aan te snijden.

Eenmaal aangekomen bij de loods is de spanning weggeëbd. Het lijkt een grijs lelijk oud ding en dat is maar goed ook. Want ik herinner me nu dat een gedeelte onder de grond zit. Met een toegang via alleen mijn hand. De dikke scheur die in de muren zat zat er niet voor niets. Wanneer de auto eruit moest schoven de muren op de plek van de breuk uit elkaar. Met veel gepiep en gekraak kwam deze dan uiteindelijk tot stilstand. En dan kon je de auto uit de kelder rijden.

Ik zit op de stoel. De sleutels liggen in mijn hand. Rogier stapt met een diepe zucht van spanning uit de auto. Frunnikend aan de sleutels, stap ik ook uit. De zenuwen gieren me door het lijf. Ik kan me geen auto meer herinneren. Pap had er zoveel. Zoveel zijn er kapot gegaan, verkocht, ingeruild, of in de ergste gevallen verloren aan deals. Op mijn hakken loop ik naar de deur. Ik knik naar Rogier. "Jij mag eerst straks". "Waarom??". Lachend van ongeloof kijkt hij me aan. "Om te kijken of je wel echt bent te vertrouwen." Ik ontgrendel de deur. Rollend met zijn ogen gaat Rogier voorop. Ondertussen doet hij alle lichten aan. Het ruikt muf in de loods, als ik beter ruik ruik ik een oude geur van olie. "Wel.. Het valt reuze mee of niet soms? No boobytraps at all!" Rogier kijkt me licht geïrriteerd aan. "Je kan me het niet kwalijk nemen.." Mompel ik, terwijl ik de muur bekijk. Ik hoor Rogier wat achter me brommen en grommen, net alsof het een beer is die geen eten krijgt.

Ik observeer de muur grondig. Al mijn herinneringen komen plots boven. De handafdruk, de liefde voor auto's, mijn opa, mijn vader en moeder, Rogier, en zelfs mijn overleden oma. Heb ik verder neefjes of nichtjes? Geen idee. Mijn hand glijdt over de muur. Even licht deze groen op. Dan schuiven de deuren krakend en piepend opzij. De stille duisternis komt te voor schijn. Tl lampen gaan een voor een aan. Achter elkaar. Totdat het zijn doel heeft bereikt.

The badboy and the badgirl 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu