Niet veel later komen we aan op de Maaspromenade. Alsof ik word opgejaagd door een wolf stap ik uit de auto en smijt ik de deur achter me dicht. Met grote passen ren ik zowat naar het FT.
'Al iets meer bekent?' vraag ik. Paul knikt naar links, de waterkant, waar een groot deel van het FT geknielt zit. Ik kijk eerst naar rechts, waar ik Wolfs snel dichter bij zie komen. Met haast schiet ik door naar de waterkant.
Een paar mensen van FT draaien zich om, en maken plaats als ze zien dat ik het ben. Ik knik en loop langs ze. Mijn ogen vallen op de rode, halve lijkkist. Er ligt een wit doek overheen. De mensen van FT lopen weg om mij de ruimte te geven, op één na. Axel, die geknielt bij het hoofd zit, tilt het witte doek vanaf het hoofd van het lichaam af, en vertrekt dan ook. Ik schrik als ik zie wie het is...Een meisje van, naar schatting, nog geen 10 ligt lijkbleek in de rode kist. Haar lichaam zit onder blauwe plekken. Ik kniel neer naast het lichaam. Ookal is het meisje lijkbleek en morsdood, haar ogen stralen pijn uit. Haar hele lichaam zit onder blauwe plekken. Bauwe plekken die je niet zomaar krijgt omdat je bent gestruikeld. Mijn hart gaat langzamer kloppen en mijn hoofd wordt zwaar als ik bedenk wat er met dit meisje gebeurd kan zijn. Uit mijn linker achterzak trek ik een paar nitril handschoenen, die ik in één handbeweging aantrek. Mijn vingers bewegen zich naar haar linker pols, die ik voorzichtig om draai. Op haar pols is niets te zien. Ik buig over het lichaam heen en kijk op haar rechter pols. Ik scrhrik van wat ik daar aantref. Haal hele rechterpols zit onder sneeën, zowel diep als ondiep, horizontaal, verticaal en diagonaal, oud en vers. Dit meisje moet echt pijn hebben gehad. Een traan rolt mijn ooghoek uit, maar ik geef hem geen kans, en veeg hem meteen weg. Plotseling knielt Wolfs naast me neer. Ik laat het meisje haar pols los en sta op.
P.o.v. Flo
Zodra ik bij het lijk ben staat Eva zonder mij ook maar één blik te geven op en ze loopt weg. Wat heeft Eva toch? Ik kijk d'r over mijn shouder na, maar ze kijkt niet om. Ik kijk terug naar het meisje. Ik scan haar lichaam van teen tot top, tot ik stop bij haar nek. Doordat ze een T-shirt aan heeft met een hoge hals kun je het niet goed zien, maar ze heeft een ketting om. Struggelend trek ik een set natril handschoentjes uit mijn binnenzak en onhandig trek ik ze aan. Rotdingen, ze blijven vervelend aantrekken. Ik schuif het meisje haar shirt vanaf boven iets omlaag, en gris de hanger van het kettinkje. Op een zilver hartje staat in mooie, sierlijke letters "Lucy" gegrafeerd. Met het hartje nog in mijn handen kijk ik over mijn linker schouder -die die Eef jaren geleden geraakt heeft, en zich nogsteeds schuldig over voelt- achterom. Eva staat met een paar mensen van het FT te praten, maar ze lijken aardig uitgepraat. Plotseling kijkt ook zij om. Ik laat zonder terug te kijken het hangertje los en sta op. Eva en ik lopen langzaam naar elkaar toe.
"Heb je iets?" vragen we in koor als we dicht genoeg bij elkaar zijn. Zachtjes glimlachen we synchoon.
'Niks, geen ID kaart of iets,' begint Eva. Ze gaat op haar tenen staan en kijkt over mijn schouder naar het lijk. 'ze was nog zo jong..'
Ik kijk Eva in haar ogen, en zie ze snel vochtig worden. Zij merkt het ook, en draait zich om. Ze begint naar de auto te lopen, en ik ga haar achterna.Pov. Eva
Een paar seconde zit ik alleen in de auto, maar dan trekt Wolfs de auto deur alweer open, en hij stapt in. Zorgzaam legt hij een hand op mijn been, terwijl de tranen over mijn wangen beginnen te stromen.
'Wat is er nou, schat?' vraagt hij lief, en ik schrik van het feit dat hij me "schat" noemde. Ik heb de neiging om mijn hoofd op zijn borst te leggen en echt in tranen uit te barsten, maar ik veeg mijn tranen weg, en antwoord:
'Ze was nog zo jong.'Eva, er is meer..' kijkt Wolfs me hoopvol aan.
Tranen lekken uit mijn ogen en ergens voel ik woede opkomen.
Het lijkt alsof Flo mijn gedachten kan lezen, en er beter mee weet om te gaan dan ik, want hij beëindigt dit ongemakkelijke gesprek, of eigenlijk stelt hij het uit -wat ik ergens wel fijn vind- door op een zachte toon te antwoorden met:
'We hebben het er thuis nog wel over.. Maar Eef, praat erover. Het zal je goed doen.'
Een last valt van mijn schouders als hij die woorden uitspreekt. Zo lief, zo zacht.Pov. Wolfs
Zodra we aangekomen zijn op het bureau stop ik de moter en stap ik uit. Eva blijft zitten. Ik loop voor de auto langs, en trek zachtjes haar deur open. Zonder iets te zeggen steek ik mijn hand voorzichtich uit, waar ze gelukkig op in gaat.
Ze pakt mijn hand vast en trekt zich ermee overeind. Als ze staat, en mijn hand nogsteeds vast heeft, kijkt ze me diep in de ogen aan, en ik haar. Opnieuw verdrink ik in haar prachtige hetrochromische ogen. Uren zou ik zo kunnen blijven staan. In haar ogen zoek ik naar dezelfde liefde als bij mij te vinden is, maar ik kan alleen angst en verdriet vinden. Het liefst zou ik nu haar hoofd tegen mijn borst aandrukken en haar stevig tegen me aandrukken zodat ze mijn warmte en veiligheid kan voelen, maar dat zou te veel opvallen.
Zachtjes knijpt ze in mijn hand, waardoor ik uit mijn gedachten word getrokken.
'Zullen we maar 'es?' vraagt ze voorzichtig.Samen lopen we, nog net niet hand-in-hand het bureau in. Het voelt fijn. Heel fijn. Ik hoop dat zij daar ook zo over denkt.
Zodra we door de schuifdeuren heen zijn drijven we iets uit elkaar. Het zou anders te veel opvallen.Eenmaal aangekomen in de kantoortuin zijn lopen we naar Mechels' kantoortje.
'Owh, daar zijn jullie,' lacht ze. 'Hebben jullie iets?'
'Jong meisje, een jaar of 10, geen ID kaart of iets..' begint Eva.
'Lucy.' vervolg ik.
4 verbaasde ogen, waarvan 2 lichtelijk geïrriteerd, staren me aan.
'Ze heette, heet, Lucy.'
Ik weet dat Eva het niet fijn vindt om in de verleden tijd over overledenen te praten, zeker als ze nog zo'n heel leven voor zich hebben zoals Lucy.
'Hoe weet je dat? En- en, waarom heb je dat niet eerder gezegt?' stamelt Eva.
Mechels lijkt van ons gesprek te genieten en leunt naar achter in haar stoel.
'Daar kreeg ik de kans toch niet voor, s...' ik slik mijn woorden in. Niet nu, niet hier. Ik mag Eva geen schat noemen waar Mechels bij is.
'Jij was eh.. Bezig bij het FT.' vervolg ik mijn zin, terwijl we beiden beter weten.
Verwonderd kijkt Mechels me opnieuw aan, maar ze gaat er gelukkig verder niet op in.
'Lucy, 10 jaar. Bravo. Begin maar met uitvogelen wie dat meisje is, daarna kunnen jullie bij haar ouders langs.' commandeerd de baas.
Eva en ik knikken synchoon en we draaien ons om. Ik houd de deur voor haar open, waarna we samen het kantoortje verlaten.Pov. Eva
Ik loop naar mijn bureau, en Wolfs volgt. Zodra ik ga zitten zucht ik. Wolfs kijkt me vragend aan.
'Tien jaar..' fluister ik, waarna Flo meelevend knikt.
Ik log in op mijn politiecomputer en open zo snel als ik kan het bevolkingsregister, en zonder te overleggen opent Wolfs de lijst met vermiste personen op zijn PC, zo goed zijn we op elkaar ingespeeld.
'Geen meisje van 10 vermist, wel een meisje van 9, Romy, maar zij lijkt niet op Lucy.' begint Wolfs, waarna ik hem verstoord aankijk.
'Of althans, het meisje waarvan we denken dat ze Lucy heet en 10 ja..'
'Hoe weet je eigenlijk dat ze Lucy heet?' onderbreek ik hem.
Hij kijkt door zijn leesbril omhoog. 'Dat stond in haar ketting gegrafeerd.' legt hij uit.
Ik zucht. 'Dus dat kan net zo goed d'r paard zijn.' lach ik.
'Dat kan... maar het hoeft niet.' opperd Wolfs.
Ik draai me terug naar mijn computer, en typ "Lucy" in.
Ik filter 'm op "10 jaar", waarna ik zuchtend de lijst door scrol.
Alleen in omgeving Maastricht al ruim 50 kinderen van 10 jaar die Lucy heten, en dan is het nog niet eens zeker dat ze Lucy heet en 10 jaar is.p.o.v Wolfs
'Hé, is dit d'r?' zwaait Eva met haar hand als gebaar dat ik moet komen kijken, terwijl ze haar blik niet afwendt van haar beeldscherm.
"Lucia Langeslag " staat er onder een foto van een, naar schatting, 6 jarig meisje.
Ik zie dat Eva in een oude zaak zit, waar blijkbaar destijds veel aandacht aan is besteedt.
Eva staat op en niet veel later staan we in Mechels' kantoor.'Lucia Langeslag. Het vijf jarige meisje Lucia is op 13-7-'10 als vermist opgegeven nadat er, naar verklaring van de buren, ruzie was thuis. Haar vader is overleden toen ze 3 was, waarna haar moeder hertrouwd is, met Lucia's, oftewijl Lucy's, stiefvader.'
Eva draait zich om naar mij.
'En die stiefvader is twee maanden later aangeklaagd voor huishoudelijk geweld en moord, toen Lucy's moeder dood gevonden was, maar nooit veroordeeld vanwege te weinig bewijs. Én hij had een alibi.'
'Goed werk' verzucht Mechels. 'Maar haar beiden ouders zijn dus overleden, haar stiefvader is een crimineel,'. Wolfs lacht zachtjes om het feit dat Mechels al zo snel haar conclusie trekt.
',en Lucy is vijf jaar lang verdwenen geweest terwijl d'r met man en macht naar haar gezocht is.' zucht Mechels.
Ik knik.
'Raar verhaal. Ga eerst maar eens met die stiefvader praten, misschien dat hij jullie meer kan vertellen.'
JE LEEST
Trouble. // Flikken Maastricht
FanfictionZwart. Overal zwart. Geen akelig, donker zwart, nee. Fijn, rustgevend en rustig zwart. Langzaam doe ik een poging mijn ogen te openen. Storm. Harde storm. Onrust en verbittering overspoelen het rustige zwart. Weg. Ik moet hier weg. Ik ben niet veili...