Hoofdstuk 10

176 10 2
                                    

Ezra POV

Ik zat in de cel en lag op mijn rug op de bank naar het plafon te staren. Het had me even geduurd vooraleer het me lukte om zo te gaan liggen. Die stomme kettingen zaten erg in de weg.

Ik had niet geprobeerd te ontsnappen want deze keer was er geen ventilatieschacht in de cel. Ik wist dus niet goed hoe ik hier moest weggeraken als ik eenmaal de kettingen had gebroken. En ik denk niet dat ze weer in dezelfde grap zouden trappen dat ik stikte.

Dus dacht ik nog steeds na over het gesprek met Dai. Op de een of andere manier moest ik hem gelijk geven. Hoe hard het me ook tegen zat.

Het Keizerrijk had me nooit veel goeds aangedaan. En wat de Inquisiteur hem had gezegd, alles kon makkelijk opgezet spel zijn geweest.

Zouden zijn ouders...

Nee! Dit is wat ze wouden. Dat hij ging twijfelen aan zichzelf, de Ghost-crew, het rebelleren...

Ik keek naar mijn handen, die gebald waren tot vuisten. Ik was kwaad. Echt kwaad.

Maia had hem verraden. Dai had hem verraden. Mijn ouders. De Ghost-crew was hem nog altijd niet komen redden.

Ik balde mijn vuisten nog meer. Mijn knokels werden hellemaal wit.

De haat, de woede borrelde weer op. En ik wist niet eens waarom ik kwaad was. Wie of wat ik haatte.

Toen ging de deur open en kalmeerde ik weer.

Het was Maia. "Ezra." Fluisterde ze. Ik bleef koppig en staarde naar het plafon.

Dan voelde ik dat de kettingen rond mijn polsen en enkels loswaren en even later op de grond kletterde. Ik wreef over mijn polsen en zag rode striemen. Ik had misschien iets te veel tegengewrongen toen ik wou gaan liggen. Het deed goed om ze los te hebben.

"Waarom?" vroeg ik. "De laatste keer liet hij je niet veel zeggen."

"Ze hebben Jonathan ergens in een cel en de Inquisiteur dreigde ermee om hem te martelen. Niet doden. Martelen. Dat is zelf erger. Ik kan zijn pijn voelen, zijn angst."

Ze zweeg even en ging dan verder.

"Maar ik hoorde de Inquisiteur met Dai praten. Ze gaan me vermoorden en samen met Jonathan. Dai gaat ons vermoorden!" schreeuwde ze hysterisch. "Je moet me helpen Ezra. Ik wou dit nooit." Tranen stroomde over haar wangen.

Ik stond recht en sloeg mijn armen om haar heen.

"We zullen hem wel vinden, maar eerst moeten we hier wegraken." Spijtig dat deze cel geen ventilatieluik had.

Plots keek ze op naar hem met haar betraande ogen alsof ze net iets belangrijk besefte. "Ze hebben je vrienden."

"Huh wat?"

"Toen Dai met je kwam praten was dat enkel ter afleiding. Zodat de Inquisiteur en ik een val konden opzetten. Daarna werd Dai geroepen en ik de kamer uitgestuurd, maar luisterde het gesprek af vanuit de ventilatieschacht." Er verscheen toch een flauw lachje op haar gezicht. "Je hebt me wat geleerd hoor Bridger."

"En wat zeiden ze?"

"Dat de Inquisiteur mij ging laten doden van zodra jij je bij hem had gevoegd."

"Pff. In zijn dromen nog niet eens."

"Ja maar hij zei dat hij iets had gevonden. Wat weet ik niet."

"Oke, maar weet je waar mijn vrienden nu zijn."

Ze knikte. Ik trok haar mee naar de deur en net toen ze de deur wou openen ging die vanzelf openen. De Inquisiteur kwam binnengewandeld.

Star wars rebels fan-fictie: Oude VriendenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu