Hoofdstuk 4 - De laatste brief

24 3 4
                                    

Met mijn ogen open lig ik in het zachte bed van Lily. Na een hele discussie was zij in de zetel gaan liggen en ik in haar bed. De gast is de koning, had ze gezegd. Na een kwartier had ik het opgegeven en in haar bed gaan slapen. Nu kan ik niet slapen en ben ik aan het denken aan de afgelopen dag. De brief, de rare reactie van mijn ouders, James die precies het woord 'tovenaar' ging zeggen. Mijn hoofd zit vol met vragen. Ik wil net nog een poging doen om te slapen als ik plots een getik op het raam naast mij hoor. Eerst negeer ik het, maar als het getik niet ophoud hef ik mijn hoofd op en draai het naar het raam. Ik zucht geïrriteerd als ik weer een uil zie zitten. Ik laat mijn hoofd weer vallen in mijn kussen. Waarom altijd die uilen? Als de uil niet stopt, ga ik uit het bed en slenter naar het raam. Met wat gesukkeld te hebben met het slot, open ik het en vliegt de uil binnen. Hij gaat op het bed zitten en laat de brief, die hij in zijn snavel had, vallen.

Miss. L. Zwarts

De kamer van Lily Potter

Geneva Road 56

Ipswich, Londen

Verbijstert kijk ik naar de brief. Alleen de mensen van dit huis weten dat ik in de kamer van Lily slaap. Ik chek eens dat de gordijnen dicht zijn en dat zijn ze, op eentje na die ik daarnet heb geopend. Ik stap naar het raam waar de uil naar buiten is gevlogen en sluit het. Het gordijn schuif ik weer voor het raam en kijk rondom mij. Niemand kan mij hier zien, maar wie schrijft deze brieven dan? Wie haalt deze domme grap met mij uit en vind het grappig iemand wijs te maken dat ze een tovenaar is?

Stilletjes sluip ik de kamer uit naar de keuken. Daar gooi ik de brief in de vuilbak en graai snel nog een stukje cake van de tafel. Onderweg neemt mijn klungeligheid weer de overhand. Met mijn voet bots ik tegen de tafel waardoor de ijzeren kom met fruit naar beneden valt. Het geluid klinkt door het hele huis en ik vloek in mezelf.

Goed bezig, Lea.

Ik wil nog naar de kom grijpen om het geluid te stoppen, maar het is te laat. Van boven hoor ik een deur opengaan en voetstappen op de trap. Ik kijk bang naar de deur en even later komt James de deur uit. Hij klikt het licht aan en kijkt mij raar aan.

"Wat doe je?" vraagt hij.

"Heum.. Ik kwam drinken?" zeg ik onzeker. Ik zet de kom weer terug en kijk hem aan.

"Ik zal maar gaan slapen, slaapwel," mompel ik met rode wangen. Ik ga langs hem heen, de trap op en loop terug naar Lily haar kamer. Dat was gênant, denk ik bij mezelf als ik in het bed ga liggen.


POV James Potter

Ik kijk Lea na tot ze uit het zicht is. Dat was vreemd, denk ik bij mezelf. Ik kijk de keuken nog eens rond, maar bemerk niets anders of iets raar. Ik besluit naar boven te gaan en gewoon verder te slapen. Misschien had ze gewoon dorst, wat zou ze anders doen in onze keuken rond middernacht. Als ik weer in mijn kamer ben, ga ik in mijn bed liggen. Mijn gedachten gedachten dwalen direct af naar de afgelopen dag. Mijn vader had me nog een spreuk geleerd: de patronus spreuk. Het was me vandaag niet gelukt, maar dat was normaal, zei hij. Een patronus oproepen was verschrikkelijk moeilijk en was gewordende toverkunst, maar ik was vastbesloten hem onder de knie te krijgen. Ik had gewoon tijd nodig om een hele gelukkige herinnering te vinden, die heb je nodig om een volledige patronus op te roepen. Een patronus is een soort van schild tegen een dementor, een akelig wezen dat al het geluk uit je haalt. Ondanks er bijna geen dementors meer bestaan (misschien wel een paar, maar ze staan niet meer onder het toezicht van het Ministerie) vind mijn vader dat het soms wel handig kan zijn, een dementor kan namelijk je ziel uit je zuigen. Ik huiver bij die gedachten, ik hou mijn ziel liever zelf.

Dan denk ik verder aan de rest van de dag. Ik had de jaarlijkse brief van Zweinstein gekregen met alle benodigdheden en mijn broer en zus ook. Ik ga beginnen aan mijn derde jaar op Zweinstein Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus, mijn broer Albus aan het tweede jaar en Lily aan haar eerste. Ze was al maanden aan het wachten op die brief, wat vrij normaal was: Zweinstein is de coolste school ooit. Je krijgt geen les wiskunde of chemie, nee, je krijgt Toverdranken en Verveer tegen Zwarte Kunsten, Gedaanteverwisseling en Bezweringen. Het is geweldig. Ook heeft Zweinstein afdelingen. Je hebt Zwadderich, voor de sluwe leerlingen, Huffelpuf, voor de trouwe, Ravenklauw, voor de intelligentste, en Griffoendor, voor de moedige. Ik zit in Griffoendor en Albus ook.

Mijn gedachten komen ook bij Lea. Ze had iets speciaals. Bijna had ik gevraagd of ze ook een tovenaar was, dat mocht blijkbaar niet. Haar achternaam is 'Zwarts', dat is een bekende familie zuivere tovenaars. Mijn vaders peetvader was Sirius Zwarts, maar hij is gestorven tijdens een gevecht. Natuurlijk ging ik er meteen vanuit dat zij ook een tovenaar is, maar volgens vader is dat geen garantie en als je het niet zeker weet, zeg je beter niets volgens hem. Stiekem hoop ik dat ze een heks is want dan komt ze ook naar Zweinstein. Nog nooit had ik echt met haar gepraat, maar ze kwam blijkbaar goed overeen met Lily en daarom mag ik haar al.
De duisternis omhult mij en al snel val ik in een diepe slaap.

The return of the Dark Lord (Dutch HP Fanfic)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu