Moordvrouw~Expeditie~Robinson

Hoofdstuk 2 - kamp noord en kamp zuid

Samantha

Wij kwamen als laatste aan op het eiland de andere stonden er al. bij aankomst werden we door iedereen begroet. Op stonden ook twee kisten met een brief er bij, Menno pakte de brief en las hem voor.

''Beste kandidaten,

Welkom op een van de mooiste eilanden van de Filipijnen. Het is de bedoeling dat jullie je dadelijk opsplitsen in twee groepen: kamp Noord en kamp Zuid. Daarna worden jullie naar jullie kampen beleid door twee boten. Elk kamp mag een van deze kisten meenemen, hier in zitten voedingsmiddelen die je mag gebruiken.

Heel veel succes en plezier. ''

Na dat Menno de brief had voor gelezen begon de discussie over de twee groepen. na een tijdje waren er twee groepen gemaakt. Kamp Noord bestaat uit: Menno, Bram, Liselotte, Pieter en ik. En kamp Zuid bestaat uit: Fenna, Evert, Carla, Merel en Frits. Evert liep naar de kist van kamp Zuid en deed hem open er lag een grote gele vlag in en vijf gele bandana's, voor de rest lagen er nog wat voedingsmiddelen in. Evert pakte een bandana uit de kist en knoopte die om zijn pols, de andere volgden ook. Nu had iedereen een bandana om gedaan Liselotte had haar rode bandana als een soort riem om haar broek geknoopt en bram had hem om zijn hooft geknoopt. Carla had er een soort van hoofddoekje van gemaakt. Zelf had ik mijn bandana als een strik in mijn haar geknoopt. Maar nu was het tijd om afscheid te nemen van de andere groep, we zouden elkaar pas zien bij de eerste robinsonproef. Nadat we afscheid hebben genomen lopen we naar de boten toe zwaaien nog naar elkaar en vertrekken naar onze kampen.

Merel

na ongeveer tien minuten te hebben gevaren zien we in de verte een groot eiland liggen waar ons nieuwe kamp zich bevind. Het is erg warm en de felle zon schijnt op onze gezichten ik merk dat ze zonnebrand waarmee ik me van te voren mee heb ingesmeerd begint uit te werken. wanneer de boot stopt zo'n tien meter van het eiland moeten we uitstappen en het laatste stuk zwemmen omdat de boot niet zo dichtbij het eiland kan komen. Het eiland is best mooi er ligt een groot stuk zandvlakte en daar achter is het begroeit met wel honderd soorten bomen. we kijken een tijdje rond en dan zegt Evert ''het lijkt me verstandig dat twee van ons eten gaan zoeken, eentje vuur gaat maken en de andere twee beginnen met een hut bouwen.'' we knikken instemmend en dan gaan ik en Carla eten zoeken, Evert en Fenna een hut bouwen en Frits gaat vuur maken.

Bram

Ik zit op mijn knieën voor een paar stukken houd en wat bladeren een poging te wagen om vuur te maken. Het wil alleen nog niet echt lukken ik sla met al mijn kracht twee stenen tegen elkaar en af en toe ontstaat een klein vonkje, maar die zijn niet groot genoeg om een fatsoenlijk vuur te maken. Langzamer hand begin ik echt een beetje geïrriteerd te raken. Dan hoor ik ineens een stem achter me ''moet ik het doen?'' ik kijk achter om en zie dat Pieter achter me staat, hij heeft blijkbaar tijdens het hutten bouwen gezien dat het me niet lukte. ''ik kan best zelf vuur maken'' zeg ik bot om niet de indruk te wekken dat ik niet eens een beetje vuur kan maken. Dus ik ga weer verder met de twee stenen tegen elkaar aanslaan, op een gegeven moment ontstaat er een vonk maar doordat ik de stenen niet goed vast heb slaat de vond tegen mijn hand aan. ''AUWW'' schreeuw ik en ik trek mijn handen snel terug. ''weet je zeker dat ik het niet moet doen?'' vraagt Pieter die nog steeds achter me staat. Een beetje chagrijnig sta ik op en druk de stenen in Pieter zijn handen. ''ik ga Menno wel helpen met de hut.'' zeg ik en ik loop de kant van Menno op. Hij is bezig met takken aan elkaar knopen met stuken touw die in de kist zaten. Na een tijdje zit ik te luisteren naar Menno's saaie verhaal over hoe hij van plan is het spel zo slim en eerlijk mogelijk te spelen. Opeens word hij onderbroken door het geluid van een knapperend haard vuur.