《7》

679 35 7
                                    

'Wauw' zwijmelt Puck bij het zien van het wonderbaarlijke uitzicht. Het uitzicht kijkt over de hele stad heen en op het dak liggen vier zitzakken onder een soort overkapping. 'Ik kwam hier altijd met de lads in de pauzes, tussenuren en soms natuurlijk tijdens de les. Niemand weet hiervan en ik hoop dat ik je dit kan toe vertrouwen?' 'tuurlijk' verzekert ze hem. 'Aangezien je een vriendin van ons bent waren de lads het er mee eens dat jij deze plek mag weten. Stiekem ook zodat ik hier niet meer alleen hoef te zitten.' grijnst hij. 'het is hier geweldig, bedankt.' 'Het is al goed, kom zitten.'

'Ga je mee naar ons huis?' vraagt Louis aan Puck, die haar hoofd schut. 'Ik ga naar huis.' Ze zet een neppe glimlach op, maar niet zo nep dat Louis het verneemt. 'Oké, dan spreek ik je morgen?' 'Ja, tot morgen.' Puck stapt op haar fiets en gaat op weg naar huis. Helaas is ze al veel te snel weer thuis. Dit keer staat haar ooms auto niet bij het huis. Zo snel als ze kan begint ze met het huis houden. Ze begint in de woonkamer en de keuken. Na ongeveer een uur is ze daarmee klaar en begint ze aan de slaapkamer van haar oom. Wat ze daar allemaal vind is misselijk makend en dan overdrijf ik niet. Alle voorwerpen die ze vind verraden wat er de afgelopen nacht -en dag- in zijn slaapkamer gebeurt is.

Ook Louis komt die middag thuis -wel logisch- 'Yo' gilt hij door het huis waarna hij naar de woonkamer loopt. 99,9% kans dat ze daar met zijn drieën zitten en ja hoor daar zitten ze: drie kleine kleutertjes op een rij. 'Hoe was het op school?' vraagt Niall met een kleine grinnik in zijn stem. 'boring as usual' De lads grinniken even en gaan dan verder met de "overhoring" 'Heb je Puck die plek laten zien?' vraagt Liam belangstellend 'wat vond ze er van?' vraagt Niall nadat louis knikt. 'Ze vond hem erg mooi en was blij dat ik hem had laten zien. Ik denk dat we er nog wel vaker gaan zitten.' 'Waarom komen wij er ook niet een keer?' vraagt Harry aan de lads, die hem vragend aan kijken. Hoe wil hij ooit de school binnen komen zonder gesnapt te worden, het is niet zo dat ze niet opvallen. 'Weten jullie die ene keer niet meer? We wilden 's nachts naar die plek toe en zijn via de container op de oude ladder geklommen.' Nu ze er zo over na denken herinneren de anderen het ook weer. Ze weten nog hoe zo'n sprong ze moesten maken om via de container op de ladder te komen. 'We kunnen het wel eens doen, anders vervelen we ons hier toch alleen maar.' oppert Liam.

'Waar zit je?' roept Puck haar oom door het huis. Puck kan zichzelf wel voor haar kop slaan, hoe kon ze zo dom zijn om het eten te vergeten. Met haastige sprongen rent ze de trap af om haar oom -wit heet van woede- in de keuken aan te treffen. 'Weet je hoeveel moeite het kost?' vraagt hij zo kalm mogelijk, zo kalm dat het angstaanjagend word. 'Toen jou lieve ouders dood gingen stond je tante er op om voor de enige dochter van haar broer te zorgen. Nooit hebben we jou gevraagd om iets voor ons te doen, nooit. Net nu ze er niet meer is en ik jou nodig heb laat je me vallen. Er is altijd zo goed voor jou gezorgd alsof je ons eigen kind was en nu heb je niet eens het eten klaar gemaakt.' zegt hij nog steeds kalm. Puck wil zo graag hier tegen in gaan, maar ze weet dat ze er niks mee opschiet. 'Je bent een heel stout meisje en stoute meisjes verdienen straf.' Terwijl haar oom dat zegt bespeeld er een gemene grijns zijn lippen. Hij rent op haar af en smijt haar over zijn schouders. Hij opent het rolluik van de kelder en gooit haar zonder pardon naar beneden -van de trap af- Puck beland op de harde, kouden vloer en blijft stil liggen. 'Hier hoor je thuis, tussen de ratten. Lui zwijn.' en met dat gooit hij de rolluik weer dicht. Daar zit Puck dan, op de harde, koude grond van de oude kelder. De kelder die ze al meer dan 10 jaar niet meer gebruikten, omdat het er stikt van de ratten -die gelukkig zijn gevlucht voor de harde stem van haar oom, maar voor hoelang? In de kelder is niks eetbaars aan te treffen -behalve de ratten dan- het enige wat er staat is een oude gootsteen met een kraan -waar gelukkig nog water uit komt.

Opeens verblind een vel licht de ogen van puck. Het rolluik is open gedaan en haar oom staat in de opening. Zonder iets te zeggen gooit hij twee dekens en een kussen naar beneden. Voor ze ook maar een bedankje kan zeggen -die hij absoluut niet had verdient- gooit hij het luik alweer dicht. Uitgeput spreid Puck een van de dekens en gaat daar op liggen -zodat de grond iets minder koud aan voelt- Haar hoofd legt ze op de kussen en de andere deken slaat ze om zich heen. Nu maar hopen dat ze hier uit komt, voordat ze verhongert. Veel hoop heeft ze niet, wie zal haar nou missen?

*897 woorden*

Little Black Lies 《L.S. & N.H.》Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu